Overheidsfinanciën, derde kwartaal 2022
Over deze publicatie
In deze publicatie is naast de kerncijfers van de overheidsfinanciën ook aandacht voor de zorguitgaven aan de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) en de belasting- en premiedruk in de Europese Unie.
1. Overheidstekort daalt in het derde kwartaal van 2022
In het derde kwartaal van 2022 had de overheid een tekort van 3 miljard euro. In dezelfde periode van vorig jaar was dit tekort nog bijna 8 miljard euro. Het tekort nam af door een grotere toename van de inkomsten dan van de uitgaven van de overheid. Uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) was het tekort op jaarbasis, gemeten over de periode van het vierde kwartaal 2021 tot en met het derde kwartaal 2022, gelijk aan 0,5 procent bbp.
EMU-norm (% bbp) | Overheidssaldo op jaarbasis (% bbp) | ||
---|---|---|---|
'09 | 1e kwartaal | -3 | -0,9 |
'09 | 2e kwartaal | -3 | -1,9 |
'09 | 3e kwartaal | -3 | -3,5 |
'09 | 4e kwartaal | -3 | -5,2 |
'10 | 1e kwartaal | -3 | -5,6 |
'10 | 2e kwartaal | -3 | -5,7 |
'10 | 3e kwartaal | -3 | -5,9 |
'10 | 4e kwartaal | -3 | -5,3 |
'11 | 1e kwartaal | -3 | -4,6 |
'11 | 2e kwartaal | -3 | -4,7 |
'11 | 3e kwartaal | -3 | -4,1 |
'11 | 4e kwartaal | -3 | -4,4 |
'12 | 1e kwartaal | -3 | -4,3 |
'12 | 2e kwartaal | -3 | -4,0 |
'12 | 3e kwartaal | -3 | -4,3 |
'12 | 4e kwartaal | -3 | -3,9 |
'13 | 1e kwartaal | -3 | -3,7 |
'13 | 2e kwartaal | -3 | -3,3 |
'13 | 3e kwartaal | -3 | -2,9 |
'13 | 4e kwartaal | -3 | -3,0 |
'14 | 1e kwartaal | -3 | -3,0 |
'14 | 2e kwartaal | -3 | -3,0 |
'14 | 3e kwartaal | -3 | -2,6 |
'14 | 4e kwartaal | -3 | -2,3 |
'15 | 1e kwartaal | -3 | -2,1 |
'15 | 2e kwartaal | -3 | -2,0 |
'15 | 3e kwartaal | -3 | -2,0 |
'15 | 4e kwartaal | -3 | -1,9 |
'16 | 1e kwartaal | -3 | -1,7 |
'16 | 2e kwartaal | -3 | -1,0 |
'16 | 3e kwartaal | -3 | -0,4 |
'16 | 4e kwartaal | -3 | 0,1 |
'17 | 1e kwartaal | -3 | 0,9 |
'17 | 2e kwartaal | -3 | 1,0 |
'17 | 3e kwartaal | -3 | 1,2 |
'17 | 4e kwartaal | -3 | 1,4 |
'18 | 1e kwartaal | -3 | 1,7 |
'18 | 2e kwartaal | -3 | 1,9 |
'18 | 3e kwartaal | -3 | 2,0 |
'18 | 4e kwartaal | -3 | 1,5 |
'19 | 1e kwartaal | -3 | 1,7 |
'19 | 2e kwartaal | -3 | 1,7 |
'19 | 3e kwartaal | -3 | 1,4 |
'19 | 4e kwartaal | -3 | 1,8 |
'20 | 1e kwartaal | -3 | 1,4 |
'20 | 2e kwartaal | -3 | -1,1 |
'20 | 3e kwartaal | -3 | -2,1 |
'20 | 4e kwartaal | -3 | -3,7 |
'21 | 1e kwartaal | -3 | -5,3 |
'21 | 2e kwartaal | -3 | -3,9 |
'21 | 3e kwartaal | -3 | -3,6 |
'21 | 4e kwartaal | -3 | -2,6 |
'22 | 1e kwartaal | -3 | -1,5 |
'22 | 2e kwartaal | -3 | 0,1 |
'22 | 3e kwartaal | -3 | 0,5 |
De inkomsten van de overheid bedroegen in het derde kwartaal 95 miljard euro, een stijging van 9 miljard euro ten opzichte van het derde kwartaal in 2021. De toename wordt voornamelijk verklaard door een stijging van 5 miljard euro in de ontvangen belastingen en sociale premies. Tevens stegen de aardgasbaten met ruim 3 miljard euro.
