Basisverlegging inputprijsindexcijfers Grond-, weg- en waterbouw van 2010=100 naar 2015=100
Over deze publicatie
Om de prijsontwikkelingen van verschillende deelgebieden in de Grond-, weg-, en waterbouw (GWW) in Nederland te volgen, publiceerde het CBS vier maal per jaar de prijsindexcijfers van de GWW. In totaal werden acht reeksen gepubliceerd, die elk betrekking hebben op een deelgebied van de GWW. De deelgebieden zijn gebaseerd op de indeling Classification Products to Activity (CPA):
- 4211a Wegen met open verharding;
- 4211b Wegen met gesloten verharding;
- 4212 Boven- en ondergrondse spoorwegen;
- 4213 Bruggen en tunnels;
- 4221 Werken voor vloeistoffen;
- 4291 Waterbouwkundige werken;
- 4312 Bouwrijp maken van terreinen;
- 4321 Elektrische installatie.
Met ingang van het eerste kwartaal van 2020 worden de prijsindices GWW gepubliceerd met een nieuw referentiejaar, te weten het jaar 2015. Tevens worden twee nieuwe reeksen prijsindexcijfers toegevoegd, te weten: 4212a Spoorwegen; Aanleg en 4212b Spoorwegen; Exploitatie/onderhoud. Alle reeksen zijn met terugwerkende kracht berekend vanaf januari 2012. De basisverlegging heeft tot gevolg dat het verloop van de nieuwe reeksen prijsindices, van januari 2012 tot en met oktober 2019, af kunnen wijken van het verloop van de prijsindices in dezelfde periode op basis 2010=100.
Dit artikel gaat in op de wijzigingen die zijn doorgevoerd bij de basisverlegging en het verschil tussen de indexreeksen op basis 2010=100 en de indices met als basis 2015=100. De eerste paragraaf gaat over de uitbreiding van het aantal indexreeksen. Vervolgens een beschrijving van de wijze waarop de prijsindices van de GWW worden berekend. Daarna worden de wijzigingen die zijn doorgevoerd bij de basisverlegging beschreven. In de vierde paragraaf wordt ingegaan op het effect dat de basisverlegging heeft op het verloop van de prijsindices van de reeksen die al werden gepubliceerd op de oude basis. Tot slot wordt een advies gegeven over de wijze waarop kan worden overgestapt van de reeksen 2010=100 naar 2015=100, bij aanpassingen van contracten en dergelijke.
1. Uitbreiding aantal reeksen prijsindexcijfers
2. De prijsindices van de Grond-, weg- en waterbouw
Bij het bepalen van de soort en hoeveelheid materiaal, materieel en arbeid is per deelgebied gebruik gemaakt van een representatief project waarvan hoeveelhedenstaten en kostenramingen zijn opgesteld. In de hoeveelhedenstaten en kostenramingen staan de voor de uitvoering van het project benodigde hoeveelheden arbeid, materiaal en materieel en welke kosten daarmee gemoeid zijn. Op basis van deze kosten wordt het aandeel (wegingsfactor) van dat onderdeel binnen het totaal van de werksoort bepaald. Vervolgens wordt voor dat materiaal, materieel of dienst de wegingsfactor gekoppeld aan een indexreeks van producentenprijzen (PPI), dienstenprijzen (DPI) of consumentenprijzen (CPI) van de desbetreffende materiaal- of materieelsoort of dienst. De prijsindexcijfers in deze reeksen brengen de prijsontwikkeling van de in Nederland op de markt gebrachte goederen of diensten in beeld. Voor de ontwikkeling van de arbeidskosten wordt gebruik gemaakt van de ontwikkelingen van de prijsindexcijfers van de cao-lonen. Samen levert dit per GWW-deelgebied een prijsindexcijfer op dat de prijsontwikkeling van dat deelgebied weerspiegelt.
Naast de reeksen van de verschillende deelgebieden wordt er ook een gewogen indexreeks gepubliceerd van deze deelreeksen samen: 42/43 Grond-, weg- en waterbouw. In paragraaf 3.2.3 wordt deze samengestelde reeks nader besproken.
