De goederenstromen van de provincies in 2015-2022
Over deze publicatie
Dit artikel beschrijft de verschillende goederenstromen en het gebruik en aanbod van goederen in de provincies. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de stromen in-, uit-, wederuit- en doorvoer en twee intraregionale stromen. De omvang van de goederenstromen wordt beschreven in brutogewicht en in waarde, waarbij ook de regionale verschillen in goederensamenstelling aan bod komen. In de beschrijving wordt aandacht gegeven aan de goederenstromen in 2022 en hoe zich die hebben ontwikkeld tussen 2015 en 2022. Deze publicatie is gebaseerd op provinciale goederenstromenschattingen die mede tot stand zijn gekomen met financiering van de provincies Noord-Holland, Limburg en Utrecht.
1. Inleiding
Het CBS heeft door het combineren van verschillende databronnen schattingen kunnen maken van de verschillende goederenstromen en het gebruik en aanbod van goederen in de provincies. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de stromen in-, uit-, wederuit- en doorvoer en twee intraregionale stromen, namelijk de stroom van een productie- naar een consumptielocatie in dezelfde provincie en distributie. Van de invoer van elke provincie is bepaald of deze uit een andere provincie of het buitenland komt en van de uitvoer of deze naar een andere provincie of het buitenland gaat. Verder worden in dit artikel acht goederengroepen onderscheiden.
In hoofdstuk 2 worden de goederenstromen van de provincies met elkaar vergeleken. De vergelijking omvat zowel het brutogewicht als de waarde van de goederen.
Hoofdstukken 3 en 4 beschrijven achtereenvolgens het gebruik en het aanbod van goederen in de provincies. Daarbij wordt aandacht besteed aan de herkomst van de goederen en de goederensamenstelling.
Hoofdstuk 5 gaat in op de ontwikkeling van het gebruik en het aanbod van goederen in de provincies tussen 2015 en 2022. Hoofdstuk 6 sluit af met de conclusie.
De technische toelichting bevat een beschrijving van de methode waarmee de goederenstromen en het gebruik en aanbod van goederen zijn bepaald.
Deze publicatie is gebaseerd op provinciale goederenstromenschattingen die mede tot stand zijn gekomen met financiering van de provincies Noord-Holland, Limburg en Utrecht.
2. Omvang van de provinciale goederenstromen
In 2022 kwam er 641 miljard kilogram aan goederen Nederland binnen (CBS, 2023a). Ruim een derde deel hiervan was voor gebruik in Nederland, de rest werd weer doorgezet naar het buitenland. Tegelijkertijd verliet 558 miljard kilogram aan goederen Nederland. Hiervan was bijna 30 procent uitvoer van Nederlands product.
Deze grote hoeveelheden internationale goederen hebben zich naar, door of vanuit de Nederlandse provincies verplaatst. Daarnaast was er vervoer van goederen tussen en binnen de provincies. Dit hoofdstuk biedt een nadere blik op de omvang van de provinciale goederenstromen. De aandacht gaat daarbij uit naar de twee provincies met de grootste zeehavens en daardoor ook de grootste goederenstromen: Zuid-Holland en Noord-Holland. Daarna volgt een vergelijking tussen alle provincies, waarbij zowel het gewicht als de waarde van de goederenstromen worden belicht. Tot slot worden de verhoudingen tussen waarde en gewicht bekeken.
Driekwart aangevoerde goederen verlaat Zuid-Holland weer
In 2022 kwam er 425 miljard kilogram aan goederen de provincie Zuid-Holland binnen. Hiervan was ruim een kwart bedoeld voor gebruik in de provincie. De rest van de inkomende stroom was bestemd voor wederuitvoer of doorvoer. Tegelijk verliet 418 miljard kilogram aan goederen de provincie, waarvan 26 procent regionaal product. Binnen de provincie werd er 75 miljard kilogram vervoerd. Hiervan betrof 44 procent goederen die zowel werden geproduceerd als werden gebruikt in de provincie. De rest van de intraprovinciale stroom was distributie.
Van de gebruikte goederen in Zuid-Holland kwam 65 procent uit het buitenland, 12 procent uit andere provincies in Nederland en 22 procent uit Zuid-Holland zelf. De regionaal geproduceerde goederen gingen voor 48 procent naar het buitenland, voor 29 procent naar de rest van Nederland en voor 23 procent naar de eigen provincie.
Goederenstroom | Brutogewicht in mld kg |
---|---|
Invoer internationaal | 95 |
Invoer nationaal | 18 |
Aanbod eigen regio | 33 |
Distributie | 42 |
Uitvoer internationaal | 67 |
Uitvoer nationaal | 40 |
Wederuitvoer | 59 |
Doorvoer | 253 |
Kwart goederengebruik Noord-Holland uit eigen provincie
De provincie Noord-Holland kon in 2022 een totaalgewicht van 137 miljard kilogram aan goederen verwelkomen. Hiervan was 42 procent ten behoeve van gebruik in de provincie. Meer dan de helft van de inkomende stroom was wederuitvoer of doorvoer. In hetzelfde jaar verliet 121 miljard kilogram aan goederen de provincie, waarvan 34 procent uit regionale productie. Binnen de provincie werd er 44 miljard kilogram vervoerd. Bijna de helft hiervan werd zowel geproduceerd als gebruikt in de provincie. De rest van de intraprovinciale stroom was distributie.
Het merendeel van de gebruikte goederen in Noord-Holland kwam uit het buitenland (59 procent), meer dan een kwart kwam uit Noord-Holland zelf en de rest (15 procent) was afkomstig uit andere provincies in Nederland. De productie uit Noord-Holland ging voor 47 procent naar het buitenland, voor 34 procent naar de rest van Nederland en voor 19 procent naar de eigen provincie.
