Overheidsfinanciën, tweede kwartaal 2021

Kleiner overheidstekort in het tweede kwartaal

Over deze publicatie

In deze publicatie is naast de kerncijfers van de overheidsfinanciën ook aandacht voor ontwikkelingen in de steunmaatregelen in het tweede kwartaal, de waarde van overheidsdeelnemingen en het aardgasbezit.

Overheidstekort daalt in tweede kwartaal

De uitgaven van de overheid bedroegen in het tweede kwartaal van 2021 ruim 102 miljard euro. In dezelfde periode had de overheid 93 miljard euro aan inkomsten, waardoor het overheidstekort in het tweede kwartaal van 2021 uitkwam op 9 miljard euro. Daarmee is het tekort van de Nederlandse overheid 12 miljard euro lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) kwam het tekort op jaarbasis, gemeten over de periode van het derde kwartaal 2020 tot en met het tweede kwartaal 2021, uit op 4,2 procent bbp. Mede door het tekort nam de overheidsschuld in het tweede kwartaal met 8 miljard euro toe. De schuld kwam aan het einde van het tweede kwartaal van 2021 uit op 54,2 procent bbp.

1.1 Overheidssaldo op jaarbasis1)
JaarKwartaalEMU-norm (% bbp)Overheidssaldo op jaarbasis (% bbp)
20091e kwartaal-3-0,86
20092e kwartaal-3-1,91
20093e kwartaal-3-3,48
20094e kwartaal-3-5,17
20101e kwartaal-3-5,52
20102e kwartaal-3-5,69
20103e kwartaal-3-5,85
20104e kwartaal-3-5,32
20111e kwartaal-3-4,66
20112e kwartaal-3-4,72
20113e kwartaal-3-4,11
20114e kwartaal-3-4,46
20121e kwartaal-3-4,31
20122e kwartaal-3-4,05
20123e kwartaal-3-4,33
20124e kwartaal-3-4,01
20131e kwartaal-3-3,73
20132e kwartaal-3-3,36
20133e kwartaal-3-2,96
20134e kwartaal-3-3,00
20141e kwartaal-3-3,05
20142e kwartaal-3-2,98
20143e kwartaal-3-2,65
20144e kwartaal-3-2,26
20151e kwartaal-3-2,11
20152e kwartaal-3-2,13
20153e kwartaal-3-2,14
20154e kwartaal-3-2,09
20161e kwartaal-3-1,79
20162e kwartaal-3-1,09
20163e kwartaal-3-0,54
20164e kwartaal-30,01
20171e kwartaal-30,78
20172e kwartaal-30,90
20173e kwartaal-31,15
20174e kwartaal-31,32
20181e kwartaal-31,67
20182e kwartaal-31,83
20183e kwartaal-31,97
20184e kwartaal-31,43
20191e kwartaal-31,58
20192e kwartaal-31,59
20193e kwartaal-31,37
20194e kwartaal-31,72
20201e kwartaal-31,33
20202e kwartaal-3-1,27
20203e kwartaal-3-2,47
20204e kwartaal-3-4,18
20211e kwartaal-3-5,79
20212e kwartaal-3-4,19
1)gemeten als de som van vier kwartalen
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers

Het overheidstekort is onder andere afgenomen doordat de inkomsten van de overheid weer aantrokken in het tweede kwartaal, deze stegen met 11 miljard euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2020. Met name de vennootschapsbelasting steeg aanzienlijk met ruim 4 miljard euro. Ook nam de BTW toe met bijna 2 miljard euro. In deze periode daalden de uitgaven juist met ruim 1 miljard euro. De Nederlandse overheid verstrekte in het afgelopen kwartaal bijna 9 miljard euro minder subsidies dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Destijds verstrekte de Nederlandse overheid met name veel subsidies om het bedrijfsleven en de zorg door de coronacris heen te geleiden. Over de verschillende economische steunmaatregelen van de overheid is in deze kwartaalmonitor meer te lezen.