Bijlage 1 bevat een overzicht van gewichten van de 42/43 Grond-, weg- en waterbouw en de GWW-deelgebieden naar PPI (2-digit prodcomgroep), DPI, CPI en arbeid.
3. Overzicht van wijzigingen
3.1 Uitbreiding van de reeks 4212 Spoorwegen
Zoals in paragraaf 1 al is omschreven is met ingang van deze basisverlegging het aantal onderscheiden deelgebieden uitgebreid van acht naar tien.
Nieuw zijn de reeksen:
3.1.1 4212a Spoorwegen; Aanleg
Deze nieuwe reeks betreft de aanleg van heavy rail. Hieronder wordt het aanleggen van nieuwe spoorinfrastructuur verstaan. De werkzaamheden bestaan onder andere uit baan- en spoorbouw, tractie- en energievoorziening, beveiliging en kunstwerken. Transfer/stations en ICT vallen hier niet onder.
3.1.2 4212b Spoorwegen; Exploitatie/onderhoud
Deze nieuwe reeks betreft de exploitatie en het onderhoud van heavy rail. Dit betreft het exploiteren, beheren, onderhouden en vervangen van bestaande spoorinfrastructuur, inclusief transfer/stations en ICT.
3.2 Nieuwe wegingen
Bij de basisverlegging naar 2010=100 was besloten dat de bestaande modellen van de GWW-deelgebieden nog voldoende representatief waren om ook bij de nieuwe basis te gebruiken. Bij de basisverlegging naar 2015=100 die nu plaatsvindt, is besloten om voor alle deelgebieden nieuwe representatieve projecten te selecteren die qua materiaalgebruik en uitvoering beter aansluiten op de ontwikkelingen in de huidige markt.
Dit betekent dat alle brongegevens -zoals de begrotingen van de verschillende deelgebieden van de GWW- voor het bepalen van de gewichten opnieuw zijn bepaald.
Voor de berekening van de prijsindices van de GWW gebruiken we wegingsschema’s op drie niveaus. Allereerst worden de prijsindexcijfers van de kostenposten arbeid, de materialen en het materieel samen gewogen tot één prijsindexcijfer van een bepaalde werksoort binnen een deelgebied van de GWW. Vervolgens worden de verschillende werksoorten samen gewogen tot een van de gepubliceerde deelgebieden van de GWW. Tot slot worden de prijsindices van de deelgebieden van de GWW tot één prijsindexcijfer voor de gehele GWW samengewogen.
3.2.1 Wegingsschema’s kostenposten binnen een werksoort
Voor de bepaling van de nieuwe gewichten zijn de kosten van alle materialen, materieel, diensten en arbeid binnen een werksoort gekoppeld aan een reeks prijsindexcijfers die het prijs- of kostenverloop van die betreffende kostenpost vertegenwoordigt. Voor het prijsverloop van de verschillende kostenposten wordt gebruik gemaakt van de Producentenprijsindexcijfers (PPI), de Dienstenprijsindexcijfers (DPI), de Consumentenprijsindexcijfers (CPI) en tot slot de cao-loonindexcijfers reeks contractuele loonkosten per gewerkt uur, inclusief bijzondere beloning.
3.2.2 Wegingsschema’s werksoorten binnen een deelgebied GWW
Allereerst worden de gewichten van de verschillende kostenposten vastgesteld. Deze zijn gebaseerd op de kosten die voor iedere kostenpost in de begroting is opgenomen. Nadat de gewichten van de individuele kostenposten zijn berekend, worden de gewichten van de verschillende werksoorten binnen de deelgebieden bepaald. Dit gewicht is gelijk aan de som van de gewichten (kosten) van alle kostenposten binnen de werksoort. Op deze wijze wordt het aandeel van iedere werksoort binnen een deelgebied van de GWW bepaald.