Goederenstroom | Brutogewicht in mld kg |
---|---|
Invoer internationaal | 46 |
Invoer nationaal | 11 |
Aanbod eigen regio | 21 |
Distributie | 23 |
Uitvoer internationaal | 30 |
Uitvoer nationaal | 12 |
Wederuitvoer | 21 |
Doorvoer | 59 |
Voor Noord-Holland is het aandeel van door- en wederuitvoer (66 procent) in de totale uitgaande goederenstroom van de provincie in 2022 duidelijk kleiner dan voor Zuid-Holland (74 procent). De aandelen van de buitenlandse goederen in het gebruik en aanbod laten zien dat Zuid-Holland iets meer internationaal georiënteerd is dan Noord-Holland. Dat betreft dan het totale goederenpakket. Per goederengroep kan dat anders zijn. Een ander verschil is dat in Noord-Holland een geschatte 27 procent van het goederengebruik uit de eigen provincie komt. In Zuid-Holland is dat minder: 22 procent.
Goederenstromen het grootst in Zuid-Holland
Zuid-Holland is elk jaar de provincie met de grootste goederenstromen, ook in 2022. De nummer twee in dat jaar was Noord-Holland, gevolgd door Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. De omvang van de goederenstromen was het kleinst in Flevoland.
Vooral de grote doorvoer in Zuid-Holland valt op: in 2022 was deze viermaal zo groot als in Noord-Holland en zelfs 27 keer zo groot als in Drenthe. Deze grote doorvoer is gerelateerd aan de haven van Rotterdam, de grootste haven van Nederland en eveneens de grootste van Europa. Via deze haven wordt een grote hoeveelheid goederen doorgevoerd naar andere provincies en andere Europese landen. Echter, relatief gezien heeft Zeeland de grootste doorvoer: twee derde van de goederen die Zeeland in 2022 verlieten betrof doorvoer. Dit is gerelateerd aan de havens in Vlissingen en Terneuzen.
Ook de wederuitvoer was omvangrijk in Zuid-Holland, bijna drie keer zo groot als de wederuitvoer van Noord-Holland, die op zijn beurt weer het dubbele was van de wederuitvoer van Noord-Brabant. Evenals de doorvoer is wederuitvoer sterk gerelateerd aan de haven van Rotterdam.
Provincie | Invoer voor regionaal gebruik (mld kg) | Intraregionaal (mld kg) | Uitvoer van regionaal product (mld kg) | Wederuitvoer (mld kg) | Doorvoer (mld kg) |
---|---|---|---|---|---|
Zuid-Holland | 113 | 75 | 107 | 59 | 253 |
Noord-Holland | 57 | 44 | 41 | 21 | 59 |
Noord-Brabant | 42 | 64 | 24 | 10 | 50 |
Gelderland | 30 | 33 | 22 | 6 | 29 |
Limburg | 21 | 27 | 18 | 6 | 24 |
Zeeland | 20 | 10 | 16 | 2 | 38 |
Overijssel | 18 | 20 | 13 | 5 | 17 |
Groningen | 18 | 12 | 7 | 8 | 13 |
Utrecht | 19 | 10 | 12 | 3 | 10 |
Fryslân | 9 | 13 | 6 | 1 | 11 |
Drenthe | 7 | 7 | 5 | 1 | 9 |
Flevoland | 5 | 6 | 6 | 2 | 9 |
Het gewicht van uitvoer van regionaal product in Zuid-Holland was bijna driemaal zo groot als die in Noord-Holland, die weer bijna het dubbele was van de uitvoer van regionaal product van Noord-Brabant. De invoer voor regionaal gebruik was in Zuid-Holland dubbel zo groot als in Noord-Holland. De invoer voor regionaal gebruik in Noord-Holland was 36 procent groter dan die in Noord-Brabant.
De omvang van de goederenstromen was in 2022 het kleinst in de provincies Flevoland, Drenthe en Fryslân.
Grootste goederenwaarde in doorvoer Zuid-Holland
Een vergelijking van de waarde van de vervoerde goederen in de provincies (zie figuur 2.4) laat zien dat ook wat betreft de waarde van de goederenstromen Zuid-Holland de boventoon voert. Zo is de waarde van de doorvoer door Zuid-Holland bijna vier keer zo groot als die door Noord-Holland. De waarde van de wederuitvoer van Zuid-Holland is ruim 70 procent groter dan die van zijn noordelijke buurprovincie. De uitvoer van regionaal product van Zuid-Holland is ruim 50 procent groter dan die van Noord-Holland, die op haar beurt een kwart groter is dan de waarde van de uitvoer van regionaal product in Noord-Brabant. De verschillen met de verhoudingen tussen de provincies voor wat betreft het gewicht van de goederenstromen zijn te verklaren door verschillen in de goederensamenstelling.
Provincie | Invoer voor regionaal gebruik (mld euro) | Intraregionaal (mld euro) | Uitvoer van regionaal product (mld euro) | Wederuitvoer (mld euro) | Doorvoer (mld euro) |
---|---|---|---|---|---|
Zuid-Holland | 125 | 333 | 117 | 99 | 700 |
Noord-Holland | 77 | 128 | 77 | 58 | 198 |
Noord-Brabant | 59 | 179 | 61 | 51 | 185 |
Gelderland | 38 | 94 | 38 | 20 | 139 |
Limburg | 30 | 86 | 30 | 25 | 85 |
Zeeland | 15 | 23 | 16 | 5 | 62 |
Overijssel | 27 | 53 | 29 | 16 | 69 |
Groningen | 16 | 28 | 13 | 11 | 30 |
Utrecht | 29 | 43 | 23 | 12 | 82 |
Fryslân | 12 | 33 | 10 | 4 | 33 |
Drenthe | 9 | 12 | 11 | 4 | 32 |
Flevoland | 11 | 15 | 10 | 8 | 28 |
Waarde per kilogram het grootst in Utrecht
Opvallend is dat de intraregionale stromen een relatief grote waarde hebben vergeleken met het brutogewicht. Figuur 2.3 laat zien dat de intraregionale stromen in gewicht voor zeven provincies groter zijn dan zowel de invoer voor regionaal gebruik als de uitvoer van regionaal product. Figuur 2.4 toont dat dit in waarde uitgedrukt voor alle twaalf provincies het geval is. De intraregionale stromen hebben dan ook een relatief hoge waarde per kilogram, de waarde-gewichtverhouding. Dat geldt ook voor de doorvoer: zie figuur 2.5.
