3. Verschillenanalyse
De oude en nieuwe methode verschillen op twee onderdelen:
- Andere woningdefinitie
- Andere grenswaarden
3.1 Woningdefinitie
De belangrijkste reden voor het verschil in gemiddelde WOZ-waarde van woningen heeft te maken met de verschillende definities van wat een woning is in de WOZ en in de BAG. Hierdoor komt het in sommige gevallen voor dat een woning in de BAG een niet-woning is in de WOZ en andersom.
Woningdefinitie voor bepaling gemiddelde WOZ-waarde volgens WOZ-populatie (oude methode)
De definitie van woningen die meegeteld worden in de berekening van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen is als volgt:Woningdefinitie voor bepaling gemiddelde WOZ-waarde volgens BAG-populatie (nieuwe methode)
In de WOZ-populatie staan ook de objecten die in aanbouw zijn met een waarde voor het reeds afgebouwde gedeelte. In de BAG-woningvoorraad-populatie worden alleen de woningen meegeteld die ook daadwerkelijk gereedgemeld zijn volgens de BAG. In de oude methode werden deze woningen in aanbouw meegenomen in het bepalen van de gemiddelde WOZ-waarde, in de nieuwe methode niet meer, aangezien woningen in aanbouw geen deel uitmaken van de BAG-woningvoorraad.
In de WOZ-populatie (oude methode) is ook een gebruikscode niet-woning gedeeltelijk in gebruik als woning. Deze objecten werden niet meeteld bij de berekening van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen. Dit speelt bijvoorbeeld bij verpleeghuizen. In de nieuwe methode (BAG-populatie) behoren verpleeghuizen meestal tot de woningvoorraad. Vaak bestaat een verpleeghuis in die gevallen wel uit meerdere verblijfsobjecten, waarbij de WOZ-waarde van het hele object verdeeld is over de verschillende verblijfsobjecten op basis van de vierkante meters uit de BAG.
3.2 Grenswaarden
Bij het berekenen van de gemiddelde WOZ-waarde volgens de oude methode werden alle woningen meegeteld met een waarde groter dan 0.
Bij het bereken van de gemiddelde WOZ-waarde volgens de nieuwe methode worden alle woningen meegeteld met een waarde tussen de 10 duizend en 5 miljoen euro.