3.2.3 Wegingsschema deelgebieden GWW binnen totaal GWW
Om tot een prijsindexcijfer voor de gehele GWW te komen worden de prijsindices per deelgebied vervolgens gewogen samengesteld op basis van gegevens van Nationale rekeningen (NR). Deze gegevens omvatten omzetgegevens per deelgebied. Daarmee is bepaald hoe groot het aandeel van ieder deelgebied is in de totale omzet van de GWW-sector. De meest recente gegevens van NR stammen op dit moment uit 2016. Omdat het prijsniveau van de kostenposten is vastgesteld op 2018, worden ook de omzetgegevens uit NR met behulp van de prijsindexcijfers GWW per deelgebied opgehoogd naar het prijsniveau van 2018.
3.3 Inputgegevens
Ingaande deze basisverlegging worden er, behoudens prijsindexcijfers van de producentenprijzen, ook prijsindexcijfers gebruikt van diensten en consumenten. Een voorbeeld hiervan is de prijsindex voor vervoer over de weg. Door het gebruik van deze prijsindexcijfers kan een ander verloop ontstaan dan met de eerder gebruikte producentenprijsindexcijfers. Ook het gebruik van meer gedifferentieerde loonindexen kan een verschil geven met de eerder uitsluitend gebruikte loon indexcijfers van de bouwnijverheid.
4. Resultaten
4.1 42/43 Grond-, weg- en waterbouw
Naast de reeksen van de verschillende deelgebieden wordt ook een prijsindexcijfer voor de gehele GWW gepubliceerd. Deze reeks wordt samengesteld uit de deelreeksen waarbij het wegingsschema is ontleend aan de meest recente gegevens van Nationale Rekeningen uit 2016, met een prijsaanpassing naar 2018.
Aandelen 2010=100 | Aandelen 2015=100 | |
42.11a Wegen met open verharding | 6,2 | 5,0 |
42.11b Wegen met gesloten verharding | 20,7 | 16,1 |
42.12 Boven- en ondergrondse spoorwegen | 7,4 | 4,0 |
42.12a Spoorwegen, Aanleg | 0,0 | |
42.12b Spoorwegen, Exploitatie/onderhoud | 0,0 | |
42.13 Bruggen en tunnels | 7,9 | 7,6 |
42.21 Werken voor vloeistoffen | 20,3 | 19,5 |
42.91 Waterbouwkundige werken | 15,8 | 22,7 |
43.12 Bouwrijp maken van terreinen | 7,9 | 7,3 |
43.21 Elektrische installatie | 13,7 | 17,8 |
42/43 Grond-, weg- en waterbouw | 100,0 | 100,0 |
42/43 Grond-, weg- en waterbouw waarvan aandeel arbeid en diensten | 29,8 | 33,5 |
42/43 Grond-, weg- en waterbouw waarvan aandeel materiaal en materieel | 70,2 | 66,5 |
Bovenstaande tabel 1 geeft een overzicht van dit wegingsschema. Een aanzienlijk deel van de verschuivingen in de gewichten wordt veroorzaakt door een bij NR doorgevoerde revisie. Doordat de som van de gewichten steeds optelt tot 100 hebben deze aanpassingen ook invloed op de overige gewichten.
In tabel 1 is ook het aandeel van arbeid en materiaal en materieel in het totaalcijfer van de ‘42/43 Grond-, weg- en waterbouw’, ter informatie toegevoegd. Deze aandelen zijn een gewogen totaal van de verdeling tussen arbeid en materiaal en materieel per deelgebied.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 100,5 | 104,0 |