Ook de uitgaven van de overheid namen toe, namelijk met 5 miljard euro ten opzichte van het derde kwartaal in 2021. Daarmee kwamen de totale uitgaven uit op 100 miljard euro in het derde kwartaal van 2022. De grootste posten die hebben bijgedragen aan deze toenamen waren een toename in de beloning die de overheid betaald aan haar werknemers van 2 miljard euro en een toename in de netto investeringen van eveneens 2 miljard euro. Tegelijkertijd was er een afname van 3 miljard euro in de uitgaven aan subsidies. Dit betroffen steunmaatregelen in het kader van de coronacrisis die zijn afgelopen.
Overheidsschuld (EMU) (mld euro) | ||
---|---|---|
'08 | 1e kwartaal | 275,1 |
'08 | 2e kwartaal | 278,2 |
'08 | 3e kwartaal | 283,8 |
'08 | 4e kwartaal | 354,0 |
'09 | 1e kwartaal | 370,3 |
'09 | 2e kwartaal | 360,8 |
'09 | 3e kwartaal | 360,4 |
'09 | 4e kwartaal | 354,7 |
'10 | 1e kwartaal | 359,3 |
'10 | 2e kwartaal | 372,3 |
'10 | 3e kwartaal | 374,1 |
'10 | 4e kwartaal | 378,7 |
'11 | 1e kwartaal | 382,8 |
'11 | 2e kwartaal | 390,9 |
'11 | 3e kwartaal | 396,6 |
'11 | 4e kwartaal | 401,3 |
'12 | 1e kwartaal | 407,0 |
'12 | 2e kwartaal | 417,0 |
'12 | 3e kwartaal | 423,0 |
'12 | 4e kwartaal | 432,4 |
'13 | 1e kwartaal | 435,4 |
'13 | 2e kwartaal | 447,2 |
'13 | 3e kwartaal | 446,4 |
'13 | 4e kwartaal | 447,0 |
'14 | 1e kwartaal | 445,4 |
'14 | 2e kwartaal | 456,0 |
'14 | 3e kwartaal | 454,5 |
'14 | 4e kwartaal | 455,8 |
'15 | 1e kwartaal | 464,4 |
'15 | 2e kwartaal | 453,3 |
'15 | 3e kwartaal | 451,5 |
'15 | 4e kwartaal | 446,1 |
'16 | 1e kwartaal | 446,6 |
'16 | 2e kwartaal | 442,3 |
'16 | 3e kwartaal | 433,5 |
'16 | 4e kwartaal | 438,5 |
'17 | 1e kwartaal | 427,1 |
'17 | 2e kwartaal | 426,3 |
'17 | 3e kwartaal | 417,8 |
'17 | 4e kwartaal | 420,4 |
'18 | 1e kwartaal | 413,0 |
'18 | 2e kwartaal | 409,2 |
'18 | 3e kwartaal | 405,9 |
'18 | 4e kwartaal | 405,8 |
'19 | 1e kwartaal | 398,3 |
'19 | 2e kwartaal | 403,8 |
'19 | 3e kwartaal | 395,1 |
'19 | 4e kwartaal | 394,7 |
'20 | 1e kwartaal | 403,4 |
'20 | 2e kwartaal | 441,9 |
'20 | 3e kwartaal | 441,6 |
'20 | 4e kwartaal | 435,5 |
'21 | 1e kwartaal | 440,0 |
'21 | 2e kwartaal | 447,9 |
'21 | 3e kwartaal | 442,9 |
'21 | 4e kwartaal | 449,0 |
'22 | 1e kwartaal | 446,4 |
'22 | 2e kwartaal | 457,6 |
'22 | 3e kwartaal | 450,6 |
De overheidsschuld daalde gedurende het derde kwartaal 2022 van bijna 458 miljard euro naar 451 miljard euro. Uitgedrukt als percentage van het bbp daalde de overheidsschuld van 50,8 procent naar 49 procent. De overheidsschuld daalde met 7 miljard euro ondanks het eerdergenoemde overheidstekort. Dat kwam met name doordat het Rijk girale middelen heeft aangewend om aflossingen te doen op de overheidsschuld: het Rijk heeft vooral langlopende overheidsobligaties afgelost voor een bedrag van ruim 8 miljard euro. Vorig kwartaal nam de schuld nog toe, terwijl de overheid geld overhield.
