1. Inleiding
In deze publicatie wordt het Nederlandse midden- en kleinbedrijf in het niet-financiële bedrijfsleven (business economy) internationaal vergeleken. De term business economy wordt internationaal het meest gebruikt om het bedrijfsleven af te bakenen. De business economy telt de overheidssector niet mee. Ook de agrarische sector, financiële dienstverlening, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie, belangen- en hobby-verenigingen en overige persoonlijke dienstverlening worden niet tot de business economy gerekend. De business economy is dus een deel van alle economische activiteiten. Het mkb betreft bedrijven tot 250 werkzame personen. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen het microbedrijf, bedrijven tot en met 9 werkzame personen, het kleinbedrijf, bedrijven met 10 tot en met 49 werkzame personen, en het middenbedrijf, bedrijven met 50 tot en met 249 werkzame personen.
In het volgende hoofdstuk zal het aantal bedrijven in het Nederlandse mkb worden vergeleken met de Europese landen. Ook zal er naar de procentuele verandering van het aantal bedrijven worden gekeken. Het derde hoofdstuk behandelt het aantal werkzame personen binnen het Europese mkb. Het Nederlandse mkb zal worden vergeleken met andere Europese landen. Verder wordt de handelssector uitgelicht. In het vierde hoofdstuk worden de omzet en de bruto toegevoegde waarde besproken, zowel totaal als per werkzame persoon. Nederland zal nader vergeleken worden met de buurlanden België, Duitsland en Verenigd Koninkrijk. Tot slot volgen de conclusies en de bronnenlijst.