2012 | a | 101,4 | 105,9 |
2012 | j | 101,6 | 106,0 |
2012 | o | 102,3 | 107,0 |
2013 | j | 102,2 | 106,0 |
2013 | a | 101,6 | 106,0 |
2013 | j | 101,8 | 105,0 |
2013 | o | 101,6 | 105,6 |
2014 | j | 102,1 | 105,5 |
2014 | a | 101,7 | 104,7 |
2014 | j | 101,9 | 105,0 |
2014 | o | 101,9 | 105,6 |
2015 | j | 99,5 | 100,0 |
2015 | a | 100,4 | 100,7 |
2015 | j | 100,8 | 101,5 |
2015 | o | 99,4 | 98,5 |
2016 | j | 97,7 | 96,0 |
2016 | a | 98,1 | 96,9 |
2016 | j | 100,2 | 99,7 |
2016 | o | 101,0 | 100,5 |
2017 | j | 102,8 | 103,2 |
2017 | a | 102,6 | 103,5 |
2017 | j | 101,5 | 103,1 |
2017 | o | 102,5 | 104,0 |
2018 | j | 104,8 | 106,5 |
2018 | a | 104,3 | 106,4 |
2018 | j | 106,7 | 110,2 |
2018 | o | 108,8 | 112,1 |
2019 | j | 107,5 | 110,3 |
2019 | a | 108,7 | 112,1 |
2019 | j | 109,2 | 113,1 |
2019 | o | 109,3 | 112,4 |
Bovengenoemde bij de basisverlegging geïmplementeerde wijzigingen hebben tot gevolg dat de nieuwe reeks 2015=100 een ander verloop dan de oude reeks kent. Zowel het begin (in 2012) als aan het eind (in 2019) ligt de lijn van 2015=100 hoger dan de oude van 2010=100. Goed beschouwd wordt dit veroorzaakt in de periode rond het referentiejaar 2015. Als we beide reeksen zouden herschalen naar 2012=100 blijkt dat het verschil in ontwikkeling van beide reeksen hoofdzakelijk zit in de periode 2015-2017. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de reeks ‘Wegen met gesloten verharding’ (zie grafiek 4211b). Voor deze reeks is met ingang van deze basisverlegging een nieuwe prijsindex voor wegenbouwasfalt gebruikt. Zie hiervoor paragraaf 4.2.
4.2 Deelgebieden
Hieronder treft u de grafieken aan waarin het verloop van de reeksen op basis van 2010=100 en 2015=100 van de verschillende deelgebieden is weergegeven.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 99,3 | 97,7 |
2012 | a | 100,0 | 98,4 |
2012 | j | 99,9 | 99,2 |
2012 | o | 100,7 | 99,9 |
2013 | j | 100,4 | 99,5 |
2013 | a | 100,3 | 99,5 |
2013 | j | 100,2 | 99,2 |
2013 | o | 100,0 | 99,1 |
2014 | j | 101,0 | 100,3 |
2014 | a | 100,8 | 100,0 |
2014 | j | 100,8 | 100,0 |
2014 | o | 101,0 | 100,4 |
2015 | j | 99,4 | 99,4 |
2015 | a | 99,9 | 99,6 |
2015 | j | 100,6 | 100,5 |
2015 | o | 100,2 | 100,3 |
2016 | j | 99,9 | 100,0 |
2016 | a | 100,3 | 100,6 |
2016 | j | 101,6 | 101,8 |
2016 | o | 101,9 | 101,8 |
2017 | j | 102,2 | 101,5 |
2017 | a | 102,3 | 102,3 |
2017 | j | 102,0 | 102,3 |
2017 | o | 102,8 | 103,1 |
2018 | j | 104,2 | 104,1 |
2018 | a | 104,7 | 104,8 |
2018 | j | 105,9 | 105,7 |
2018 | o | 107,6 | 107,2 |
2019 | j | 107,3 | 107,2 |
2019 | a | 108,1 | 108,0 |
2019 | j | 109,2 | 109,3 |
2019 | o | 109,5 | 109,6 |