1.2 Overheidsschuld, uitgesplitst naar schuldinstrument
Jaar KwartaalDeposito's (mld. euro)Kortlopend schuldpapier (mld. euro)Langlopend schuldpapier (mld. euro)Kortlopende leningen (mld. euro)Langlopende leningen (mld. euro)
20081e kwartaal2,724,3192,810,544,9
20082e kwartaal2,624,5198,08,744,3
20083e kwartaal2,732,7191,212,844,3
20084e kwartaal2,684,6201,010,854,9
20091e kwartaal2,669,3208,014,875,6
20092e kwartaal2,054,9208,721,773,6
20093e kwartaal1,968,4206,511,272,4
20094e kwartaal1,758,4213,510,071,1
20101e kwartaal1,656,5221,68,970,5
20102e kwartaal1,545,0240,312,073,5
20103e kwartaal1,555,4235,713,867,8
20104e kwartaal1,453,8242,712,268,6
20111e kwartaal1,550,7246,415,668,5
20112e kwartaal1,548,2262,89,768,6
20113e kwartaal1,652,2258,914,968,9
20114e kwartaal1,843,9268,117,570,0
20121e kwartaal1,537,5278,517,971,6
20122e kwartaal1,329,2293,119,274,2
20123e kwartaal1,229,1296,522,773,6
20124e kwartaal1,133,0300,726,471,2
20131e kwartaal1,132,0306,725,670,0
20132e kwartaal1,130,0324,319,772,2
20133e kwartaal1,238,8317,117,471,9
20134e kwartaal1,226,2323,625,570,5
20141e kwartaal1,226,7326,723,267,6
20142e kwartaal1,130,0337,119,967,8
20143e kwartaal1,131,4331,122,068,9
20144e kwartaal1,123,4336,026,169,2
20151e kwartaal1,317,3341,436,667,9
20152e kwartaal1,516,1340,427,068,2
20153e kwartaal1,724,9329,926,568,3
20154e kwartaal1,914,1335,626,468,1
20161e kwartaal1,413,7334,928,767,8
20162e kwartaal1,616,0330,726,567,5
20163e kwartaal2,215,9323,224,967,3
20164e kwartaal3,916,6326,224,167,6
20171e kwartaal1,615,4321,420,967,7
20172e kwartaal1,918,1317,820,767,8
20173e kwartaal2,320,3308,918,767,5
20174e kwartaal2,017,0316,919,864,7
20181e kwartaal1,615,5310,920,764,2
20182e kwartaal1,620,9305,517,463,8
20183e kwartaal2,024,2298,417,264,1
20184e kwartaal1,622,0302,615,564,0
20191e kwartaal1,821,3294,716,963,5
20192e kwartaal1,820,4302,115,563,9
20193e kwartaal2,820,4291,616,164,1
20194e kwartaal1,717,1294,516,564,8
20201e kwartaal1,124,6287,924,365,0
20202e kwartaal1,455,1304,315,465,2
20203e kwartaal1,560,8301,611,665,5
20204e kwartaal1,651,9305,210,365,7
20211e kwartaal1,439,2322,310,765,7
20212e kwartaal1,731,1339,19,465,8
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers

De overheidsschuld nam in het tweede kwartaal van 2021 toe met 8 miljard euro tot een niveau van 447 miljard euro. Dit is de hoogste stand sinds het derde kwartaal van 2015. Het Rijk gaf per saldo voor 17 miljard euro aan langlopend schuldpapier uit in het tweede kwartaal en loste 8 miljard euro af op het kortlopende schuldpapier. Verder ging het Rijk per saldo nieuwe leningen aan voor een bedrag van 1 miljard euro; op de leningen van de gemeenten werd juist 2 miljard euro afgelost.