In 2022 bedroeg de gemiddelde waarde-gewichtverhouding voor de intraregioniale stromen 3,21 euro per kilogram. De provinciale doorvoer had gemiddeld een iets lagere waarde per kilogram: 3,14 euro. Daarna volgen de wederuitvoer met 2,52 euro per kilogram en de uitvoer van regionaal product met 1,57 euro per kilogram. Van de vijf beschouwde stromen heeft de invoer voor regionaal gebruik de laagste waarde-gewichtverhouding: 1,25 euro per kilogram. De verschillen in waarde-gewichtratio tussen de stromen hangen samen met verschillen in goederensamenstelling. Het intraregionaal vervoer bevat relatief veel machines en apparaten, producten met een hoge gemiddelde waarde per kilogram. Bovendien hebben de machines en apparaten in de intraregionale stroom ook nog eens een hogere gemiddelde waarde-gewichtverhouding dan in de andere stromen.
Over alle vijf goederenstromen bekeken heeft de provincie Utrecht de hoogste waarde-gewichtverhouding: 3,46 euro per kilogram. Dit komt met name door een relatief groot aandeel van de goederengroep machines en apparaten. Utrecht wordt gevolgd door Noord-Brabant en Gelderland met achtereenvolgens 2,81 en 2,73 euro per kilogram. De kleinste waarde per kilogram is te vinden bij de provincies Zeeland (1,42 euro), Groningen (1,66) en Zuid-Holland (2,27). De laatstgenoemde drie provincies herbergen niet toevallig drie van de vier grootste zeehavens van Nederland. Deze zeehavens verwerken een groot deel van de relatief laagwaardige stromen van ruwe grondstoffen en fossiele brandstoffen.
Provincie | Invoer voor regionaal gebruik (euro/kg) | Intraregionaal (euro/kg) | Uitvoer van regionaal product (euro/kg) | Wederuitvoer (euro/kg) | Doorvoer (euro/kg) |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 1,2 | 3,2 | 1,6 | 2,5 | 3,1 |
Zuid-Holland | 1,1 | 4,5 | 1,1 | 1,7 | 2,8 |
Noord-Holland | 1,3 | 2,9 | 1,9 | 2,8 | 3,4 |
Noord-Brabant | 1,4 | 2,8 | 2,6 | 5,1 | 3,7 |
Gelderland | 1,2 | 2,8 | 1,7 | 3,3 | 4,8 |
Limburg | 1,4 | 3,2 | 1,7 | 4,3 | 3,5 |
Zeeland | 0,7 | 2,3 | 1,0 | 2,2 | 1,7 |
Overijssel | 1,5 | 2,7 | 2,2 | 3,0 | 4,0 |
Groningen | 0,9 | 2,3 | 1,9 | 1,3 | 2,3 |
Utrecht | 1,6 | 4,2 | 1,9 | 4,7 | 7,8 |
Fryslân | 1,4 | 2,6 | 1,7 | 3,1 | 3,0 |
Drenthe | 1,4 | 1,8 | 2,1 | 2,7 | 3,5 |
Flevoland | 2,0 | 2,6 | 1,8 | 5,2 | 3,0 |
3. Gebruik van goederen in de provincies
In 2022 werd er naar schatting 146 miljard kilogram aan goederen gebruikt in de provincie Zuid-Holland. Daarmee was Zuid-Holland de provincie met het grootste gebruik van goederen, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant (zie figuur 3.1). Het kleinst was het goederengebruik in Flevoland, Drenthe en Fryslân. Met 168 miljard euro is ook de waarde van het goederengebruik het grootst in Zuid-Holland, en ook qua waarde komt Noord-Holland op de tweede plaats. De omvang van het goederengebruik wordt vooral bepaald door de mate van bedrijvigheid, het aantal inwoners en de aanwezigheid van overheidsinstellingen in de provincies, bijvoorbeeld ministeries.
In de rest van dit hoofdstuk worden de herkomst en de goederensamenstelling van het gebruik beschreven.
Provincie | Brutogewicht (in kilogram) (mld) | Waarde (in euro) (mld) |
---|---|---|
Zuid-Holland | 146 | 168 |
Noord-Holland | 78 | 108 |
Noord-Brabant | 73 | 94 |
Gelderland | 47 | 55 |
Limburg | 36 | 44 |
Overijssel | 26 | 37 |
Utrecht | 25 | 37 |
Zeeland | 24 | 20 |
Groningen | 24 | 22 |
Fryslân | 13 | 18 |
Drenthe | 9 | 12 |
Flevoland | 7 | 13 |
Bijna helft gebruikte goederen uit buitenland
In 2022 kwam 46 procent van het gebruikte goederengewicht in Nederland uit het buitenland (zie figuur 3.2). De internationale oriëntatie van het goederengebruik was in dat jaar het grootst voor de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland. Naar schatting had 65 procent van de gebruikte goederen in Zuid-Holland een herkomst in het buitenland. Voor Noord-Holland was dat 59 procent. Het aandeel buitenlandse goederen in het gebruik was met ongeveer een kwart het kleinst voor de provincies Fryslân en Utrecht. Wordt de waarde van de gebruikte goederen bekeken, dan hebben Zuid-Holland (67 procent) en Flevoland (59 procent) de grootste aandelen van internationale goederen en Fryslân en Drenthe de kleinste aandelen. Het aandeel van de goederen dat uit het buitenland komt hangt sterk samen met de goederensamenstelling van het gebruik per provincie.