De reeksen 4211a, Wegen met open verharding op basis van 2010=100 en 2015=100 hebben in hoofdzaak een vergelijkbare ontwikkeling. De kleine verschillen die er zijn, worden veroorzaakt door het aangepaste wegingsschema als gevolg van het nieuwe, geactualiseerde model dat in de reeks 2015=100 wordt gebruikt.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 104,9 | 132,6 |
2012 | a | 106,9 | 140,0 |
2012 | j | 107,4 | 133,7 |
2012 | o | 108,1 | 138,2 |
2013 | j | 107,9 | 133,3 |
2013 | a | 107,0 | 132,9 |
2013 | j | 107,1 | 130,1 |
2013 | o | 107,0 | 133,8 |
2014 | j | 107,0 | 130,7 |
2014 | a | 106,7 | 127,8 |
2014 | j | 106,8 | 127,7 |
2014 | o | 106,1 | 126,4 |
2015 | j | 99,7 | 100,8 |
2015 | a | 100,8 | 103,7 |
2015 | j | 101,4 | 106,4 |
2015 | o | 98,1 | 93,1 |
2016 | j | 94,1 | 84,0 |
2016 | a | 95,0 | 85,2 |
2016 | j | 98,9 | 95,4 |
2016 | o | 99,9 | 98,3 |
2017 | j | 102,8 | 108,2 |
2017 | a | 102,1 | 107,0 |
2017 | j | 100,1 | 104,2 |
2017 | o | 101,6 | 106,9 |
2018 | j | 105,0 | 114,4 |
2018 | a | 102,3 | 112,2 |
2018 | j | 108,0 | 128,5 |
2018 | o | 110,7 | 133,7 |
2019 | j | 107,1 | 124,6 |
2019 | a | 109,4 | 129,8 |
2019 | j | 110,1 | 132,6 |
2019 | o | 109,4 | 128,3 |
Beide reeksen 4211b, wegen met gesloten verharding laten een fors verschillende ontwikkeling zien. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het gebruik van een nieuwe reeks voor het prijsverloop van wegenbouwasfalt.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 96,3 | 99,3 |
2012 | a | 96,8 | 99,8 |
2012 | j | 97,7 | 99,8 |
2012 | o | 97,7 | 99,9 |
2013 | j | 97,7 | 99,4 |
2013 | a | 97,7 | 98,9 |
2013 | j | 97,1 | 97,6 |
2013 | o | 96,8 | 97,5 |
2014 | j | 97,5 | 98,0 |
2014 | a | 97,0 | 97,7 |
2014 | j | 97,2 | 98,5 |
2014 | o | 98,0 | 99,2 |
2015 | j | 98,9 | 99,6 |
2015 | a | 100,3 | 100,6 |
2015 | j | 100,7 | 100,2 |
2015 | o | 100,2 | 99,7 |
2016 | j | 100,3 | 99,4 |
2016 | a | 100,0 | 99,5 |
2016 | j | 100,8 | 101,4 |
2016 | o | 100,8 | 101,3 |
2017 | j | 102,7 | 103,8 |
2017 | a | 102,6 | 104,9 |
2017 | j | 102,2 | 103,7 |
2017 | o | 102,8 | 104,8 |
2018 | j | 103,7 | 105,8 |
2018 | a | 103,8 | 105,8 |
2018 | j | 105,0 | 107,2 |
2018 | o | 105,5 | 107,5 |
2019 | j | 105,6 | 107,7 |
2019 | a | 106,0 | 108,5 |
2019 | j | 106,9 | 108,9 |
2019 | o | 107,1 | 109,2 |
Beide reeksen 4212 Boven- en ondergrondse spoorwegen op basis van 2010=100 en 2015=100 vertonen op de lange termijn een vergelijkbare trendontwikkeling. Door de keuze van nieuwe modellen en de daarmee verbonden nieuwe wegingschema’s zijn kleine verschillen ontstaan.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 99,6 | 100,2 |
2012 | a | 100,0 | 100,6 |
2012 | j | 100,3 | 100,6 |
2012 | o | 100,7 | 100,9 |
2013 | j | 100,8 | 100,8 |
2013 | a | 100,5 | 100,3 |
2013 | j | 99,9 | 99,5 |