Kerncijfers Overheidsfinanciën
20202020202020212021
2e kwartaal3e kwartaal4e kwartaal1e kwartaal2e kwartaal
InkomstenMiljard euro82,581,491,493,693,1
UitgavenMiljard euro103,392,210396,8102,1
SaldoMiljard euro-20,8-10,7-11,5-3,2-9,1
OverheidsschuldMiljard euro441,3440,9434,8439,2447,1
Saldo% bbp1)-1,3-2,5-4,2-5,8-4,2
Overheidsschuld% bbp1)5555,154,354,954,2
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers
1) Op jaarbasis, gemeten als de som van vier kwartalen. 
StatLine: Overheidsfinanciën; kerncijfers

Uitgaven steunmaatregelen verder afgenomen in tweede kwartaal

In het tweede kwartaal van 2021 bedroegen de overheidsuitgaven aan coronagerelateerde steunmaatregelen ruim 5 miljard euro1. Dit is wederom lager dan in het voorgaande kwartaal. De uitgaven bedroegen toen 8 miljard euro2. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2020 zijn de steunmaatregelen bijna gehalveerd. In totaal hebben de steunmaatregelen inmiddels voor meer dan 40 miljard euro bijgedragen aan de overheidsuitgaven.

2.1 Uitgaven overheid aan steunmaatregelen
RegelingEerste kwartaal 2020 (mld. euro)Tweede kwartaal 2020 (mld. euro)Derde kwartaal 2020 (mld. euro)Vierde kwartaal 2020 (mld. euro)Eerste kwartaal 2021 (mld. euro)Tweede kwartaal 2021 (mld. euro)
NOW0,66,83,23,431,8
TOZO01,20,50,30,30,2
TOGS/TVL0,10,80,71,32,50,9
Overig01,51,15,32,22,4

De NOW (Tijdelijke Noodmaatregel voor Overbrugging Werkgelegenheid) is verreweg de grootste kostenpost. In het tweede kwartaal is 1,8 miljard euro aan NOW-subsidies verstrekt. Dit bedrag is ruim een miljard euro lager dan in het voorgaande kwartaal. De NOW compenseert ondernemers voor een deel van de loonkosten bij een omzetdaling. Sinds de invoering in april 2020 is met deze regeling een bedrag van 19 miljard euro gemoeid.

Na de NOW is de TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten) de grootste kostenpost het tweede kwartaal. De overheid gaf 0,9 miljard euro uit aan deze steunmaatregel. Dat is ruim 1,5 miljard euro minder dan vorig kwartaal. De TVL is de opvolger van de TOGS (Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19). De TOGS en TVL zijn beide tegemoetkomingen voor ondernemers die direct schade ondervinden van de diverse kabinetsmaatregelen om het coronavirus in te dammen, zoals het sluiten van de horeca. De TOGS omvatte een vast bedrag van 4000 euro per onderneming, terwijl de TVL afhankelijk is van het omzetverlies. De totaal uitgekeerde TOGS en TVL tegemoetkomingen komen uit op ruim 6 miljard euro.

Lokale overheden verstrekten in het tweede kwartaal 0,2 miljard euro aan zelfstandig ondernemers via de Tozo. Dit is 0,1 miljard euro minder dan vorig kwartaal. De Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) ondersteunt zelfstandig ondernemers die door de coronacrisis in financiële moeilijkheden komen. Lokale overheden keerden in het kader van deze regeling in totaal bijna 2,6 miljard euro uit.

Naast de drie bovenstaande noodmaatregelen was de overheid in het tweede kwartaal ook zo’n 2,4 miljard euro kwijt aan diverse kleinere steunmaatregelen. Bijna de helft hiervan hangt samen met de kosten die worden gemaakt door bijvoorbeeld de gemeentelijke gezondheidsdiensten, veiligheidsregio’s en het RIVM. Daarnaast werd er wederom 0,4 miljard euro uitgegeven aan ondersteuning van het openbaar vervoer. Het onderwijs ontving 0,2 miljard euro voor continuïteit van het onderwijs en extra hulp voor de klas. Ook werd er 0,1 miljard euro uitgetrokken voor nieuwkomers in het onderwijs om onverhoopte achterstanden te verhelpen door extra programma’s aan te bieden.