2021 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
3e kwartaal | 4e kwartaal | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | ||
Inkomsten | Miljard euro | 87,6 | 101,1 | 102,7 | 107,1 | 96,5 |
Uitgaven | Miljard euro | 95,2 | 103,2 | 95,6 | 103,7 | 100,0 |
Saldo | Miljard euro | -7,7 | -2,1 | 7,1 | 3,4 | -3,5 |
Overheidsschuld | Miljard euro | 442,9 | 449 | 446,4 | 457,6 | 450,6 |
Saldo | % bbp1) | -3,6 | -2,6 | -1,5 | 0,1 | 0,5 |
Overheidsschuld | % bbp1) | 52,8 | 52,4 | 50,7 | 50,8 | 49,0 |
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers 1) Op jaarbasis, gemeten als de som van vier kwartalen. |
2. Zorguitgaven ZVW en WLZ stijgen verder
De zorguitgaven aan de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn de afgelopen jaren verder gestegen. De Zvw er voor de medische kosten die vergoed worden uit het basispakket en de WLZ is bedoeld voor langdurige zorg zoals verzorgings- en verpleegtehuis. In de coronajaren 2020 en 2021 was er een afvlakking van de groei te zien van deze reguliere zorgkosten. Vanwege corona werd er, naast de reguliere uitkeringen in natura, echter op verschillende wijzen extra geld uitgegeven aan gezondheidszorg binnen de Zvw en WLZ. In deze jaren zijn de uitgaven aangevuld met een continuïteitsbijdrage, compensatie meerkosten, en de catastroferegeling. Als deze extra uitgavenposten binnen de WLZ en Zvw ook worden meegenomen, dan wordt de zichtbare afvlakking in zorguitgaven teniet gedaan en stijgen de zorgkosten op dezelfde voet door als voor de coronacrisis. Een hoge piek in zorguitgaven tijdens de coronacrisis is uitgebleven.
Bijzondere regelingen binnen Zvw en WLZ in 2020 en 2021
Er zijn op verschillende manieren extra uitgaven gedaan binnen de Zvw en WLZ tijdens de coronajaren.
Continuïteitsbijdrage
De continuïteitsbijdrage (CB) is een compensatieregeling waarbij zorgaanbieders een bijdrage ontvangen voor niet-geleverde reguliere zorg (oftewel gederfde omzet) vanwege corona. Hiermee wordt financiële continuïteit geborgd en gegarandeerd dat de zorginfrastructuur ook na de crisis beschikbaar is. In 2020 is er voor de Zvw 2,3 miljard euro uitgegeven en in 2021 was dit 0,2 miljard euro. Voor de WLZ was dit 0,5 miljard euro in 2020 en 0,4 miljard euro in 2021.
Compensatie Meerkosten
De compensatie Meerkosten (MK) is een regeling waarbij zorgaanbieders een bijdrage ontvangen vanwege extra gemaakte kosten vanwege corona. Bijvoorbeeld extra uitgaven aan persoonlijke beschermingsmiddelen in de zorg. Ook kan er gedacht worden aan de kosten voor het bewust leeg en beschikbaar houden van zorgcapaciteit voor coronapatiënten. Voor de Zvw is er zowel in 2020 als in 2021 0,8 miljard euro aan uitgegeven. Voor de WLZ was dit 0,7 miljard euro in 2020 en 0,2 miljard euro in 2021.
Catastroferegeling
De zogenaamde catastroferegeling is opgenomen zodat zorgverzekeraars aanspraak kunnen maken op een extra bijdrage vanuit de rijksoverheid in het geval van een catastrofe zoals een pandemie, deze regeling is alleen van toepassing op de Zvw en niet op de WLZ. Een zorgverzekeraar dient aannemelijk te maken dat ze extra geld aan zorg hebben uitgegeven boven de verwachte uitgaven. In 2021 is er 2,7 miljard euro uitgegeven aan deze regeling.