2013 | o | 100,3 | 99,9 |
2014 | j | 101,1 | 100,7 |
2014 | a | 100,5 | 100,1 |
2014 | j | 100,3 | 100,0 |
2014 | o | 100,5 | 100,5 |
2015 | j | 99,8 | 99,9 |
2015 | a | 100,0 | 100,3 |
2015 | j | 100,4 | 100,5 |
2015 | o | 99,7 | 99,7 |
2016 | j | 99,4 | 99,1 |
2016 | a | 100,1 | 99,6 |
2016 | j | 101,6 | 101,1 |
2016 | o | 101,3 | 100,9 |
2017 | j | 102,5 | 102,4 |
2017 | a | 103,2 | 103,5 |
2017 | j | 103,5 | 103,2 |
2017 | o | 105,2 | 105,0 |
2018 | j | 106,1 | 106,0 |
2018 | a | 106,2 | 106,3 |
2018 | j | 107,2 | 107,3 |
2018 | o | 107,8 | 108,1 |
2019 | j | 108,6 | 108,6 |
2019 | a | 108,2 | 108,7 |
2019 | j | 109,4 | 109,4 |
2019 | o | 108,6 | 108,8 |
Het nieuwe model in de reeks 4213, Bruggen en tunnels veroorzaakt geen grote verschillen tussen de reeksen op basis van 2010=100 en 2015=100.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 98,0 | 95,4 |
2012 | a | 98,4 | 96,1 |
2012 | j | 98,7 | 96,3 |
2012 | o | 99,6 | 96,8 |
2013 | j | 99,5 | 96,6 |
2013 | a | 99,3 | 96,9 |
2013 | j | 99,7 | 97,1 |
2013 | o | 99,6 | 97,1 |
2014 | j | 100,1 | 97,7 |
2014 | a | 99,6 | 97,7 |
2014 | j | 99,8 | 98,4 |
2014 | o | 100,4 | 101,3 |
2015 | j | 99,6 | 100,3 |
2015 | a | 99,9 | 98,9 |
2015 | j | 100,5 | 100,2 |
2015 | o | 100,0 | 100,0 |
2016 | j | 99,3 | 99,3 |
2016 | a | 98,7 | 100,5 |
2016 | j | 100,2 | 101,0 |
2016 | o | 101,7 | 101,6 |
2017 | j | 101,5 | 103,5 |
2017 | a | 102,1 | 103,1 |
2017 | j | 101,8 | 105,0 |
2017 | o | 101,8 | 104,5 |
2018 | j | 103,8 | 107,2 |
2018 | a | 104,3 | 108,3 |
2018 | j | 105,1 | 108,3 |
2018 | o | 107,3 | 110,0 |
2019 | j | 107,0 | 110,4 |
2019 | a | 108,3 | 112,2 |
2019 | j | 108,9 | 112,1 |
2019 | o | 109,0 | 112,5 |
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 103,4 | 100,1 |
2012 | a | 104,7 | 101,8 |
2012 | j | 104,1 | 104,4 |
2012 | o | 105,4 | 105,2 |
2013 | j | 105,2 | 104,8 |
2013 | a | 104,4 | 104,2 |
2013 | j | 105,2 | 103,5 |
2013 | o | 104,8 | 104,0 |
2014 | j | 105,6 | 104,4 |
2014 | a | 105,2 | 103,8 |
2014 | j | 105,3 | 103,9 |
2014 | o | 104,7 | 104,0 |
2015 | j | 99,4 | 99,6 |
2015 | a | 100,6 | 100,3 |
2015 | j | 101,0 | 101,4 |
2015 | o | 99,0 | 99,3 |
2016 | j | 95,1 | 96,5 |
2016 | a | 96,6 | 98,0 |
2016 | j | 100,0 | 100,5 |
2016 | o | 100,5 | 100,2 |
2017 | j | 103,2 | 100,6 |
2017 | a | 102,5 | 101,8 |
2017 | j | 101,1 | 101,3 |
2017 | o | 102,7 | 102,4 |
2018 | j | 105,4 | 104,1 |
2018 | a | 105,2 | 104,5 |
2018 | j | 108,1 | 107,5 |
2018 | o | 111,1 | 109,5 |
2019 | j | 108,3 | 108,0 |
2019 | a | 109,3 | 109,8 |
2019 | j | 110,0 | 111,0 |
2019 | o | 110,1 | 110,7 |
Ook voor de reeks 4291, Waterbouwkundige werken geldt dat de verschillen tussen de reeksen 2010=100 en 2015=100 gering zijn en terug te voeren zijn op het nieuwe model en wegingsschema.