Provincie | Brutogewicht (%) | Waarde (%) |
---|---|---|
Nederland | 46 | 51 |
Zuid-Holland | 65 | 67 |
Noord-Holland | 59 | 57 |
Groningen | 58 | 52 |
Flevoland | 48 | 59 |
Zeeland | 45 | 39 |
Overijssel | 34 | 43 |
Noord-Brabant | 31 | 45 |
Drenthe | 30 | 30 |
Limburg | 30 | 46 |
Gelderland | 27 | 36 |
Utrecht | 26 | 37 |
Fryslân | 25 | 26 |
Fossiele brandstoffen meer dan helft goederengebruik Zeeland
Bijna 30 procent van het gewicht van het goederengebruik in Nederland in 2022 bestond uit fossiele brandstoffen (figuur 3.3). Daarnaast hadden ertsen, ruwe mineralen, minerale producten (19 procent), voedingsproducten en genotmiddelen (16 procent), en chemische producten, kunststoffen en rubber (12 procent) een groot aandeel in het gebruikte goederengewicht.
Bekeken per provincie laat figuur 3.3 zien dat het aandeel van de fossiele brandstoffen in het gebruik erg groot is voor Zeeland, Zuid-Holland en Groningen. In Zeeland en Zuid-Holland betreft het meer dan de helft van het gebruikte gewicht, in Groningen 43 procent. Deze grote aandelen hangen ondermeer samen met de aanwezigheid van olieraffinaderijen in Rotterdam en Vlissingen, en kolencentrales op de Maasvlakte bij Rotterdam en in Eemshaven.
Ertsen, ruwe mineralen en minerale producten vormen voor het merendeel van de provincies meer dan een vijfde van het gebruik. Voor de voedingsproducten ligt dit aandeel tussen de 17 en 32 procent, behalve voor Zuid-Holland, Zeeland en Groningen waar het aandeel lager is. Chemische producten, kunststoffen en rubber hebben een relatief groot aandeel in Flevoland, Limburg, Noord-Brabant en Drenthe. Voor landbouwproducten zijn het de provincies Gelderland, Overijssel, Fryslân en Noord-Brabant die de grootste aandelen van deze producten in het gebruik hebben.
Provincie | Landbouw,-, bosbouw- en visserijproducten (%) | Voedingsproducten en genotmiddelen (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen, ruwe mineralen, minerale producten (%) | Chemische producten, kunststoffen, rubber (%) | Basismetalen en metaalproducten (%) | Machines, apparaten en transportmiddelen (%) | Overige goederen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederland | 9 | 16 | 29 | 19 | 12 | 3 | 2 | 9 |
Groningen | 7 | 12 | 43 | 14 | 11 | 3 | 1 | 11 |
Fryslân | 11 | 32 | 6 | 24 | 7 | 3 | 2 | 14 |
Drenthe | 9 | 26 | 13 | 20 | 15 | 4 | 2 | 12 |
Overijssel | 11 | 25 | 21 | 16 | 10 | 6 | 2 | 9 |
Flevoland | 8 | 20 | 14 | 20 | 20 | 3 | 4 | 10 |
Gelderland | 21 | 21 | 10 | 23 | 7 | 3 | 2 | 12 |
Utrecht | 10 | 26 | 13 | 27 | 8 | 3 | 3 | 11 |
Noord-Holland | 7 | 18 | 21 | 24 | 14 | 3 | 3 | 10 |
Zuid-Holland | 6 | 9 | 51 | 14 | 10 | 3 | 1 | 6 |
Zeeland | 5 | 7 | 55 | 13 | 12 | 2 | 1 | 6 |
Noord-Brabant | 11 | 17 | 18 | 20 | 15 | 4 | 4 | 10 |
Limburg | 5 | 23 | 15 | 23 | 20 | 4 | 3 | 8 |
In waarde werd in 2022 het hoogste aandeel vertegenwoordigd door machines, apparaten en transportmiddelen, met een vijfde deel van de waarde van het goederengebruik in Nederland (figuur 3.4). Daarna volgen de fossiele brandstoffen, voedingsproducten en genotmiddelen en chemische producten, kunststoffen en rubber.
Het aandeel van machines, apparaten en transportmiddelen in de waarde van het gebruik van goederen is het grootst voor Flevoland (35 procent), Limburg en Noord-Holland (beide 28 procent). De voedingsproducten hebben een relatief groot aandeel in Fryslân, de chemische producten, kunststoffen en rubber in de provincie Limburg. Bij de fossiele brandstoffen zijn het de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Groningen die opvallen met een aandeel van meer dan een derde van deze goederengroep.
Provincie | Landbouw,-, bosbouw- en visserijproducten (%) | Voedingsproducten en genotmiddelen (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen, ruwe mineralen, minerale producten (%) | Chemische producten, kunststoffen, rubber (%) | Basismetalen en metaalproducten (%) | Machines, apparaten en transportmiddelen (%) | Overige goederen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederland | 6 | 17 | 19 | 3 | 16 | 6 | 20 | 13 |
Groningen | 5 | 18 | 34 | 2 | 13 | 6 | 8 | 14 |
Fryslân | 9 | 31 | 5 | 3 | 12 | 5 | 18 | 16 |
Drenthe | 7 | 24 | 11 | 3 | 19 | 6 | 15 | 16 |
Overijssel | 7 | 21 | 13 | 2 | 18 | 8 | 16 | 15 |
Flevoland | 5 | 16 | 8 | 5 | 15 | 4 | 35 | 12 |
Gelderland | 13 | 24 | 8 | 3 | 13 | 7 | 15 | 18 |
Utrecht | 6 | 25 | 9 | 4 | 13 | 6 | 19 | 18 |
Noord-Holland | 5 | 17 | 12 | 3 | 14 | 6 | 28 | 15 |
Zuid-Holland | 6 | 12 | 35 | 2 | 16 | 4 | 15 | 10 |
Zeeland | 6 | 10 | 39 | 3 | 21 | 3 | 8 | 9 |
Noord-Brabant | 7 | 15 | 11 | 2 | 20 | 8 | 23 | 14 |
Limburg | 4 | 13 | 10 | 3 | 25 | 6 | 28 | 12 |
4. Aanbod van goederen in de provincies
Het aanbod van goederen was in 2022 met 140 miljard kilogram het grootst in de provincie Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. Het goederenaanbod was het kleinst in Flevoland, Drenthe en Fryslân. De geschatte waarde van het goederenaanbod in Zuid-Holland bedroeg 159 miljard euro, in Noord-Holland werd er voor 108 miljard euro aan goederen voortgebracht. De omvang van het aanbod van goederen hangt samen met de aanwezigheid van grondstoffen, land- en tuinbouwgronden en industriële activiteiten in de regio.