1 Dit bedrag betreft de niet-financiële transacties van de overheid, exclusief overdrachten binnen de overheid.
2 De cijfers over het eerste kwartaal van 2021 zijn bijgesteld en kunnen daardoor afwijken van cijfers uit de voorgaande kwartaalmonitor.


Waarde overheidsdeelnemingen meer dan 100 miljard euro

Aan het eind van het tweede kwartaal van 2021 bezat de overheid voor 106 miljard euro aan deelnemingen in ondernemingen. Dit betreft zowel publieke als private ondernemingen. Het overgrote deel daarvan is in handen van de centrale overheid. Lokale overheden bezitten bijna een kwart van alle overheidsdeelnemingen. De dividendinkomsten uit deze deelnemingen van de overheid lagen in de eerste helft van 2021 op een aanmerkelijk lager niveau dan in voorgaande jaren.

3.1 Overheidsdeelnemingen 2010-2021
JaarKwartaalCentrale overheid (mld euro)Lokale overheid (mld euro)
20101e kwartaal66,43019,710
20102e kwartaal66,46819,670
20103e kwartaal66,07819,683
20104e kwartaal66,14319,299
20111e kwartaal63,89519,455
20112e kwartaal62,76719,504
20113e kwartaal59,78819,559
20114e kwartaal60,90919,581
20121e kwartaal63,18319,848
20122e kwartaal62,78120,149
20123e kwartaal66,77820,413
20124e kwartaal69,25220,736
20131e kwartaal68,71920,757
20132e kwartaal65,29320,760
20133e kwartaal68,96121,101
20134e kwartaal67,38121,465
20141e kwartaal66,75821,643
20142e kwartaal66,20721,701
20143e kwartaal67,02721,934
20144e kwartaal68,77922,114
20151e kwartaal71,41622,305
20152e kwartaal72,78822,484
20153e kwartaal70,67322,640
20154e kwartaal75,27122,790
20161e kwartaal77,54723,077
20162e kwartaal77,53323,292
20163e kwartaal79,84623,532
20164e kwartaal79,10023,637
20171e kwartaal80,45323,998
20172e kwartaal75,99524,367
20173e kwartaal76,25424,733
20174e kwartaal77,51225,070
20181e kwartaal76,15125,263
20182e kwartaal76,36425,476
20183e kwartaal75,34225,670
20184e kwartaal77,23225,902
20191e kwartaal80,40825,967
20192e kwartaal84,61326,078
20193e kwartaal88,71826,193
20194e kwartaal84,76927,903
20201e kwartaal82,36023,847
20202e kwartaal85,20823,893
20203e kwartaal85,84323,961
20204e kwartaal85,07424,016
20211e kwartaal81,62724,113
20212e kwartaal81,38224,175

StatLine: Overheidsdeelnemingen
StatLine: Overheidsfinanciën; financiële balans

De grootste deelneming van de centrale overheid betreft het aandeel in De Nederlandsche Bank (DNB). Aan het eind van het tweede kwartaal van 2021 werd de waarde hiervan geraamd op 45 miljard euro, zie ook de financiële balans van de Centrale Bank zoals gepubliceerd op StatLine. De goudprijs heeft een grote invloed op de waardering van de deelneming in DNB. Het belang in de netbeheerder Enexis is de grootste overheidsdeelneming van de lokale overheden. Deze aandelen zijn in handen van vijf provincies en 88 gemeenten. 

De ontwikkeling van de waarde van overheidsdeelnemingen werd in 2020 deels bepaald door de coronacrisis. De waarde van bijvoorbeeld ABN AMRO, NS en Schiphol kelderde in 2020. Daarnaast verkochten 44 gemeenten hun belang in Eneco voor ruim vier miljard euro. Wel bleef de totale waardedaling van de overheidsdeelnemingen in 2020 uiteindelijk beperkt tot 3,6 miljard euro doordat de waarde van DNB in 2020 fors steeg.