Ontwikkeling uitgaven Zvw
Jaar | Uitkeringen in natura (mld euro) | Continuïteitsbijdrage (mld euro) | Meerkosten (mld euro) | Catastroferegeling (mld euro) |
---|---|---|---|---|
2015 | 37,848 | |||
2016 | 38,777 | |||
2017 | 40,002 | |||
2018 | 41,577 | |||
2019 | 43,300 | |||
2020 | 42,431 | 2,316 | 0,808 | |
2021* | 46,122 | 0,171 | 0,83 | 2,716 |
* voorlopige cijfers |
Ontwikkeling uitgaven WLZ
Figuur 2.2 laat de ontwikkeling zien van de zorguitgaven aan de WLZ. De afvlakking die bij de Zvw zichtbaar was, is minder zichtbaar bij de WLZ. Wel geldt net zoals bij de Zvw, als de continuïteitsbijdrage en compensatie meerkosten worden meegenomen dan stijgen de uitgaven in het kader van de WLZ op precies dezelfde voet door als voor de coronacrisis. De totale uitgaven aan de WLZ waren in 2019 21,7 miljard euro, in 2020 24,0 miljard euro, en in 2021 26,2 miljard euro.
Jaar | Uitkeringen in natura (mld euro) | Continuïteitsbijdrage (mld euro) | Meerkosten (mld euro) |
---|---|---|---|
2015 | 17,359 | ||
2016 | 17,858 | ||
2017 | 18,161 | ||
2018 | 19,601 | ||
2019 | 21,718 | ||
2020 | 22,739 | 0,537 | 0,745 |
2021* | 25,619 | 0,365 | 0,203 |
* voorlopige cijfers |
3. Nederlandse lastendruk stijgt, maar ligt onder gemiddelde van Europese Unie
De belasting- en premiedruk lag in Nederland in 2021, conform de definitie van Eurostat1), op 40,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De belasting- en premiedruk is de totale opbrengst van belastingen en sociale premies uitgedrukt als percentage van het bbp. De Nederlandse belasting- en premiedruk ligt onder het gemiddelde van de Europese Unie. Voor de gehele Europese Unie bedroeg deze in 2021 namelijk 41,7 procent. Wel steeg de lastendruk in Nederland de afgelopen jaren harder dan gemiddeld.
Binnen de Europese Unie zijn er grote verschillen in belasting- en premiedruk, variërend van ruim 20 procent tot bijna 50 procent. Met name in Denemarken, Frankrijk en België is de lastendruk bovengemiddeld. Dit heeft uiteenlopende redenen en is afhankelijk van hoe het belasting- en premiestelsel in de betreffende landen is ingericht. Zo betalen Deense huishoudens relatief veel belasting over hun inkomsten, wat samenhangt met het feit dat in Denemarken de sociale uitkeringen voor een groot deel uit belastinginkomsten worden gefinancierd. De sociale premies zijn hierdoor juist de laagste van de Europese Unie. Daarentegen stuwen in Frankrijk juist de sociale premies de belasting- en premiedruk naar bovengemiddeld.
De belasting- en premiedruk ligt over het algemeen in Noord- en West-Europa hoger dan in Oost-Europa. Met name in Roemenië, Letland en Bulgarije is de lastendruk relatief laag. Hier staat tegenover dat Oost-Europese landen naar verhouding minder uitgeven aan sociale bescherming. Een uitzondering vormt Ierland, dat met 21,9 procent de laagste lastendruk van de Europese Unie kent. Met name de sociale premies en belastingen op productie drukken de Ierse belasting- en premiedruk.