In de rest van dit hoofdstuk worden de bestemming en de goederensamenstelling van het aanbod beschreven.
Provincie | Brutogewicht (in kilogram) (mld) | Waarde (in euro) (mld) |
---|---|---|
Zuid-Holland | 140 | 159 |
Noord-Holland | 62 | 108 |
Noord-Brabant | 55 | 97 |
Gelderland | 38 | 54 |
Limburg | 32 | 44 |
Overijssel | 21 | 38 |
Zeeland | 20 | 21 |
Utrecht | 18 | 30 |
Groningen | 13 | 19 |
Fryslân | 11 | 16 |
Drenthe | 8 | 14 |
Flevoland | 7 | 12 |
Meer dan helft van goederenaanbod Flevoland naar buitenland
In 2022 ging meer dan een derde van het gewicht van het goederenaanbod in Nederland naar het buitenland (zie figuur 4.2). De provincies Flevoland, Zuid-Holland en Noord-Holland waren in dat jaar het meest internationaal georiënteerd wat betreft het aanbod van goederen. Meer dan de helft van de aangeboden goederen in Flevoland had een bestemming in het buitenland. Deze internationale uitvoer bestond voor twee derde uit land- en tuinbouwproducten, voedingsproducten en ruwe mineralen als zand, zout, grind en klei. Voor Zuid-Holland ging iets minder dan de helft van het aanbod naar het buitenland. Het aandeel goederen voor het buitenland was het kleinst voor de provincies Fryslân en Utrecht.
Van de waarde van het goederenaanbod ging de helft naar het buitenland. Flevoland, Zuid-Holland en Noord-Holland hebben ook wat betreft de goederenwaarde het grootste aandeel goederen bestemd voor het buitenland: rond 60 procent. Fryslân en Drenthe hadden de kleinste aandelen. Het aandeel van de goederen dat naar het buitenland gaat hangt sterk samen met de goederensamenstelling van het aanbod per provincie.
Provincie | Brutogewicht (%) | Waarde (%) |
---|---|---|
Nederland | 37 | 50 |
Flevoland | 53 | 62 |
Zuid-Holland | 48 | 60 |
Noord-Holland | 47 | 62 |
Groningen | 34 | 35 |
Zeeland | 29 | 38 |
Noord-Brabant | 28 | 49 |
Overijssel | 27 | 42 |
Drenthe | 25 | 31 |
Gelderland | 25 | 37 |
Limburg | 24 | 45 |
Utrecht | 22 | 35 |
Fryslân | 21 | 26 |
Fossiele brandstoffen meer dan helft aanbod Zuid-Holland
Een kwart van het gewicht van het goederenaanbod in Nederland in 2022 betrof fossiele brandstoffen (figuur 4.3). Daarnaast hadden voedingsproducten en genotmiddelen (19 procent), ertsen, ruwe mineralen, minerale producten (18 procent) en chemische producten, kunststoffen en rubber (16 procent) een groot aandeel in het aangeboden goederengewicht in Nederland.
De aandelen van de verschillende goederengroepen in het totale aanbod van een provincie laten grote regionale verschillen zien. Het aandeel van de fossiele brandstoffen in het aanbod was in 2022 relatief groot voor Zuid-Holland, Zeeland, Noord-Holland en Groningen. In Zuid-Holland betrof het zelfs meer dan de helft van het geproduceerde gewicht, in Zeeland een derde. De voedingsproducten hadden het grootste aandeel in het aanbod (rond de 30 procent) in Utrecht, Fryslân, Drenthe en Overijssel. Ertsen, ruwe mineralen en minerale producten vormden een groot deel van het aangeboden gewicht in Limburg (34 procent) en Flevoland (30 procent). In Limburg komt dit onder andere door de grindwinning in de Maas. Chemische producten, kunststoffen en rubber hadden een relatief groot aandeel in de provincies Zeeland, Limburg en Noord-Brabant.
Provincie | Landbouw,-, bosbouw- en visserijproducten (%) | Voedingsproducten en genotmiddelen (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen, ruwe mineralen, minerale producten (%) | Chemische producten, kunststoffen, rubber (%) | Basismetalen en metaalproducten (%) | Machines, apparaten en transportmiddelen (%) | Overige goederen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederland | 8 | 19 | 25 | 18 | 16 | 4 | 2 | 10 |
Groningen | 4 | 17 | 22 | 21 | 16 | 4 | 2 | 14 |
Fryslân | 11 | 30 | 7 | 23 | 10 | 4 | 2 | 13 |
Drenthe | 12 | 29 | 10 | 18 | 13 | 5 | 3 | 11 |
Overijssel | 10 | 29 | 6 | 19 | 15 | 4 | 2 | 15 |
Flevoland | 23 | 19 | 3 | 30 | 9 | 6 | 3 | 7 |
Gelderland | 16 | 24 | 3 | 25 | 11 | 5 | 2 | 16 |
Utrecht | 10 | 31 | 4 | 25 | 11 | 3 | 2 | 14 |
Noord-Holland | 5 | 22 | 26 | 16 | 11 | 7 | 2 | 11 |
Zuid-Holland | 4 | 12 | 51 | 10 | 14 | 1 | 1 | 6 |
Zeeland | 7 | 14 | 32 | 13 | 28 | 2 | 1 | 4 |
Noord-Brabant | 9 | 23 | 3 | 20 | 25 | 4 | 4 | 12 |
Limburg | 8 | 9 | 3 | 34 | 30 | 5 | 2 | 9 |
In waarde hadden de goederengroep voedingsproducten en genotmiddelen en de groep chemische producten, kunststoffen en rubber het hoogste aandeel in het goederenaanbod in Nederland in 2022, beide met een aandeel van 20 procent (figuur 4.4). De machines, apparaten en transportmiddelen hadden een iets kleiner aandeel, gevolgd door de fossiele brandstoffen.
