Auteur: Karin Oosterlaken
Kwaliteitsrapport Statistiek Personen met een uitkering, juli 2021

6. Vergelijkbaarheid

6.1. Vergelijkbaarheid tussen landen

Het sociale stelsel van de verschillende landen wijkt te veel van elkaar af om de gegevens direct te kunnen vergelijken. Er zijn wel soortgelijke regelingen in de landen van de Europese Unie (EU) maar de voorwaarden voor bijvoorbeeld het verkrijgen van een bijstandsuitkering als ook de bedragen verschillen sterk.

6.2. Vergelijkbaarheid in de tijd/reeksbreuken

Vanaf het statistiekjaar 2013 is de vaststelling van het aantal personen met een uitkering gewijzigd. Vanaf dat jaar is er gebruik gemaakt van een nieuw transactieconcept. Hierdoor is er bij de WW-uitkering een trendbreuk ontstaan tussen 2012 en 2013 (zie tabel 1: Verschil berekening volgens oude en nieuwe transactieconcept van de werkloosheidswet). Zie voor meer info paragraaf 3.11.

Bijstandsuitkeringen 

Vanaf het statistiekjaar 2013 is de vaststelling van het aantal personen met een bijstandsuitkering gewijzigd. Vanaf dat jaar is er gebruik gemaakt van een nieuw transactieconcept. Deze cijfers zijn in zekere mate vergelijkbaar, omdat de bijstand altijd het karakter heeft gehad van een sociaal vangnet. Vanaf 2015 is de Participatiewet (PW) in werking getreden. Deze is opgenomen in de PW. In 1987 zijn er specifieke regelingen gekomen voor werknemers (IOAW), zelfstandigen (IOAZ, Bbz. Met ingang van 2012 is de WWIK opgeheven, wel is er nog een overgangsperiode geweest tot juli 2012. De WWIK is uit de tabellen gehaald en gearchiveerd in de tabel Tijdreeksen sociale zekerheid (zie 4.2).

Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen(WAO/WIA/Wajong/WAZ)

Vanaf het statistiekjaar 2013 is de vaststelling van het aantal personen met een  AO-uitkering gewijzigd. Vanaf dat jaar is er gebruik gemaakt van een nieuw transactieconcept. De verschillende arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn in de tijd goed vergelijkbaar. 

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is per 29 december 2005 vervangen door de WIA, maar blijft bestaan voor personen die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden.

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) is met ingang van 1 augustus 2004 stopgezet. Vanaf 1 augustus 2004 kunnen zelfstandigen, die op of na die datum ziek werden, geen aanspraak meer maken op een uitkering in het kader van de WAZ. Voor de personen die al een WAZ-uitkering hadden, verandert er niets.

Werkloosheidsuitkeringen (WW)

Vanaf 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de uitkering in stappen worden teruggebracht van 38 naar 24 maanden. 

Vanaf het statistiekjaar 2013 is de vaststelling van het aantal personen met een - WW-uitkering gewijzigd. Vanaf dat jaar is er gebruik gemaakt van een nieuw transactieconcept. Hierdoor is er een trendbreuk ontstaan tussen 2012 en 2013 (zie 3.11, Tabel 1 Verschil berekening volgens oude en nieuwe transactieconcept van de werkloosheidswet).

De cijfers zijn in de periode 2007 tot heden in zekere mate vergelijkbaar. Wel dient rekening gehouden te worden met de aanpassing van de AOW-leeftijd die in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. De AOW-leeftijd is daarbij de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2024 als volgt:

  • Tot 2013: 65 jaar
  • 2013: 65 jaar en 1 maand
  • 2014: 65 jaar en 2 maanden
  • 2015: 65 jaar en 3 maanden
  • 2016: 65 jaar en 6 maanden
  • 2017: 65 jaar en 9 maanden
  • 2018: 66 jaar 
  • 2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
  • 2022: 66 jaar en 7 maanden
  • 2023: 66 jaar en 10 maanden
  • 2024: 67 jaar. 

Na 2024  zal de AOW-leeftijd  niet met 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar met acht maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.