Auteur: Coen van Duin, Lenny Stoeldraijer

Bevolking 2050 Caribisch Nederland

Over deze publicatie

Het inwonertal van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) neemt volgens de meest recente bevolkingsprognose toe van 29,4 duizend in 2023 naar 37,2 duizend in 2050. De omvang en samenstelling van de bevolking in 2050 hangen af van de ontwikkeling van de migratie, geboorte en sterfte in de komende zevenentwintig jaar. En die ontwikkelingen zijn onzeker. Om die reden zijn er – naast de reguliere bevolkingsprognose voor Caribisch Nederland – een aantal varianten berekend. Omdat de onzekerheid van de bevolkingsontwikkeling van Caribisch Nederland vooral afhangt van de omvang van de migratie, laten de varianten zien hoe de ontwikkeling van de bevolkingsgroei en de samenstelling van de bevolking in de komende zevenentwintig jaar zal verschillen als migratie zich anders ontwikkelt dan de prognose veronderstelt. Daarnaast wordt in dit artikel het beperkte effect van geboorte en sterfte op de toekomstige bevolking van Caribisch Nederland beschreven.

Met dank aan Joop de Beer en Peter Ekamper (NIDI).
In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

1. Inleiding

Begin 2023 woonden er 29,4 duizend inwoners in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba), waarvan het grootste gedeelte op Bonaire. In de meest recente bevolkingsprognose, die in juli 2023 is gepubliceerd (CBS, 2023), wordt verwacht dat de bevolking groeit tot 37,2 duizend in 2050. In 2050 is een groter deel dan nu van de inwoners geboren buiten de Nederlandse Cariben en Europees Nederland en het aandeel inwoners van 65 jaar of ouder zal toenemen.

Deze verwachtingen zijn echter onzeker. Er kunnen meer of minder migranten zijn dan verondersteld, en ze kunnen ook uit een andere regio komen. Daarnaast kan het kindertal verder dalen of juist gaan stijgen of de toename in de levensverwachting kan afremmen of sterker stijgen.

In de Verkenning Bevolking 2050 werd voor Europees Nederland beschreven hoe hoog het inwonertal en hoe de bevolkingssamenstelling in 2050 zouden zijn bij uiteenlopende ontwikkelingen van het kindertal, de sterfte en de internationale migratie, en wat de invloed daarvan zou zijn op verschillende beleidsterreinen (NIDI en CBS, 2020 en 2021). In november 2022 verzocht de Tweede Kamer om een soortgelijke analyse voor de eilanden van Caribisch Nederland te laten opnemen in de opdracht van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Dit artikel beschrijft de demografische varianten die zijn onderzocht.

De onzekerheid in de toekomstige samenstelling en omvang van de bevolking op de eilanden komt vooral doordat onbekend is hoeveel immigranten er naar de eilanden zullen komen en hoeveel emigranten er zullen vertrekken. De onzekerheid in het kindertal en de levensverwachting speelt daarmee vergeleken een kleine rol. Daarom is ervoor gekozen alleen de internationale migratie te variëren ten opzichte van de prognose. De varianten laten zien hoe de bevolkingsgroei en bevolkingssamenstelling van de eilanden zich in de komende zevenentwintig jaar zullen ontwikkelen onder verschillende aannames voor het migratiesaldo.

De bevolkingssamenstelling en bevolkingsontwikkeling van Caribisch Nederland verschillen per eiland. Om die reden worden de varianten, net als de prognose, voor ieder eiland apart opgesteld. Voor Bonaire is een variant met een laag migratiesaldo doorgerekend en twee varianten met een hoog migratiesaldo. In één van de hoge varianten komen er meer immigranten elders uit het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland) in de andere meer immigranten van daarbuiten. Voor Saba en Sint Eustatius is één variant met een laag en één met een hoog migratiesaldo doorgerekend.

Hoofdstuk 2 beschrijft welke veronderstellingen in de varianten zijn gekozen. In hoofdstuk 3 worden de uitkomsten van de varianten beschreven. Hoofdstuk 4 bevat een korte samenvatting.

2. Bevolkingsvarianten

De populatie van dit onderzoek bestaat uit de bevolking in Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) naar leeftijd, geslacht en geboorteland. Het geboorteland van de bevolking van Caribisch Nederland wordt gegroepeerd in drie geboorteregio’s: de Nederlandse Cariben (Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten), Europees Nederland en de rest van de wereld (“Elders”). Personen uit de eerste twee groepen hebben doorgaans de Nederlandse nationaliteit.