De voedingsproducten hebben een relatief groot aandeel in de waarde van het goederenaanbod in Fryslân (35 procent), Utrecht, Gelderland en Drenthe (alle drie 30 procent). Het aandeel van machines, apparaten en transportmiddelen is het grootst voor Noord-Brabant en Flevoland. Bij de chemische producten, kunststoffen en rubber vallen de provincies Limburg en Zeeland op met een aandeel van meer dan een derde voor deze goederengroep. De fossiele brandstoffen hebben een groot aandeel in Zuid-Holland (een derde), Groningen, Noord-Holland en Zeeland (alle drie rond de 20 procent). Voor de overige provincies is dit aandeel 8 procent of minder.
Provincie | Landbouw,-, bosbouw- en visserijproducten (%) | Voedingsproducten en genotmiddelen (%) | Fossiele brandstoffen (%) | Ertsen, ruwe mineralen, minerale producten (%) | Chemische producten, kunststoffen, rubber (%) | Basismetalen en metaalproducten (%) | Machines, apparaten en transportmiddelen (%) | Overige goederen (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederland | 7 | 20 | 15 | 2 | 20 | 5 | 18 | 12 |
Groningen | 5 | 17 | 22 | 3 | 20 | 5 | 13 | 14 |
Fryslân | 11 | 35 | 6 | 3 | 11 | 6 | 15 | 14 |
Drenthe | 12 | 30 | 8 | 4 | 15 | 5 | 17 | 10 |
Overijssel | 8 | 25 | 5 | 2 | 22 | 5 | 14 | 18 |
Flevoland | 15 | 22 | 2 | 1 | 17 | 6 | 29 | 7 |
Gelderland | 10 | 30 | 3 | 4 | 13 | 6 | 16 | 18 |
Utrecht | 8 | 30 | 3 | 4 | 15 | 4 | 18 | 19 |
Noord-Holland | 5 | 19 | 19 | 2 | 15 | 7 | 19 | 13 |
Zuid-Holland | 6 | 15 | 34 | 1 | 19 | 3 | 13 | 9 |
Zeeland | 8 | 17 | 18 | 1 | 34 | 4 | 13 | 6 |
Noord-Brabant | 6 | 20 | 2 | 2 | 21 | 5 | 31 | 14 |
Limburg | 7 | 16 | 3 | 4 | 36 | 8 | 18 | 8 |
5. Ontwikkeling van gebruik en aanbod per provincie
Tussen 2015 en 2022 groeide het brutogewicht van het gebruik van goederen in Nederland met 2 procent. In dezelfde periode bleef het goederenaanbod stabiel. Gebruik en aanbod zijn nog niet terug op het niveau van vóór de COVID-19-pandemie. Het gebruik en het aanbod van goederen zijn beide 4 procent lager dan in 2019. Er zijn duidelijke verschillen in de ontwikkeling tussen provincies en goederengroepen. Dit hoofdstuk gaat nader in op die verschillen.
In alle provincies, behalve in Zuid-Holland, Drenthe en Noord-Holland, is er sprake van groei van het gebruik van goederen tussen 2015 en 2022 (figuur 5.1). Procentueel was de groei van het goederengebruik in deze periode het grootst in Zeeland (28 procent), Fryslân (27 procent) en Groningen (17 procent). In Zeeland droegen de fossiele brandstoffen en chemische producten het meest bij aan de groei, in Fryslân waren dat de ruwe mineralen en voedingsproducten.
Het goederengebruik kromp met 12 procent in Zuid-Holland, met 6 procent in Drenthe en met 1 procent in Noord-Holland. De krimp in Zuid-Holland komt vooral door een afname van het gebruik van fossiele brandstoffen en in mindere mate door dalingen bij de voedingsproducten en de land- en tuinbouwproducten. In Drenthe wordt de afname van het gebruik vooral bepaald door de ontwikkelingen bij de voedingsproducten, fossiele brandstoffen en chemische producten.
Provincie | Gebruik (%-verandering t.o.v. 2015) | Aanbod (%-verandering t.o.v. 2015) |
---|---|---|
Nederland | 2 | 0 |
Groningen | 17 | -54 |
Fryslân | 27 | -6 |
Drenthe | -6 | -5 |
Overijssel | 5 | 13 |
Flevoland | 13 | -10 |
Gelderland | 5 | 18 |
Utrecht | 11 | 19 |
Noord-Holland | -1 | 7 |
Zuid-Holland | -12 | -9 |
Zeeland | 28 | 51 |
Noord-Brabant | 13 | 19 |
Limburg | 4 | -6 |
In de helft van de provincies steeg het aanbod van goederen tussen 2015 en 2022. De procentuele stijging was het grootst in Zeeland (51 procent), Noord-Brabant en Utrecht (beide 19 procent). De toename van het aanbod in Zeeland was voor het grootste deel te danken aan de groei bij aardolieproducten, chemische producten en ruwe mineralen. Ook de provincies Gelderland, Overijssel en Noord-Holland kenden groei van het aanbod in 2015-2022.
Krimp van het aanbod van goederen was er in de drie noordelijke provincies, Flevoland, Zuid-Holland en Limburg. De provincie Groningen kende een opvallend grote krimp van het aanbod. Die krimp komt bijna volledig op het conto van de fossiele brandstoffen en is gerelateerd aan de teruglopende winning van aardgas.
In absolute zin was de groei van het goederengebruik tussen 2015 en 2022 het grootst in de zuidelijke provincies Noord-Brabant en Zeeland, met een toename van respectievelijk 8 en 5 miljard kilogram (zie figuur 5.2). De krimp in het gebruik was het grootst in Zuid-Holland: daar was de afname 19 miljard kilogram.
