4. Wat zijn de belangrijkste resultaten?
Achtereenvolgens wordt ingegaan op de grootste onnauwkeurigheden, de ontwikkelingen daarin, de decompositie naar leeftijd en de gevolgen voor de schatting van de overgangskansen van een vast naar een flexibel contract. Wat de mogelijke oorzaken zijn van de onnauwkeurigheden wordt behandeld in de technische rapportage.
Figuur 2 laat de ontwikkeling zien van het aandeel werknemers met een flexibel contract volgens het model, volgens de EBB en volgens de Polis2). Volgens het model ligt voor de hele populatie het aandeel flexibele werknemers dichter bij het aandeel dat de Polis aangeeft dan bij het aandeel volgens de EBB. Bekeken naar de afzonderlijke leeftijdscategorieën, blijkt dit vooral te gelden voor werknemers ouder dan 25 jaar. Voor de jongeren blijkt het geschatte aandeel flexibele werknemers op basis van het model, met name in 2017, wat dichter bij de schattingen van de EBB te liggen. Verder laat figuur 2 zien dat voor de totale populatie werknemers het geschatte aandeel flexibele werknemers zowel volgens het model als volgens de Polis in de loop der jaren toeneemt, terwijl de EBB een lichte daling laat zien. De schattingen van het aandeel flexibele werknemers volgens de EBB wijkt in de beschouwde periode geleidelijk meer af van het geschatte aandeel volgens het model. Er zijn wat dit betreft wel duidelijke verschillen tussen leeftijdscategorieën. Bij ouderen stijgt gedurende de periode 2017-2018 het aandeel werknemers met een flexibel contract zowel volgens het model, de Polis als de EBB. Wel lijkt het aandeel flexibele werknemers onder deze groep volgens de EBB wat minder toe te nemen dan volgens de Polis. De ontwikkelingen volgens de Polis zijn vrijwel geheel in lijn met de geschatte ontwikkeling op basis van het model. Voor jongeren onder de 25 jaar laat de EBB een daling zien van het aandeel flexibele werknemers, volgens de Polis is dit aandeel vrij stabiel en volgens het model stijgt het aandeel jongeren met een flexibel contract. Voor werknemers tussen de 25 en 55 jaar laten zowel het model als de Polis een stijgend aandeel flexibele werknemers zien, terwijl dit aandeel volgens de EBB gedurende 2017 en 2018 vrijwel stabiel blijft.
categori | kwartaal | Model (%) | EBB (%) | Polis (%) |
---|---|---|---|---|
15 tot 25 jaar 2017 | 1e kwartaal | 69 | 64 | 80 |
15 tot 25 jaar 2017 | 2e kwartaal | 69 | 65 | 80 |
15 tot 25 jaar 2017 | 3e kwartaal | 69 | 66 | 80 |
15 tot 25 jaar 2017 | 4e kwartaal | 68 | 63 | 81 |
15 tot 25 jaar 2018 | 1e kwartaal | 68 | 63 | 79 |
15 tot 25 jaar 2018 | 2e kwartaal | 69 | 63 | 80 |
15 tot 25 jaar 2018 | 3e kwartaal | 70 | 62 | 80 |
15 tot 25 jaar 2018 | 4e kwartaal | 71 | 62 | 80 |
15 tot 25 jaar 2018 | ||||
25 tot 55 jaar 2017 | 1e kwartaal | 25 | 17 | 28 |
25 tot 55 jaar 2017 | 2e kwartaal | 26 | 18 | 29 |
25 tot 55 jaar 2017 | 3e kwartaal | 26 | 17 | 29 |
25 tot 55 jaar 2017 | 4e kwartaal | 27 | 18 | 30 |
25 tot 55 jaar 2018 | 1e kwartaal | 26 | 17 | 29 |
25 tot 55 jaar 2018 | 2e kwartaal | 27 | 18 | 29 |
25 tot 55 jaar 2018 | 3e kwartaal | 27 | 18 | 29 |
25 tot 55 jaar 2018 | 4e kwartaal | 28 | 17 | 30 |
25 tot 55 jaar 2018 | ||||
55 tot 75 jaar 2017 | 1e kwartaal | 17 | 12 | 17 |
55 tot 75 jaar 2017 | 2e kwartaal | 17 | 12 | 17 |
55 tot 75 jaar 2017 | 3e kwartaal | 17 | 12 | 17 |
55 tot 75 jaar 2017 | 4e kwartaal | 18 | 12 | 18 |
55 tot 75 jaar 2018 | 1e kwartaal | 18 | 12 | 18 |
55 tot 75 jaar 2018 | 2e kwartaal | 18 | 12 | 18 |
55 tot 75 jaar 2018 | 3e kwartaal | 18 | 12 | 18 |
