Auteur: Cor van Bruggen
Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest, vierde kwartaal 2022

3. Ruw-eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen

In het kader van de stikstofproblematiek hebben de overheid en verschillende sectorpartijen in de melkveehouderij in 2021 afgesproken om op sectorniveau het ruw-eiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen in de komende jaren stapsgewijs te verlagen met als streefdoel maximaal 160 gram ruw-eiwit per kilogram droge stof in 2025. De melkveestapel bestaat uit melkkoeien en het bijbehorende vrouwelijke jongvee. 

Met ingang van de tweede kwartaalrapportage van 2022 is de rapportage uitgebreid met een prognose van het ruw-eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen. De uitgangspunten in de prognose van het ruw-eiwitgehalte zijn opgenomen in Paragraaf 2.1 onder Voerverbruik en voersamenstelling. In Tabel 3.1 is de prognose voor 2022 weergegeven op basis van de resultaten van het vierde kwartaal.

3.1 Ruw-eiwitgehalte van het melkveerantsoen (g/kg drogestof)
20211e kwartaal-
rapportage 2022
2e kwartaal-
rapportage 2022
3e kwartaal-
rapportage 2022
4e kwartaal-
rapportage 2022
Melkveevoerrantsoen (melkkoeien en jongvee)165.162161162


Experts uit onderzoek en bedrijfsleven bevestigen dat in 2022 de ruw eiwitgehalten in de voorjaars- en zomerkuilen relatief laag zijn en die in de najaarskuilen, na de droge zomerse omstandigheden, iets hoger dan in 2021. Dat verklaart het hogere verwachte ruw-eiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen ten opzichte van het vorige kwartaal. De experts wijzen erop dat er desalniettemin sprake is van een zich doorzettende dalende tendens in het ruw-eiwitgehalte in de rantsoenen vanaf 2018. Daarin zien zij de bevestiging dat melkveehouders, samen met hun adviseurs, momenteel extra aandacht besteden aan het optimaliseren van de rantsoenen.