Bijstelling bbp en bni in 2022 en 2023
Over deze publicatie
In dit artikel worden de bijstellingen van de nationale rekeningen van het CBS voor de verslagjaren 2022 en 2023 nader toegelicht.
1. Inleiding
Het systeem van nationale rekeningen geeft een uitgebreide kwantitatieve beschrijving van het economische proces in Nederland en de economische relaties met het buitenland. Omdat er na verloop van tijd steeds meer en vollediger bronmateriaal beschikbaar komt, worden de nationale rekeningen op vaste momenten herzien . Voorbeelden van veel gebruikte indicatoren uit deze rekeningen zijn het bruto binnenlands product (bbp) en het bruto nationaal inkomen (bni). In deze notitie worden bijstellingen van de nationale rekeningen voor de verslagjaren 2022 en 2023 nader toegelicht.
Ieder jaar in juni, met de tweede berekening van het eerste kwartaal, publiceert het CBS herziene jaarcijfers voor het voorgaande jaar en het jaar daarvoor. De bijstellingen zijn dit jaar groter dan gemiddeld. Dit hangt deels samen met de revisie van de nationale rekeningen. Over de resultaten van die revisie voor verslagjaar 2021 is op 23 mei 2024 een publicatie verschenen. Het bbp voor 2021 is door de revisie bijgesteld van 870,6 miljard euro naar 891,6 miljard euro, een bijstelling van 21,0 miljard euro. Het bni voor 2021 is met 17,9 miljard euro bijgesteld van 884,5 miljard euro naar 902,4 miljard euro.
De opwaartse bijstelling van het bni bedraagt 29,6 miljard euro voor verslagjaar 2022 en 30,4 miljard euro voor verslagjaar 2023. Hiervan komt respectievelijk 35,3 miljard euro en 33,5 miljard euro voor rekening van een bijstelling van het bbp. Het restant komt voor rekening van de bijstelling van het saldo van primaire inkomens van Nederland met het buitenland. Deze bijstelling (-5,7 miljard euro voor 2022, -3,1 miljard euro voor 2023) is relatief beperkt en wordt in dit artikel niet nader toegelicht.
De volumegroei van het bbp in verslagjaar 2022 is bijgesteld van 4,3 procent naar 5,0 procent. Voor verslagjaar 2023 is de bbp-groei (0,1 procent) niet bijgesteld ten opzichte van de vorige publicatie.
2022 | 2023 | |
---|---|---|
Bruto nationaal inkomen (bni), oud | 949,6 | 1028,3 |
Bruto nationaal inkomen (bni), per 24 juni 2024 | 979,2 | 1058,7 |
Bijstelling bni per 24 juni 2024 | 29,6 | 30,4 |
waarvan bijstelling bbp | 35,3 | 33,5 |
waarvan bijstelling saldo primaire inkomens Nederland met het buitenland | -5,7 | -3,1 |
2. Bijstellingen bbp
De opwaartse bijstelling van het bbp in lopende prijzen met 35,3 miljard voor verslagjaar 2022 en 33,5 miljard euro voor verslagjaar 2023 wordt voor een deel veroorzaakt door de revisie. De bijstelling van 21,0 miljard euro voor 2021 als gevolg van de revisie werkt volledig door in het niveau van het bbp van 2022 en 2023. Bij de ramingen na revisie worden alleen de ontwikkelingen ten opzichte van het voorgaande jaar geraamd en worden de absolute waarden niet opnieuw vastgesteld. Een bijstelling in de ontwikkeling van het bbp voor 2022 werkt op haar beurt weer door in het niveau van het bbp voor 2023 enz. De bijstelling van de ontwikkeling van het bbp voor verslagjaar 2022 wordt hieronder toegelicht.
Verslagjaar 2022
In februari 2023 publiceerde het CBS voor het eerst een jaarcijfer van het bbp voor verslagjaar 2022, gebaseerd op de som van vier kwartaalramingen. Vervolgens werd in maart 2023 een tweede berekening gepubliceerd, waarin aanvullende informatie over de vier kwartalen van 2022 was verwerkt. In juni 2023 werd een derde raming gepubliceerd, waarin in vergelijking met de tweede berekening nieuwe jaarcijfers voor de landbouw, het verzekeringswezen en de overheid waren verwerkt. In de vierde raming die vandaag wordt gepubliceerd zijn ook de resultaten uit de zogenoemde productiestatistieken voor nagenoeg alle bedrijfstakken verwerkt.
Met de productiestatistieken verzamelt het CBS gedetailleerde jaarinformatie over de productie en het verbruik van deze bedrijfstakken. Bij de eerdere ramingen is wel informatie over de productie beschikbaar, onder andere via enquêtes bij bedrijven en het gebruik van btw-informatie, maar nog niet over het verbruik van energie, materialen en diensten. Daarom wordt bij die ramingen over het algemeen als uitgangspunt gehanteerd dat de verhouding tussen productie en verbruik gelijk is aan die in het laatste jaar waarvoor productiestatistieken beschikbaar zijn.