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 102,6 | 98,3 |
2012 | a | 103,2 | 99,3 |
2012 | j | 102,8 | 102,9 |
2012 | o | 103,4 | 103,4 |
2013 | j | 103,8 | 104,2 |
2013 | a | 102,8 | 103,0 |
2013 | j | 103,7 | 103,5 |
2013 | o | 103,3 | 103,3 |
2014 | j | 103,7 | 103,5 |
2014 | a | 103,4 | 103,2 |
2014 | j | 104,0 | 103,2 |
2014 | o | 103,4 | 103,0 |
2015 | j | 99,6 | 99,6 |
2015 | a | 100,4 | 100,2 |
2015 | j | 100,7 | 100,8 |
2015 | o | 99,3 | 99,7 |
2016 | j | 97,1 | 96,2 |
2016 | a | 98,2 | 98,4 |
2016 | j | 100,3 | 100,1 |
2016 | o | 100,9 | 99,9 |
2017 | j | 103,0 | 100,1 |
2017 | a | 101,4 | 100,9 |
2017 | j | 99,7 | 100,3 |
2017 | o | 100,4 | 101,1 |
2018 | j | 105,2 | 103,3 |
2018 | a | 103,6 | 103,4 |
2018 | j | 106,5 | 105,3 |
2018 | o | 110,3 | 107,5 |
2019 | j | 109,6 | 105,4 |
2019 | a | 110,8 | 107,1 |
2019 | j | 109,3 | 107,6 |
2019 | o | 111,6 | 108,3 |
Jaar | Kwartaal | 2010=100 (herschaald) (index) | 2015=100 (index) |
---|---|---|---|
2012 | j | 96,9 | 99,3 |
2012 | a | 97,1 | 99,8 |
2012 | j | 97,7 | 100,5 |
2012 | o | 97,5 | 99,9 |
2013 | j | 97,6 | 99,6 |
2013 | a | 97,1 | 100,7 |
2013 | j | 96,6 | 99,3 |
2013 | o | 96,3 | 98,6 |
2014 | j | 96,7 | 98,9 |
2014 | a | 96,4 | 98,3 |
2014 | j | 96,5 | 98,8 |
2014 | o | 97,7 | 99,5 |
2015 | j | 98,8 | 100,1 |
2015 | a | 100,8 | 101,4 |
2015 | j | 100,5 | 100,0 |
2015 | o | 99,9 | 99,0 |
2016 | j | 101,1 | 99,1 |
2016 | a | 100,5 | 98,5 |
2016 | j | 101,0 | 99,4 |
2016 | o | 101,2 | 101,0 |
2017 | j | 104,6 | 103,5 |
2017 | a | 104,4 | 104,1 |
2017 | j | 103,5 | 103,7 |
2017 | o | 104,0 | 103,9 |
2018 | j | 104,6 | 103,8 |
2018 | a | 105,4 | 103,5 |
2018 | j | 106,6 | 104,2 |
2018 | o | 107,3 | 104,3 |
2019 | j | 107,6 | 104,4 |
2019 | a | 108,1 | 104,6 |
2019 | j | 108,7 | 105,1 |
2019 | o | 108,8 | 105,0 |
Binnen het deelgebied 4321, Elektrische installatie vertegenwoordigt de werksoort Wegsignalering in de reeks 2015=100 een belangrijk(er) onderdeel. Daarbij is in deze reeks als proxy voor de elektrische componenten gekozen voor Prodcom 26200000, computers en randapparatuur. Deze kent een kleinere prijsontwikkeling dan de eerder gebruikte restgroep prodcom 279x, Andere elektrische apparatuur. Dit is in hoofdzaak de verklaring van het verloop van de nieuwe reeks 2015=100.
5. Overgang van referentiejaar 2010=100 naar 2015=100
- De berekening van een prijsontwikkeling over een periode die aanvangt in of na januari 2008 en die duurt tot uiterlijk oktober 2019 wordt gebaseerd op de reeks 2010=100.
- De berekening van een prijsontwikkeling over een periode die aanvangt in of na januari 2012 en die duurt tot een tijdstip na oktober 2019 wordt gebaseerd op de reeks 2015=100.
- De berekening van een prijsontwikkeling over een periode die aanvangt in de periode januari 2008 tot en met oktober 2011 en die duurt tot een tijdstip na oktober 2019 wordt gebaseerd op een geschakelde reeks 2010=100. Hierbij moet vanaf januari 2020 binnen de reeks 2015=100 de procentuele ontwikkeling ten opzichte van oktober 2018 berekend worden, omdat het prijsindexcijfer voor oktober 2018 het laatst gepubliceerde definitieve cijfer op basis 2010=100 is geweest; deze ontwikkeling moet vervolgens worden ‘gezet op’ de uitkomsten van oktober 2018 van de reeks 2010=100 (zie tabel 2).
