4. Discussie
De cijfers over het eerste en het vierde kwartaal van 2020 zijn behandeld alsof de face-to-facewaarneming volledig beschikbaar is. Daarbij is het wegvallen van deze waarnemingen in de laatste twee weken van maart en in de laatste twee weken van december genegeerd. In tweede kwartaal is er geen face-to-facewaarneming beschikbaar en in het derde kwartaal alleen in de maanden augustus en september. Voor deze kwartalen is er een correctie toegepast via het tijdreeksmodel. Deze correctie is gebaseerd op twee sterke aannames. Ten eerste wordt verondersteld dat de samenstelling van de internetrespons niet verandert tijdens de coronacrisis. Deze aanname is geëvalueerd via een responsanalyse en dit lijkt inderdaad het geval te zijn. De tweede veronderstelling is dat het verschil tussen de capi- en cawi-respons niet verandert door de coronacrisis. Deze modelveronderstelling kan niet worden geëvalueerd. De correcties voor het wegvallen van de face-to-facewaarneming is in de jaarcijfers verwerkt door in de weging van het jaarbestand een tabel op te nemen met de gecorrigeerde kwartaalcijfers van de acht onderzochte doelvariabelen, geschat via het tijdreeksmodel.
Een bijkomend voordeel van het tijdreeksmodel is dat de schattingen op basis van het model nauwkeuriger zijn dan de directe schattingen. Met name periode-op-periodeveranderingen kunnen veel nauwkeuriger worden geschat dankzij de positieve correlatie tussen de trendschattingen van de opeenvolgende perioden.
Voor een aantal variabelen lijkt de coronacrisis een sterk effect te hebben op de ontwikkeling. Om in het tijdreeksmodel rekening te houden met de plotselinge toename in de dynamiek van deze cijfers, is het noodzakelijk de trendcomponent van het model flexibeler te maken. Dit is gedaan door de variantie van de storingstermen van de trendcomponent gedurende de coronacrisis groter te maken. Het gevolg is dat de standaardfouten van de tijdreeksschattingen voor deze perioden groter worden.