In het eerste halfjaar van 2021 daalde de waarde van de overheidsdeelnemingen met ongeveer 3,5 miljard euro. Dit kwam met name doordat de waardering van DNB in de eerste helft van dit jaar met 5 miljard euro afnam. Daar stond onder andere tegenover dat het belang in ABN AMRO ruim een miljard euro meer waard werd als gevolg van de gestegen beurskoers.

3.2 Dividendinkomsten overheid per kwartaal
 1e kwartaal (mln euro)2e kwartaal (mln euro)3e kwartaal (mln euro)4e kwartaal (mln euro)
200845713595111273
200958714054461751
20107166532411308
2011264717445192
2012859905213331
201320671177164452
201413521251153469
20157771587507179
20163771329532358
20172311431656121
20181801755653167
20197191392582133
20201089518237201
2021*293572
* tot en met het tweede kwartaal voor 2021

StatLine: Overheidsinkomsten; transacties en overheidssectoren

Het deelnemingenbezit levert de overheid ook dividenduitkeringen op waarvan de hoogte vaak samenhangt met de in het voorgaande jaar gemaakte winst. De overheidsinkomsten uit dividenden daalden in 2020 met bijna 800 miljoen euro naar een niveau van ongeveer 2 miljard euro. In 2020 boekten veel ondernemingen een slecht resultaat. Als gevolg daarvan werd er vorig jaar vaak geen dividend over 2019 uitgekeerd of werd dit uitgesteld naar 2021. Voor die laatste mogelijkheid koos bijvoorbeeld de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), waar zowel het Rijk als lokale overheden eigenaar van zijn. De overheid kreeg in 2020 de meeste dividendinkomsten door haar belang in DNB (ruim 600 miljoen euro), gevolgd door dividendinkomsten uit de Gasunie (bijna 300 miljoen euro). In 2021 liggen de dividendinkomsten halverwege het jaar aanmerkelijk lager dan over dezelfde periode vorig jaar. Dit ligt voornamelijk aan een aanmerkelijk lagere winstuitkering van DNB, die in 2021 daalde naar 15 miljoen euro in verband met het opzetten van ruimere financiële buffers.

Aardgasbezit is verdampt

De schuld (EMU) van de Nederlandse overheid bedroeg eind 2020 bijna 435 miljard euro. Maar daar staan financiële en niet-financiële bezittingen tegenover. Het financiële bezit van de overheid, waaronder uitstaande leningen en deelnemingen, bedroeg op dat moment 274 miljard euro. De waarde van de niet-financiële bezittingen van de overheid bedroeg eind 2020 nagenoeg 500 miljard euro. In de grafiek hieronder is aangegeven welke bezittingen dit betreft in 2000, 2010 en 2020. De bezittingen in de jaren 2000 en 2010 zijn uitgedrukt in het gemiddelde prijsniveau van 2020.

In waarden gemeten is grond-, weg- en waterbouw (GWW) het belangrijkste niet-financiële bezit van de overheid. In de eerste twee decennia van de 21ste eeuw heeft de Nederlandse overheid flink aan de weg getimmerd. In deze periode is de waarde van GWW met 45 procent toegenomen. Mede door het wegvallen van het aardgasbezit vertegenwoordigt GWW in 2020 maar liefst 60 procent van het niet-financiële bezit van de overheid.

4.1 Niet-financiële bezittingen van de overheid
 Woningen en gebouwen (mld euro)Grond-, weg- en waterbouw (mld euro)Overige materiële activa inclusief voorraden (mld euro)Immateriële activa (mld euro)Grond inclusief overdrachtskosten (mld euro)Aardgas en aardolie (mld euro)
200095,4205,628,121,758,5124
2010116,1269,530,328,349,4178,2
202098,1298,827,934,637,32,9
Waarde uitgedrukt in gemiddelde prijzen van het jaar 2020. De prijscorrectie is gebaseerd op de CPI, dit met als doel de relatieve waarden van individuele activa van jaar op jaar adequaat in beeld te brengen.

