1. Managementsamenvatting
Aanleiding en ambitie
Sinds de decentralisatie in het sociaal domein is de gemeente Eindhoven onder andere verantwoordelijk voor de jeugdzorg (jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering). Vanwege de toenemende zorgkosten heeft de gemeente een transformatieagenda ontwikkeld als onderdeel van het coalitieakkoord. Het doel hiervan is ‘betere zorg verlenen tegen lagere kosten’. In dat kader heeft de gemeente behoefte aan meer inzicht in de (mogelijke) gebruikers van jeugdzorg. Belangrijk is een goede balans tussen preventie en hulp zodat de beschikbare instrumenten zo effectief mogelijk ingezet kunnen worden.Binnen de jeugdzorg is preventie belangrijk. Allereerst omdat daarmee veel leed voorkomen kan worden. Daarnaast kan preventie leiden tot een kostenbesparing; als er door een succesvolle preventieve maatregel minder jeugdigen instromen in een jeugdhulptraject, spaar je daarmee de kosten van die trajecten uit. Om deze ambities te realiseren heeft de gemeente Eindhoven meer inzicht nodig over jeugdigen met een verhoogd risico om in te stromen naar de jeugdhulp, nog voordat ze daadwerkelijk instromen.
Het onderzoek
Hiertoe heeft het CBS/UDC Eindhoven1) middels een classificatieboom-algoritme de patronen van instroom naar jeugdhulp in Eindhoven geanalyseerd. Dit algoritme bekijkt alle vooraf bepaalde achtergrondkenmerken van jeugdigen en hun ouders, en berekent welk kenmerk het beste groepen met veel of juist weinig instromers onderscheidt.Het resultaat is een achttal hoog-instroomprofielen en vier laag-instroomprofielen.
Het resultaat
De hoge en lage instroomprofielen geven inzicht in de factoren die van invloed zijn op het wel of niet instromen in de jeugdhulp. Zo blijken bijvoorbeeld factoren als de afwezigheid van de juridische ouders, een mogelijk GGZ-traject van de ouders en slachtofferschap van de jeugdige (naast andere indicatoren) belangrijke indicatoren te zijn voor een hoog instroomrisico. Aan de andere kant zijn de aanwezigheid van beide juridische ouders, het opleidingsniveau van de ouders en het huishoudinkomen belangrijke voorspellers voor een laag instroomrisico van de jongere.De verschillende profielen worden in dit rapport uitgebreid beschreven en zijn op buurtniveau in kaart gebracht.
Het vervolg
Met voorliggend onderzoek krijgt de gemeente Eindhoven voornamelijk meer inzicht in de mogelijke gebruikers van de jeugdzorg. Omdat het op buurtniveau in kaart gebracht is, kan dit helpen bij het buurtgericht inzetten van preventieve maatregelen.De resultaten van dit onderzoek hebben veel interessante vragen opgeroepen. Zo zou er nog verdiepingsonderzoek op bepaalde indicatoren kunnen plaatsvinden (waarom is de aanwezigheid van de ouders zo belangrijk?) of zouden preventieve maatregelen of de effectiviteit van jeugdhulptrajecten onderzocht kunnen worden (hebben bepaalde jeugdigen meer baat bij bepaalde preventieve maatregelen?). Tot slot lijkt het interessant om het onderzoek uit te breiden met gemeentelijke data en waar mogelijk de ‘zachte’ kant van het verhaal te belichten.