55 tot 75 jaar 2018 | 4e kwartaal | 19 | 13 | 19 |
55 tot 75 jaar 2018 | ||||
Totaal 2017 | 1e kwartaal | 34 | 26 | 37 |
Totaal 2017 | 2e kwartaal | 34 | 27 | 37 |
Totaal 2017 | 3e kwartaal | 35 | 27 | 38 |
Totaal 2017 | 4e kwartaal | 35 | 26 | 38 |
Totaal 2018 | 1e kwartaal | 34 | 26 | 37 |
Totaal 2018 | 2e kwartaal | 35 | 26 | 38 |
Totaal 2018 | 3e kwartaal | 36 | 27 | 38 |
Totaal 2018 | 4e kwartaal | 36 | 26 | 38 |
categorie | kwartaal | 15 tot 25 jaar (%) | 25 tot 25 jaar (%) | 55 tot 75 jaar (%) |
---|---|---|---|---|
Polis, 2017 | 1e kwartaal | 2,78 | 9,71 | 19,68 |
Polis, 2017 | 2e kwartaal | 2,92 | 9,33 | 19,30 |
Polis, 2017 | 3e kwartaal | 3,12 | 9,41 | 19,22 |
Polis, 2017 | 4e kwartaal | 3,16 | 9,33 | 17,98 |
Polis, 2018 | 1e kwartaal | 3,19 | 9,35 | 16,95 |
Polis, 2018 | 2e kwartaal | 2,93 | 8,81 | 16,01 |
Polis, 2018 | 3e kwartaal | 3,69 | 9,07 | 15,47 |
Polis, 2018 | 4e kwartaal | 4,28 | 9,30 | 15,27 |
Polis, 2018 | ||||
EBB, 2017 | 1e kwartaal | 17,46 | 29,06 | 29,69 |
EBB, 2017 | 2e kwartaal | 16,61 | 29,83 | 29,27 |
EBB, 2017 | 3e kwartaal | 14,62 | 30,37 | 29,75 |
EBB, 2017 | 4e kwartaal | 15,95 | 31,29 | 30,25 |
EBB, 2018 | 1e kwartaal | 16,81 | 32,25 | 29,95 |
EBB, 2018 | 2e kwartaal | 16,72 | 32,93 | 31,18 |
EBB, 2018 | 3e kwartaal | 16,52 | 33,97 | 32,39 |
EBB, 2018 | 4e kwartaal | 17,80 | 35,28 | 31,05 |
1)Ontwikkeling van de geschatte onnauwkeurigheden. |
Ontwikkeling onnauwkeurigheden
Wat betreft de geschatte onnauwkeurigheden zien we dat die, in ieder geval voor de groep werknemers in de leeftijdscategorie 25 tot 55 jaar, inderdaad toenemen (figuur 3). De kans dat een werknemer die volgens het model een flexibel contract heeft op basis van de EBB wordt geclassificeerd als een werknemer met een vast dienstverband, neemt toe van 29 procent in het eerste kwartaal van 2017 tot 35 procent in het vierde kwartaal van 2018. In de Polis blijft deze kans vrij stabiel, rond de 9 procent. Voor de oudere werknemers lijken de onnauwkeurigheden in de EBB minder te zijn toegenomen. De kans dat iemand in de leeftijdscategorie 55 tot 75 jaar die volgens het model een flexibel contract heeft volgens de EBB als vaste werknemer wordt geclassificeerd was in 2017, eerste kwartaal, 29 procent en in 2018, vierde kwartaal, 31 procent. In de Polis zien we dit voor de oudere werknemers afnemen. Voor jongeren tenslotte, is de kans in de Polis op deze onnauwkeurigheid zeer laag, maar deze is vanaf 2018 wel wat toegenomen. In de EBB is dit type onnauwkeurigheid veel groter, maar wel vrij stabiel (rond de 17 procent).
De kans dat een werknemer die volgens het model een vaste baan heeft wordt geclassificeerd als een flexibele werknemer, is voor werknemers ouder dan 25 jaar in de EBB klein en stabiel: deze kans schommelt rond de 0,6 procent (Figuur 4). In de Polis komt dit type onnauwkeurigheid voor werknemers tussen de 25 en 55 jaar vaker voor, maar er is wel een dalende trend zichtbaar: in 2017, eerste kwartaal, bijna 7 procent, in 2018, vierde kwartaal, nog geen 6 procent. Voor werknemers van 55 jaar of ouder schommelt deze kans tussen de 3,5 en 4 procent. Voor jongeren is de kans dat ze volgens één van beide bronnen een flexibel contract hebben, terwijl het volgens het model om een vast contract gaat, veel hoger. In de Polis schommelt deze kans rond de 43 procent. In de EBB is deze kans lager dan in de Polis en bovendien daalt deze kans van bijna 28 procent in 2017, eerste kwartaal, naar 19 procent in 2018, laatste kwartaal.