De bbp-groei voor het verslagjaar 2022 is meer bijgesteld dan gebruikelijk. Dit komt vooral door de inzet van nieuwe informatie over bedrijven uit de productiestatistieken. Bij de publicatie van de voorlopige cijfers in juni 2023 bedroeg de volumegroei van het bbp in 2022 nog 4,3 procent. Dit cijfer is nu bijgesteld naar 5,0 procent, oftewel een opwaartse bijstelling van 0,7 procentpunt. In reële termen betekent dit een bijstelling van het volume van het bbp van 27,9 miljard euro; in lopende prijzen bedraagt de bijstelling 35,3 miljard euro. De bijstelling van het bbp in lopende prijzen werkt rechtstreeks door in het bni.
Productie
Het CBS berekent het bbp volgens twee benaderingen: de productiebenadering en de bestedingsbenadering. Beide benaderingen leiden per definitie tot hetzelfde bbp. In de productiebenadering is het bbp gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies. De toegevoegde waarde wordt berekend als het verschil tussen de productie en het verbruik van energie, materialen en diensten.
Ten opzichte van de vorige raming is zowel de volumegroei van de productie (0,5 procentpunt) als die van het verbruik (0,1 procentpunt) opwaarts bijgesteld. Dat resulteerde in een opwaartse bijstelling van de toegevoegde waarde met 0,9 procentpunt naar een volumegroei van 5,7 procent. Inclusief het saldo van de productgebonden belastingen en subsidies komt de volumegroei in 2022 van het bbp uit op 5,0 procent.
Onderliggend is er een groot aantal bedrijfstakken met relatief grote bijstellingen van de toegevoegde waarde, zowel opwaartse als neerwaartse. De grootste opwaartse bijstellingen komen voor bij de farmaceutische industrie, de bouwnijverheid, de opslag en dienstverlening voor vervoer, de IT-dienstverlening, en de gezondheidszorg. Voor deze bedrijfstakken geldt dat de verhouding tussen productie en verbruik in 2022 hoger was dan bij de voorlopige cijfers op basis van de toen beschikbare informatie werd aangenomen. Zij verbruikten dus relatief minder energie, materialen en diensten als aandeel van de productie dan eerder geraamd.
Negatieve bijstellingen kwamen onder andere voor in de machine-industrie, de groothandel en de horeca. Deze bedrijfstakken hadden ten opzichte van de productie juist een relatief hoger verbruik dan eerder aangenomen. Specifiek voor de groothandel en de detailhandel geldt dat de definitieve raming de eerste is waarvoor brondata worden ingezet. Bij alle voorgaande ramingen wordt de toegevoegde waarde indirect berekend via handelsmarges op de goederenstromen. De groothandel is sterk neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de vorige raming, terwijl de detailhandel opwaarts is bijgesteld.
Bedrijfstakken | Bijdrage (procentpunt) |
---|---|
IT-dienstverlening | 0,27 |
Bouwnijverheid | 0,16 |
Gezondheidszorg | 0,13 |
Opslag en dienstverlening voor vervoer | 0,12 |
Farmaceutische industrie | 0,11 |
Machine-industrie | -0,16 |
Horeca | -0,18 |
Groothandel | -0,26 |
Bestedingen
Vanuit de bestedingenbenadering is het bbp gelijk aan de som van de investeringen, de consumptie, het saldo buitenlandse handel en de verandering van de voorraden. De verandering van de voorraden, de investeringen in vaste activa en de consumptie door huishoudens zijn voor verslagjaar 2022 opwaarts bijgesteld. Bij de voorraden gaat het om een sterkere groei van onder andere aardgas en personenauto’s. De bijstelling van de consumptie door huishoudens is onder andere veroorzaakt door het beschikbaar komen van informatie uit de productiestatistiek over de detailhandel.
Het saldo van de buitenlandse handel van zowel goederen als diensten en de consumptie van de overheid zijn neerwaarts bijgesteld. Bij de internationale goederenhandel wordt het saldo van onder andere de handel in ruwe aardolie en aardgas, elektrotechnische apparatuur, machines en apparaten, en auto’s en aanhangwagens sterk neerwaarts bijgesteld.
Bestedingen | Bijdrage (procentpunt) |
---|---|
Veranderingen in voorraden | 0,63 |
Investeringen in vaste activa | 0,30 |
Consumptie huishoudens | 0,28 |
Consumptie overheid | -0,06 |
Handelssaldo diensten | -0,16 |
Handelssaldo goederen | -0,28 |
Verslagjaar 2023
De bbp-volumegroei voor verslagjaar 2023 is niet veranderd en blijft 0,1 procent. Dit is per saldo het resultaat van opwaartse bijstellingen van vooral het handelssaldo van goederen en diensten en in mindere mate de consumptie door huishoudens, en neerwaartse bijstellingen van vooral de veranderingen in voorraden en in mindere mate de investeringen en de consumptie door de overheid. In lopende prijzen is het bbp met 33,5 miljard euro opwaarts bijgesteld ten opzichte van de in maart 2023 gepubliceerde cijfers.
Net als de bijstelling van het bbp voor verslagjaar 2022, werkt ook de bijstelling voor verslagjaar 2023 rechtstreeks door in het bni voor dat jaar.