De grootste absolute toename van het aanbod van goederen had plaats in Noord-Brabant en Zeeland, terwijl Groningen en Zuid-Holland de grootste absolute afname van het goederenaanbod kenden. De toename in Noord-Brabant kwam vooral voor rekening van ruwe mineralen en chemische producten.
Provincie | Gebruik (verandering t.o.v. 2015, mld kg) | Aanbod (verandering t.o.v. 2015, mld kg) |
---|---|---|
Groningen | 4 | -15 |
Fryslân | 3 | -1 |
Drenthe | -1 | 0 |
Overijssel | 1 | 2 |
Flevoland | 1 | -1 |
Gelderland | 2 | 6 |
Utrecht | 2 | 3 |
Noord-Holland | -1 | 4 |
Zuid-Holland | -19 | -14 |
Zeeland | 5 | 7 |
Noord-Brabant | 8 | 9 |
Limburg | 1 | -2 |
Afname gebruik en aanbod van fossiele brandstoffen
Zowel het gebruik als het aanbod van fossiele brandstoffen in Nederland nam af tussen 2015 en 2022: het gebruik met 17 procent en het aanbod met 27 procent (figuur 5.3). Het gebruik en het aanbod van de voedingsproducten en genotsmiddelen bleven redelijk stabiel in diezelfde periode. De machines, apparaten en transportmiddelen kenden een toename van het gebruik met 5 procent en een afname van het aanbod met 15 procent. Bij de rest van de acht onderscheiden goederengroepen was er sprake van toename van het gebruik en het aanbod. Grootste stijging in het gebruik is te zien bij de overige goederen en de basismetalen en metaalproducten. Bij de overige goederen gaat het vooral om een toename in het gebruik van afval en secundaire grondstoffen en van hout- en kurkproducten, papier en pulp.
Goederengroep | Gebruik (%-verandering t.o.v. 2015) | Aanbod (%-verandering t.o.v. 2015) |
---|---|---|
Totaal | 2 | 0 |
Landbouw,-, bosbouw- en visserijproducten | 7 | 12 |
Voedingsproducten en genotmiddelen | -1 | 0 |
Fossiele brandstoffen | -17 | -27 |
Ertsen, ruwe mineralen, minerale producten | 9 | 20 |
Chemische producten, kunststoffen, rubber | 19 | 20 |
Basismetalen en metaalproducten | 35 | 15 |
Machines, apparaten en transportmiddelen | 5 | -15 |
Overige goederen | 45 | 26 |
De fossiele brandstoffen hebben een relatief grote invloed op het beeld van de ontwikkeling van het totale gebruik en het totale aanbod (zie figuren 5.1 en 5.4). Het totale gebruik van goederen in Nederland exclusief fossiele brandstoffen steeg met 12 procent tussen 2015 en 2022, terwijl het totale aanbod met 13 procent toenam. In alle provincies nam het gebruik exclusief fossiele brandstoffen toe in diezelfde periode, behalve voor Drenthe. Tegelijkertijd nam ook het aanbod exclusief fossiele brandstoffen toe in tien van de twaalf provincies. Alleen in Flevoland en Limburg was er sprake van een afname. Zonder fossiele brandstoffen nam het aanbod van goederen in de provincie Groningen toe met 9 procent in 2015-2022, terwijl het met fossiele brandstoffen halveerde. Door het weglaten van de fossiele brandstoffen wordt de daling van het aanbod in Zuid-Holland met 9 procent omgebogen in een stijging met 11 procent.
Provincie | Gebruik (%-verandering t.o.v. 2015) | Aanbod (%-verandering t.o.v. 2015) |
---|---|---|
Nederland | 12 | 13 |
Groningen | 33 | 9 |
Fryslân | 36 | 17 |
Drenthe | -3 | 6 |
Overijssel | 7 | 11 |
Flevoland | 15 | -10 |
Gelderland | 13 | 22 |
Utrecht | 14 | 20 |
Noord-Holland | 10 | 13 |
Zuid-Holland | 5 | 11 |
Zeeland | 33 | 39 |
Noord-Brabant | 15 | 21 |
Limburg | 9 | -6 |
6. Conclusie
Het CBS heeft door het combineren van verschillende databronnen schattingen kunnen maken van de verschillende goederenstromen en het gebruik en aanbod van goederen in de provincies. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen onder andere de in-, uit- en doorvoer, herkomst en bestemming in binnen- of buitenland en acht goederengroepen.
Zuid-Holland is elk jaar de provincie met de grootste goederenstromen, ook in 2022. De nummer twee in dat jaar was Noord-Holland, gevolgd door Noord-Brabant, Gelderland en Limburg. De omvang van de goederenstromen was het kleinst in Flevoland. Er kwam 425 miljard kilogram aan goederen de provincie Zuid-Holland binnen. Hiervan was ruim een kwart bedoeld voor gebruik in de provincie. De rest van de inkomende stroom was wederuitvoer of doorvoer. Tegelijk verliet 418 miljard kilogram aan goederen de provincie Zuid-Holland, waarvan 26 procent regionaal product.
De aanwezigheid van een grote haven en de ermee samenhangende omvang van de bedrijvigheid zijn sterk bepalend voor de goederenstromen en het gebruik en aanbod in een regio. Het gaat meestal samen met grote door- en wederuitvoerstromen, onder andere van fossiele brandstoffen en grondstoffen, een relatief groot gebruik of aanbod van fossiele brandstoffen en een sterke internationale oriëntatie. Daarnaast zijn de omvang van de bevolking en de aanwezigheid van overheidsinstellingen bepalende factoren voor de omvang en samenstelling van de provinciale goederenstromen.