jaar | kwartaal | 15 tot 25 jaar (%) | 25 tot 55 jaar (%) | 55 tot 75 jaar (%) |
---|---|---|---|---|
Polis 2017 | 1e kwartaal | 42,56 | 6,81 | 3,78 |
Polis 2017 | 2e kwartaal | 43,3 | 6,97 | 3,68 |
Polis 2017 | 3e kwartaal | 43,84 | 7,14 | 3,81 |
Polis 2017 | 4e kwartaal | 45,27 | 7,09 | 3,97 |
Polis 2018 | 1e kwartaal | 41,88 | 6,4 | 3,67 |
Polis 2018 | 2e kwartaal | 43 | 6,24 | 3,61 |
Polis 2018 | 3e kwartaal | 41,68 | 6,26 | 3,58 |
Polis 2018 | 4e kwartaal | 42,01 | 5,95 | 3,5 |
Polis 2018 | ||||
EBB 2017 | 1e kwartaal | 27,74 | 0,6 | 0,33 |
EBB 2017 | 2e kwartaal | 28,82 | 0,56 | 0,4 |
EBB 2017 | 3e kwartaal | 26,93 | 0,49 | 0,28 |
EBB 2017 | 4e kwartaal | 23,28 | 0,52 | 0,39 |
EBB 2018 | 1e kwartaal | 24,6 | 0,56 | 0,34 |
EBB 2018 | 2e kwartaal | 20,79 | 0,71 | 0,42 |
EBB 2018 | 3e kwartaal | 18,38 | 0,73 | 0,45 |
EBB 2018 | 4e kwartaal | 18,77 | 0,66 | 0,44 |
1)Kans dat een vast contract volgens het model volgens de Polis of EBB flexibel is. |
Decompositie van de verschillen naar leeftijdscategorie
De schattingen van het aandeel flexibele werknemers volgens de EBB en de Polis lopen het meest uiteen voor werknemers jonger dan 25 jaar. Aangezien jongeren, volgens beide databronnen, de grootste kans op een flexibel contract hebben, is het aandeel jongeren in de totale groep flexibele werknemers eveneens hoog, volgens de EBB 45 procent, volgens de Polis 40 procent. De kans dat een flexibel contract (volgens het model) in de Polis of in de EBB als vast wordt geclassificeerd is voor jongeren echter lager dan voor werknemers in de oudere leeftijdscategorieën. Om na te gaan in welke mate de verschillende leeftijdscategorieën bijdragen aan de over- of onderschatting van het aandeel flexibele werknemers volgens EBB of Polis, is een decompositie gemaakt van de over- en onderschatting naar leeftijdscategorie. De ‘onderschatting’ van het aandeel flexibele werknemers op basis van de EBB ten opzichte van de modelschatting bedroeg in 2018, vierde kwartaal, bijna 10 procentpunt, de ‘overschatting’ op basis van de Polis bedroeg nog geen 3 procentpunt. Figuur 5 laat zien dat de ‘overschatting’ op basis van de EBB grotendeels kan worden toegerekend aan werknemers tussen de 25 en 55 jaar oud. De bijdrage van de jongere werknemers is veel kleiner. Bij de Polis is de situatie omgekeerd, daar kan het grootste deel van de ‘onderschatting’ worden toegerekend aan de jongste leeftijdscategorie. Voor zowel de Polis als de EBB geldt dat de bijdrage van de oudste werknemers gering is. De toename van de onderschatting van het aantal flexibele werknemers volgens de EBB is toegenomen ten opzichte van 2017, eerste kwartaal, de overschatting volgens de Polis is juist afgenomen. Deze ontwikkelingen kunnen bij de Polis noch bij de EBB duidelijk aan een specifieke leeftijdscategorie worden toegerekend.
categorie | kwartaal | 15 tot 25 jaar | 25 tot 55 jaar | 55 tot 75 jaar |
---|---|---|---|---|
EBB | 4e kwartaal 2018 | -1,660 | -6,712 | -1,127 |
EBB | 1e kwartaal 2017 | -0,891 | -5,169 | -0,876 |
Polis | 4e kwartaal 2018 | 1,692 | 1,082 | 0,000 |
Polis | 1e kwartaal 2017 | 2,039 | 1,780 | 0,000 |
Schatting van de overgangskansen van een flexibel naar een vast contract
Een belangrijke indicator voor de arbeidsmarkt is de kans dat werknemers met een flexibel contract overgaan naar een baan met een vast contract. Het is ook bekend dat overgangskansen extra gevoelig zijn voor onnauwkeurigheden in de meting (Pavlopoulos en Vermunt, 2015). Voor 2017 en 2018 zijn deze overgangskansen geschat volgens het model, de EBB en de Polis. Het blijkt dat de EBB de overgangskansen veel hoger schat dan het model. De schatting van de Polis ligt in het algemeen dichter bij de schatting van het model.
categorie | 15 tot en met 24 jaar (%) | 25 tot en met 54 jaar (%) | 55 tot en met 74 jaar (%) |
---|---|---|---|
2018 | |||
EBB | 11,5 | 16,7 | 10,6 |
Polis | 3,8 | 5,8 | 4,1 |
model | 1,5 | 5,5 | 2,9 |
2017 | |||
EBB | 10,0 | 15,5 | 10,1 |
Polis | 3,9 | 6,6 | 4,3 |
model | 3,9 | 5,6 | 3,0 |