Het CBS heeft in 2022 onderzoek gedaan naar intergenerationele inkomens/armoedeoverdracht, zonder gebruik te maken van AI-modellen. In dit onderzoek stond de samenhang in inkomen tussen twee familiegeneraties centraal. De uitgangspopulatie was de groep kinderen die in 1995 minderjarig waren en nog bij hun ouder(s) woonden. Het inkomen van de ouders in 1995 is vergeleken met dat van de inmiddels volwassen kinderen in 2020 (25 jaar later). De samenhang in inkomen is onderzocht voor zowel in Nederland als in het buitenland geboren kinderen. Om de samenhang in het inkomen van twee opeenvolgende generaties te onderzoeken is gebruik gemaakt van gegevens van het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 1995 en de integrale Inkomensstatistiek 2020. De integrale Inkomensstatistiek 2020 betreft registerdata voornamelijk afkomstig van de belastingdienst en is daardoor vrijwel dekkend voor de totale Nederlandse bevolking. Het RIO is gebaseerd op een panelsteekproef die jaarlijks ongeveer een derde van de totale bevolking omvatte (telkens dezelfde personen, afgezien van sterfte en emigratie waarvoor jaarlijks ‘gecompenseerd’ werd uit geboorte en immigratie). De onderzoekspopulatie bestond derhalve uit 932 332 personen van 25 tot 43 jaar in 2020, waarvoor ook inkomensgegevens van de ouders in 1995 beschikbaar waren. Conclusie van dit onderzoek was dat de correlatie in het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen tussen de generaties relatief klein was. Dat gold ook voor armoede: de meeste kinderen die opgroeiden in een huishouden met een laag inkomen, hadden hier 25 jaar later zelf niet (langdurig) mee te maken (zie Meeste mensen ontstijgen armoederisico van hun ouders (cbs.nl)).