Land | Belastingen op productie en invoer (% bbp) | Belastingen op inkomen en vermogen (% bbp) | Sociale premies (% bbp) |
---|---|---|---|
Denemarken | 15,9 | 32,1 | 0,8 |
Frankrijk | 16,8 | 13,3 | 16,8 |
België | 13,9 | 16,6 | 15,5 |
Oostenrijk | 14,1 | 13,8 | 15,8 |
Italië | 14,7 | 15,1 | 13,7 |
Zweden | 21,7 | 18,4 | 3,4 |
Finland | 14,0 | 17,0 | 12,1 |
Duitsland | 11,1 | 13,8 | 17,6 |
Europese Unie | 13,8 | 13,5 | 14,3 |
Griekenland | 17,1 | 9,4 | 15,0 |
Nederland | 12,8 | 13,8 | 13,6 |
Spanje | 12,4 | 12,4 | 14,2 |
Slovenië | 13,3 | 8,4 | 16,8 |
Polen | 15,4 | 8,3 | 14,0 |
Portugal | 15,3 | 9,7 | 12,7 |
Slowakije | 12,4 | 8,0 | 15,9 |
Cyprus | 14,3 | 10,4 | 11,3 |
Tsjechië | 11,7 | 7,7 | 16,6 |
Kroatië | 19,1 | 5,6 | 11,1 |
Hongarije | 17,8 | 5,6 | 10,5 |
Estland | 13,5 | 8,4 | 11,9 |
Litouwen | 12,3 | 9,7 | 10,6 |
Malta | 11,0 | 14,0 | 6,2 |
Bulgarije | 15,2 | 6,7 | 8,9 |
Letland | 13,6 | 7,1 | 10,1 |
Roemenië | 10,8 | 5,2 | 11,3 |
Ierland | 7,1 | 10,8 | 4,0 |
Bron: CBS, Eurostat | |||
Luxemburg ontbreekt voor 2021 in de waarneming van Eurostat. |
Land NL | Ontwikkeling belasting- en premiedruk (procentpunt) |
---|---|
Slowakije | 7,4 |
Spanje | 5,7 |
Litouwen | 5,3 |
Bulgarije | 4,6 |
Polen | 4,4 |
Cyprus | 4,4 |
Nederland | 4,1 |
Portugal | 3,2 |
Duitsland | 2,7 |
Griekenland | 2,1 |
Denemarken | 1,9 |
Estland | 1,9 |
Tsjechi | 1,5 |
Letland | 1,5 |
Europese Unie | 1,2 |
Oostenrijk | 1,1 |
Zweden | 0,8 |
Roemenië | 0,7 |
Finland | 0,6 |
Frankrijk | 0,5 |
Kroatië | 0,3 |
Slovenië | 0,3 |
Italië | 0,2 |
Malta | -1,6 |
België | -1,8 |
Hongarije | -5,0 |
Ierland | -7,7 |
Bron: CBS, Eurostat |
Recente publicaties en cijfers
Op het gebied van de overheidsfinanciën zijn in de afgelopen kwartalen de onderstaande publicaties uitgebracht. Cijfers zijn te vinden in de CBS databank StatLine. Meer informatie is benaderbaar via de themapagina Overheid en politiek.
Publicaties
Ruim 6,3 miljard euro aan wegenbelasting in 2023
Overheidsfinanciën, tweede kwartaal
Gemeenten begroten 11,5 miljard euro aan heffingen in 2022
StatLine
Overheid; schuldgaranties, buiten balans PPS, niet-renderende leningen
Overheidsfinanciën; kerncijfers
Overheid; financiële balans, marktwaarde, overheidssectoren
Overheidsinkomsten; transacties en overheidssectoren
Overheid; ontvangen belastingen en wettelijke premies
Overheidsschuld; schuldtitel, geldgever, waarderingsgrondslag, sectoren
Overheidsuitgaven; transacties en overheidssectoren
Saldo en schuld; overheidssectoren
Overheidsproductie en -consumptie; transacties en overheidssectoren
Centrale overheid; inkomsten en uitgaven per maand op kasbasis
Socialezekerheidsfondsen: inkomsten en uitgaven
Overheidsbalans; activa en passiva
Overheid; sociale uitkeringen
Waterschappen; tarieven heffingen
Opbrengsten waterschapsheffingen; begrotingen en realisatie
Decentrale overheden; EMU-saldo, begroting 2020-2022
Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen per gemeente
Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen naar regio en grootteklasse
Gemeentebegrotingen; heffingen naar regio en grootteklasse
Gemeentebegrotingen; heffingen per gemeente
Decentrale overheden; EMU-saldo, begroting 2019-2021