Met het model dat is gebruikt voor de Bevolkingsprognose Caribisch Nederland 2023-2050 (een cohortcomponentenmodel) worden de varianten berekend. Uitgangspunt zijn de veronderstellingen uit de Bevolkingsprognose Caribisch Nederland 2023-2050 voor kindertal, levensverwachting en migratie (CBS, 2023). Voor de varianten worden andere veronderstellingen voor migratie dan in de prognose gebruikt.

2.1 Onzekerheid over het kindertal en de levensverwachting

Onzeker is hoeveel kinderen de komende zevenentwintig jaar in Caribisch Nederland worden geboren. Het aantal geboorten hangt enerzijds af van het aantal vrouwen in de leeftijd om kinderen te krijgen en anderzijds van het gemiddelde kindertal per vrouw. Een hoog kindertal leidt tot meer jonge mensen in Caribisch Nederland in 2050, een laag kindertal tot minder.

Daarnaast is onzeker hoeveel mensen de komende zevenentwintig jaar in Caribisch Nederland overlijden. Dit hangt samen met hoe lang mensen leven. Een hogere levensverwachting leidt tot meer oudere mensen in Caribisch Nederland in 2050, een lage levensverwachting tot minder.

Het aantal kinderen dat jaarlijks wordt geboren en het aantal mensen dat jaarlijks overlijdt op de eilanden van Caribisch Nederland, is vele malen kleiner dan het aantal mensen dat daar immigreert of emigreert. Veranderingen in het aantal geboortes of overlijdens als gevolg van veranderingen in het kindertal en de levensverwachting vallen daardoor in het niet bij de veranderingen in de bevolking door de migratie. Voor de toekomst is dat ook te verwachten.

Ook is in het algemeen de onzekerheid van het kindertal en de levensverwachting kleiner dan de onzekerheid in de migratie. Dit valt op te maken uit de prognose-intervallen die berekend zijn rond de bevolkingsprognose van Europees Nederland (Stoeldraijer et al., 2022). Veranderingen in het kindertal en de levensverwachting hebben daarom een veel kleiner effect op de veranderingen in de toekomstige bevolking dan veranderingen in de migratie.

2.1.1 Bevolkingsontwikkeling, gemiddeld per jaar over de periode 2011-2022
 GeboorteSterfteImmigratieEmigratie
Bonaire2011001478898
Sint Eustatius3417207249
Saba1312297276

2.2 Onzekerheid over de migratie

Onzeker is hoeveel immigranten de komende zevenentwintig jaar naar Caribisch Nederland zullen komen en hoeveel mensen naar een ander land emigreren. Een hoger migratiesaldo zal tot een toename van de bevolking, vooral in de werkzame leeftijden, leiden en tot een groter aandeel van de bevolking dat in het buitenland is geboren.

Voor ieder eiland zijn er twee varianten berekend om te laten zien wat er kan gebeuren als de migratie zich op een bepaalde manier ontwikkelt. De varianten zijn variaties omhoog en omlaag ten opzichte van de bevolkingsprognose. Voor Bonaire wordt er daarnaast in de samenstelling van de hoge migratie gevarieerd.

Voor de eilanden zijn immigratie- en emigratieaantallen uit de bevolkingsadministratie beschikbaar sinds 2011. Deze tijdreeks van twaalf jaar is kort vergeleken met de zevenentwintig jaar dat de Verkenning vooruit kijkt. De reeks voor de emigratie bevat bovendien pieken in enkele jaren waarin de bevolkingsregistratie werd opgeschoond en extra mensen werden uitgeschreven die inmiddels niet meer op de eilanden woonden. Het is daardoor niet goed mogelijk om puur uit deze reeks een bandbreedte te schatten waarbinnen het gemiddelde migratiesaldo tot 2050 zal liggen.

Voor de bovengrens bij de eilanden wordt daarom met een vuistregel gewerkt. Daarmee wordt, op een ruwe wijze, de capaciteit van de eilanden om bevolkingsgroei op te vangen meegenomen. We nemen aan dat het cumulatieve migratiesaldo van 2023 tot en met 2049 niet hoger is dan het inwonertal in 2023. Dus dat, puur op grond van de directe invloed van migratie, de eilandbevolking tot 2050 maximaal verdubbeld. Voor Bonaire ligt die grens ongeveer op 900 netto migranten per jaar, voor Sint Eustatius op 120 per jaar en voor Saba op 75 per jaar. De veronderstellingen voor de hoge varianten liggen hier iets onder: 800 netto migranten per jaar voor Bonaire, 100 voor Sint Eustatius en 70 voor Saba.