Zuid-Holland was in 2022 de provincie met het grootste gebruik en het grootste aanbod van goederen, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. Het kleinst waren het goederengebruik en –aanbod in Flevoland, Drenthe en Fryslân. De internationale oriëntatie van het goederengebruik was het grootst voor de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland en het kleinst voor Fryslân en Utrecht. Naar schatting had 65 procent van de gebruikte goederen in Zuid-Holland een herkomst in het buitenland.
In alle provincies, behalve in Zuid-Holland, Drenthe en Noord-Holland, is er sprake van groei van het gebruik van goederen tussen 2015 en 2022. Procentueel was de groei van het goederengebruik in deze periode het grootst in Zeeland en Fryslân. In de helft van de provincies steeg het aanbod van goederen tussen 2015 en 2022. De procentuele stijging was het grootst in Zeeland. Zowel het gebruik als het aanbod van fossiele brandstoffen in Nederland nam af tussen 2015 en 2022. De fossiele brandstoffen hebben een relatief grote invloed op het beeld van de ontwikkeling van het totale gebruik en het totale aanbod in de provincies.
Bronnen
CBS (2023a). Internationale handel en doorvoer; waarde, gewicht, goederen, vervoerwijze. StatLinetabel, CBS: Heerlen/Den Haag.
CBS (2023b). Tabellensets Nationale rekeningen 2022. CBS: Heerlen/Den Haag.
CBS (2024) Goederenstromen per provincie, 2015-2022. CBS: Heerlen/Den Haag.
Technische toelichting
De cijfers over in-, uit-, wederuit- en doorvoer en intraregionaal vervoer in dit artikel zijn gebaseerd op een integratie van de statistieken van internationale handel in goederen, de transportstatistieken voor zes vervoerwijzen, de aanbod- en gebruiktabellen (CBS, 2023b) en regionale productie- en verbruiksgegevens. De gegevens over internationale handel zijn daarbij geregionaliseerd met behulp van locatiegegevens van bedrijven uit het Algemeen Bedrijven Register (ABR) en regionale cijfers over productie en intermediair verbruik. De laatstgenoemde bron is ook de basis voor de regionalisatie van de aanbod- en gebruikgegevens. De waarden uit de aanbod- en gebruiktabellen zijn vertaald naar brutogewichten met waarde-gewichtratio’s die zijn afgeleid op basis van de internationale handelsstatistieken. Met dezelfde waarde-gewichtratio’s zijn de brutogewichten uit de transportstatistieken vertaald naar waarden.
In een aantal gevallen zijn andere definities gehanteerd dan in de bronstatistieken. Bijvoorbeeld, anders dan in de aanbod- en gebruiktabellen valt de invoer van goederen uit het buitenland in dit artikel onder de definitie van het gebruik van goederen. Een vergelijkbaar verschil geldt voor de uitvoer van goederen naar het buitenland: deze valt in dit artikel onder de definitie van het aanbod van goederen, terwijl de uitvoer in de aanbod- en gebruiktabellen als onderdeel van het gebruik wordt gezien.
Om de bewerkte gegevens afkomstig uit verschillende databronnen op elkaar af te stemmen, is een Bayesiaans macro-integratiemodel ontworpen en toegepast. Het model past daarbij de data binnen vooraf bepaalde betrouwbaarheidsmarges aan, zodanig dat de gegevens zoveel mogelijk aan een aantal vastgestelde logische restricties voldoen. Tegelijkertijd bepaalt het model nieuwe, meestal kleinere marges.
Ter illustratie toont onderstaande figuur de 95-procent-betrouwbaarheidsmarges van het geschatte brutogewicht van de goederenstromen voor de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant. Voor deze provincies variëren de marges van 4 tot 13 procent van het geschatte brutogewicht van de goederenstroom. Voor de geschatte gewichten en waarden per goederenstroom van alle provincies geldt dat het overgrote deel (118 van de 120) van de 95-procent-betrouwbaarheidsmarges tussen 3 procent en 22 procent van de schatting ligt. Voor twee provinciale stromen zijn de relatieve marges groter: 31 en 43 procent.
Categorie | Zuid-Holland (mld kg) | Zuid-Holland, marge (mld kg) | Noord-Holland (mld kg) | Noord-Holland, marge (mld kg) | Noord-Brabant (mld kg) | Noord-Brabant, marge (mld kg) |
---|---|---|---|---|---|---|
Doorvoer | 253 | 242 - 264 | 59 | 51 - 66 | 50 | 47 - 54 |
Invoer voor regionaal gebruik | 113 | 106 - 120 | 57 | 53 - 61 | 42 | 39 - 45 |
Intraregionaal | 75 | 71 - 78 | 44 | 41 - 46 | 64 | 61 - 68 |
Uitvoer van regionaal product | 107 | 101 - 113 | 41 | 37 - 46 | 24 | 21 - 26 |
Wederuitvoer | 59 | 56 - 62 | 21 | 19 - 23 | 10 | 9 - 11 |
Concluderend kan worden gesteld dat de gebruikte gegevens in dit artikel niet exact zijn maar schattingen met betrouwbaarheidsmarges. Dit, als gevolg van onnauwkeurigheden en onvolledigheden in de meting van de waarde en het brutogewicht van de verschillende goederenstromen met hun kenmerken en de diverse gemaakte aannames bij het afstemmen en integreren van de data. Hierdoor en door definitieverschillen kunnen er verschillen ontstaan tussen de schattingen in dit artikel en de data uit andere bronnen, waaronder de aanbod- en gebruiktabellen en de internationale handels- en transportstatistieken.
Meer gedetailleerde schattingen van de goederenstromen inclusief hun betrouwbaarheidsmarges zijn te vinden in de maatwerktabel Provinciale goederenstromen 2015-2022; waarde, gewicht, goederen. Deze tabel bevat een indeling in 25 goederengroepen.
De genoemde maatwerktabel en dit artikel bevatten voorlopige cijfers. De cijfers kunnen later door CBS worden aangepast op basis van nadere validatie, naar aanleiding van het beschikbaar komen van nieuw of geactualiseerd bronmateriaal of op basis van nieuwe inzichten op het terrein van handel, transport en logistiek.