Samenvatting
In dit rapport zijn zorginstellingen op basis van de waarden van een groot aantal financiële kengetallen over het jaar 2022 ingedeeld in 10 gelijke groepen of decielen. Door vergelijking van de waarden van een individuele zorginstelling met de grenswaarden behorende bij deze decielen, kan de financiële positie van deze instelling afgezet worden tegen die van een groep van vergelijkbare instellingen (benchmark). Tevens is een analyse gemaakt van de ontwikkeling van de rentabiliteit, het weerstandsvermogen, de solvabiliteit, de current ratio en de omloopsnelheid kapitaal over de jaren 2018 tot en met 2022. Ook is over deze periode de ontwikkeling van de kosten per arbeidsjaar van zorginstellingen in de care-sector berekend.
Het (ongewogen) gemiddeld resultaat uit gewone bedrijfsvoering is in 2022 het laagst bij de cure-instellingen en de geestelijke gezondheidszorg. Het hoogste resultaat uit gewone bedrijfsvoering is zichtbaar bij de gehandicaptenzorg. Bovendien is de spreiding bij de algemene ziekenhuizen in winstpercentage tussen de afzonderlijke instellingen veel kleiner dan bij care-instellingen. De grootste spreiding is zichtbaar bij de gehandicaptenzorg, gevolgd door de thuiszorginstellingen.
Het (ongewogen) gemiddelde weerstandsvermogen van zorginstellingen neemt toe ten opzichte van 2021, terwijl de gemiddelde solvabiliteit afneemt.
Alle sectoren hebben een current ratio van ruim boven de 100 procent, waarmee zij in staat zijn om de kortlopende verplichtingen te betalen. De instellingen in de care-sector hebben gemiddeld een hogere current ratio dan de instellingen in de cure-sector. Dit geldt ook voor de omloopsnelheid kapitaal.
In alle sectoren nemen de mediane totale bedrijfskosten per arbeidsjaar in 2022 af ten opzichte van 2021. Deze daling is mede bepaald door de correctie voor inflatie en de hoge waarde hiervan in 2022. De hoogste mediane bedrijfskosten per arbeidsjaar, op prijspeil 2022, zijn zichtbaar bij de sector GGZ en de laagste waarden bij de thuiszorginstellingen.