Deze hoge varianten passen in een toekomst waarin de eilanden aantrekkelijke bestemmingen zijn door een bloeiende economie en goede voorzieningen. Bij Bonaire is in één hoge variant gekeken naar een situatie waarin extra immigranten met een Nederlands paspoort (uit Europees Nederland en de Nederlandse Cariben) voor de stijging zorgen. In de andere hoge variant is gekeken naar een situatie waarin dit komt door toegenomen immigratie van buiten het Koninkrijk. Dit verschil is relevant voor beleid, omdat de twee groepen verschillende rechten hebben. Het leidt ook tot een iets ander demografisch beeld, omdat er onder de immigranten vanuit het Koninkrijk meer kinderen en ouderen zijn. Bij Saba en Sint Eustatius is aangenomen dat de immigratie bij alle herkomstgroepen verhoogd is. Omdat immigratie bij deze eilanden voor het grootste deel van buiten het Koninkrijk der Nederland komt, zijn er in de hoge variant voor deze eilanden vooral extra immigranten uit de groep Elders.

Als ondergrens lijkt bij Bonaire een structureel negatief migratiesaldo onwaarschijnlijk, omdat sinds 2011 de immigratie in vrijwel alle jaren hoger was dan de emigratie. Een migratiesaldo van ongeveer nul is daarom als ondergrens gehanteerd. Die is bereikt door het (positieve) migratiesaldo van de buiten Caribisch Nederland geboren personen voor alle herkomstgroepen met ongeveer twee derde te verlagen en de vertrekgenegenheid van in Caribisch Nederland geboren personen juist te verhogen. Een dergelijke ontwikkeling past bij een toekomst waarin de economische of sociale situatie op het eiland sterk verslechtert, waardoor minder mensen zich er zouden willen vestigen en jonge inwoners naar elders vertrekken omdat daar meer mogelijkheden zijn.

De immigratie naar Saba hangt voor een groot deel samen met de medische school die daar is gevestigd. Deze school ontvangt zo’n 200 studenten per jaar. Voor de lage variant is gekeken naar een situatie waar deze school sluit, waardoor de immigratie van personen van buiten Nederland en Caribisch Nederland ongeveer 200 lager uit komt. Voor het migratiesaldo doet dit relatief weinig, omdat vrijwel alle studenten na een paar jaar weer vertrokken, waardoor hun bijdrage aan de netto migratie beperkt is. Omdat dit ook de werkgelegenheid negatief zou beïnvloeden, is ook van een lagere instroom uit Europees Nederland en de andere eilanden van de Nederlandse Cariben uitgegaan, en van een hogere emigratiegeneigdheid van zowel in Saba geboren personen als immigranten. Dat geeft een klein negatief saldo over de hele periode tot 2050 (minus 5 personen per jaar).

Sint Eustatius heeft een grotere bevolking dan Saba en ontvangt immigranten waarvan een groter deel blijft. Daardoor is voor dit eiland een groter structureel vertrekoverschot tot 2050 denkbaar als de immigratie daalt en de emigratiegeneigdheid van de immigranten of de zittende bevolking toeneemt. Voor de lage variant is een combinatie van minder immigratie en hogere emigratiegeneigdheid verondersteld die leidt tot een gemiddeld migratiesaldo van minus 25 personen per jaar.

2.2.1 Veronderstelling over migratie, gemiddelden per jaar over de periode 2023-2049, bevolkingsprognose en bevolkingsvarianten
Variant lage migratieBevolkings-prognoseVariant hoge migratie1)Variant hoge migratie A2)Variant hoge migratie B3)
BonaireImmigratie 8711 4272 2862 295
Emigratie 8691 2121 4901 497
Migratiesaldo 2 215 796 799
    Caribisch Nederland- 78 3- 12 285
    Europees Nederland 14 35 35 337
    Elders 65 177 774 177
Sint EustatiusImmigratie 69 183 239
Emigratie 96 162 138
Migratiesaldo- 26 21 101
    Caribisch Nederland- 14 2 15
    Europees Nederland- 3 2 18
    Elders- 9 18 68
SabaImmigratie 80 278 351
Emigratie 84 254 281
Migratiesaldo- 5 23 70
    Caribisch Nederland- 1 2 5
    Europees Nederland- 1 1 5
    Elders- 3 21 60  
1) Extra immigranten van alle herkomstgroepen.
2) Extra immigranten die elders (buiten het Koninkrijk Nederland) zijn geboren.
3) Extra immigranten die in de overige Nederlandse Cariben en Europees Nederland zijn geboren.

3. Uitkomsten varianten

3.1 Bevolkingsomvang

Begin 2023 had Bonaire 24,1 duizend inwoners, zo’n 8,5 duizend meer dan in 2011. De bevolkingsprognose verwacht dat het aantal inwoners van Bonaire doorgroeit naar 30,6 duizend in 2050. Als meer migranten zich in Bonaire vestigen dan verwacht in de prognose, kan de bevolking doorgroeien tot 48,8 duizend. Bij minder migratie dan verwacht is het aantal inwoners in Bonaire in 2050 net iets minder dan nu, zo’n 23,6 duizend.