2. Koppelvoorbeeld Periode Indexcijfer
2010=100Indexcijfer
2015=100Indexcijfer
gekoppelde reeksOktober 2018 114,5 112,1 114,5 Januari 2020 114,2 116,6
De januari-index van de gekoppelde reeks wordt bepaald door de ontwikkeling tussen oktober 2018 en januari 2020 te bepalen volgens de reeks 2015=100 en deze te vermenigvuldigen met de index van oktober 2018 uit de reeks 2010=100. In het voorbeeld: (114,2/112,1) * 114,5 = 116,6 (afgerond). Voor april 2020 wordt de index volgens dezelfde lijn berekend, waarbij telkens in oktober 2018 moet worden gekoppeld.
Naast de reeksen met verschillende basisjaren die een beperkte periode beschrijven publiceert het CBS ook een historische reeks 2000 = 100, vanaf 1979. In deze historische reeks zijn de reeksen vanaf de eerste periode van publicatie aan elkaar gekoppeld.
Wanneer u hierbij vragen of problemen heeft, kunt u terecht bij de infoservice van het CBS.
Bijlage 1
Bron 1) | Omschrijving | 42/43 Grond-, weg- en waterbouw | 4211a Wegen met open verharding | 4211b Wegen met gesloten verharding | 4212 Boven- en ondergrondse spoorwegen | 4212a Spoorwegen Aanleg | 4212b Spoorwegen Exploitatie/ onderhoud | 4213 Bruggen en tunnels | 4221 Werken voor vloeistoffen | 4291 Waterbouw-kundige werken | 4312 Bouwrijp maken van terreinen | 4321 Elektrische installatie |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
PPI 08 | Zand en grind | 12 | 10 | 12 | 5 | 6 | 2 | 0 | 31 | 38 |   | |
PPI 13 | Textielvlies | 0 | 0 | |||||||||
PPI 16 | Houtproducten | 0 | 1 | 0 | 1 | 0 | ||||||
PPI 19 | Diesel en smeeroliën | 3 | 3 | 5 | 1 | 3 | 4 | 10 | 1 | |||
PPI 20 | Verf en verfproducten | 0 | 0 | |||||||||
PPI 22 | Rubber en kunststoffen | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8 | |||||
PPI 23 | Betonmortel, betonproducten en bitumineuze producten | 25 | 32 | 44 | 12 | 11 | 4 | 19 | 45 | 22 | 4 | |
PPI 24 | Metalen | 2 | 18 | 21 | 14 | 17 | 3 | |||||
PPI 25 | Constructies van metaal | 6 | 2 | 1 | 0 | 3 | 28 | |||||
PPI 26 | Elektronische en optische producten | 5 | 0 | 9 | 3 | 4 | 29 | |||||
PPI 27 | Elektrische apparatuur | 2 | 6 | 3 | 1 | 8 | ||||||
PPI 28 | Machines en werktuigen | 6 | 4 | 8 | 14 | 13 | 7 | 9 | 6 | 3 | 7 | 3 |
PPI 29 | Auto's en aanhangers | 2 | 2 | 4 | 0 | 1 | 1 | 10 | 1 | |||
PPI 30 | Andere transportmiddelen | 1 | 4 | |||||||||
PPI 35 | Energie | 0 | 1 | 5 | ||||||||
CPI | Verzekering en belasting | 0 | 1 | |||||||||
DPI | Dienstverlening w.o. kosten transport en softwarelicenties | 0 | 2 | 11 | ||||||||
Arbeid | 33 | 49 | 25 | 37 | 39 | 50 | 49 | 38 | 35 | 35 | 23 | |
Totaal | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
1) PPI = Prodcom Producentenprijzen, CPI = Consumentenprijzen, DPI = Commerciële dienstverlening, Arbeid = cao-lonen. |