StatLine: Overheidsbalans; activa en passiva

In een tijdsbestek van tien jaar is het bezit van aardgas en aardolie nagenoeg verdampt. Tussen 2000 en 2010 nam dit bezit juist fors toe, dit als gevolg van gestegen aardgasprijzen. Een stijgende aardgasprijs heeft tot gevolg dat prognoses van toekomstige aardgasbaten opwaarts worden bijgesteld. De fysieke aardgasvoorraad in de grond daalde in deze periode met 25 procent. 

Na 2010 is de aardgaswinning voortgezet, maar in maart 2018 kondigde de regering een stapsgewijze reductie van de winning van het Gronings aardgas aan, en stopzetting in 2030. Deze maatregel werd genomen in reactie op de schade die de winning van aardgas in Groningen heeft veroorzaakt. Kort daarna stelde de Nederlandse overheid de toegestane winning meerdere malen neerwaarts bij. In september 2020 kondigde de overheid aan dat de sluiting van het Groningse gasveld halverwege 2022 een feit moet zijn. Een uitzondering wordt gemaakt voor extreem strenge winters. Dan kan alsnog een beroep worden gedaan op het Gronings aardgas.

Wanneer de winning ervan maatschappelijk onaanvaardbaar wordt, dan is een natuurlijke hulpbron, ongeacht de omvang, niets meer waard. Dit betekent dat de waarde van de aardgasreserves op de balans van de overheid in korte tijd sterk is afgenomen. Voor eind 2020 is de gezamenlijke waarde van het aardgas en aardolie vastgesteld op 3 miljard euro. Eind 2010 vertegenwoordigde het aardgas en aardolie, uitgedrukt in het gemiddelde prijspeil van 2020, nog een waarde van 178 miljard euro.

Recente publicaties en cijfers

Op het gebied van de overheidsfinanciën zijn in de afgelopen kwartalen de onderstaande publicaties uitgebracht. Cijfers zijn te vinden in de CBS databank StatLine. Meer informatie is benaderbaar via de themapagina Overheid en politiek

Publicaties

Overheidsterkort daalt in tweede kwartaal 23 september 2021

Maandindicatoren Rijksoverheid 31 augustus 2021

Maatwerktabel: Inkomsten, uitgaven en saldo op kasbasis van de Rijksoverheid, 2018-2021 31 augustus 2021

Aanhoudend tekort in 2021 24 juni 2021

Overheidssaldo verslechtert maar minder dan in andere West-Europese landen 12 mei 2021

StatLine

Overheidsfinanciën; kerncijfers 23 september 2021

Overheid; financiële balans, marktwaarde, overheidssectoren 23 september 2021

Overheidsinkomsten; transacties en overheidssectoren 23 september 2021

Overheid; ontvangen belastingen en wettelijke premies 23 september 2021

Overheidsschuld; schuldtitel, geldgever, waarderingsgrondslag, sectoren 23 september 2021

Overheidsuitgaven; transacties en overheidssectoren 23 september 2021

Saldo en schuld; overheidssectoren 23 september 2021

Overheidsproductie en -consumptie; transacties en overheidssectoren 23 september 2021

Overheidsbalans; activa en passiva 31 augustus 2021

Socialezekerheidsfondsen: inkomsten en uitgaven 31 augustus 2021

Centrale overheid; inkomsten en uitgaven per maand op kasbasis 31 augustus 2021

Overheid; sociale uitkeringen 24 juni 2021

Waterschappen; tarieven heffingen 26 februari 2021

Opbrengsten waterschapsheffingen; begrotingen en realisatie
26 februari 2021

Decentrale overheden; EMU-saldo, begroting 2019-2021 5 februari 2021

Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen per gemeente 27 januari 2021

Kerncijfers gemeentebegrotingen, heffingen naar regio en grootteklasse 27 januari 2021

Gemeentebegrotingen; heffingen naar regio en grootteklasse 27 januari 2021

Gemeentebegrotingen; heffingen per gemeente 27 januari 2021

Decentrale overheden; EMU-saldo, begroting 2019-2021 27 januari 2021