3.1.1 Bevolking op 1 januari, Bonaire
   Bonaire (x 1 000)
201115,7
202324,1
2050Laag23,6
2050Prognose30,6
2050HoogA48,8
2050HoogB48,7

Sint Eustatius had begin 2023 bijna 3,3 duizend inwoners, ruim 300 minder dan in 2011. De bevolkingsprognose verwacht dat het aantal inwoners van Sint Eustatius weer toeneemt naar 4,2 duizend inwoners in 2050. Meer immigratie betekent dat Sint Eustatius kan doorgroeien naar 6,6 duizend inwoners, minder migratie kan leiden tot een verder daling naar 2,6 duizend inwoners in 2050.

3.1.2 Bevolking op 1 januari, Sint Eustatius
   Sint Eustatius (x 1 000)
20113,6
20233,3
2050Laag2,6
2050Prognose4,2
2050Hoog6,6

Saba is tussen 2011 en 2023 gegroeid met ruim 200 inwoners naar net iets meer dan 2,0 duizend inwoners. De prognose verwacht dat Saba doorgroeit naar 2,4 duizend inwoners in 2050. Wanneer er meer migranten naar Saba komen, kan het bevolkingsaantal in 2050 ook doorgroeien naar 3,7 duizend, maar een daling van de migratie kan ook leiden tot een krimp naar 1,6 duizend inwoners in 2050.

3.1.3 Bevolking op 1 januari, Saba
   Saba (x 1 000)
20111,8
20232,0
2050Laag1,6
2050Prognose2,4
2050Hoog3,7

3.2 Bevolking naar leeftijd

Zo’n 65 procent van de bevolking op Bonaire was begin 2023 tussen de 20 en 65 jaar oud. Volgens de bevolkingsprognose en in alle varianten, zal het aandeel 20- tot 65-jarigen in meer of mindere mate gaan afnemen tussen 2023 en 2050, ook al neemt het aantal 20- tot 65-jarigen wél toe (met uitzondering van de lage variant).

Het aantal 0- tot 20-jarigen op Bonaire is volgens de prognose bijna gelijk in 2023 en 2050. Meer migratie betekent dat er meer kinderen naar Bonaire migreren en ook meer kinderen geboren worden vanwege het hogere aantal migranten. Bij mindere migratie zal het tegenovergestelde gebeuren, waardoor het aantal 0- tot 20-jarigen zal afnemen tussen 2023 en 2050.

De verwachting is dat Bonaire in 2050 meer vergrijsd zal zijn dan in 2023. Meer inwoners zullen ouder zijn dan 65 jaar en bovendien een groot deel zal ouder zijn dan 80 jaar. Bij lage migratie slaat de vergrijzing sterker toe dan bij een hoge migratie.

3.2.1 Bevolking op 1 januari, Bonaire
   0 tot 20 jaar (x 1 000)20 tot 65 jaar (x 1 000)65 tot 80 jaar (x 1 000)80 jaar of ouder (x 1 000)
20113,910,31,20,3
20235,015,72,80,6
2050Laag3,412,64,92,8
2050Prognose5,117,15,52,9
2050HoogA8,530,27,13,1
2050HoogB9,129,07,43,2

Net als voor Bonaire, zal het aandeel 20- tot 65-jarigen in de bevolking van Sint Eustatius in de toekomst gaan afnemen, ongeacht de hoogte van de migratie. Alleen bij lage migratie zal het aantal 20- tot 65-jarigen afnemen, volgens de prognose en in de hoge variant zal het aantal 20- tot 65-jarigen op Sint Eustatius wel toenemen. 
Voor Sint Eustatius wordt in de prognose een toename van het aantal 0- tot 20-jarigen tussen 2023 en 2050 verwacht. Bij lage migratie zal het aantal afnemen, bij hoge migratie meer toenemen.

Sint Eustatius krijgt in de toekomst te maken met vergrijzing; er zullen in 2050 meer 65-plussers zijn. Bij hoge migratie zal het aantal 65-plussers meer toenemen, maar als percentage van de bevolking is het in deze variant juist kleiner. In de lage variant zie je juist het omgekeerde: een mindere groei van het aantal 65-plussers, maar een groter aandeel van de totale bevolking.

3.2.2 Bevolking op 1 januari, Sint Eustatius
   0 tot 20 jaar (x 1 000)20 tot 65 jaar (x 1 000)65 tot 80 jaar (x 1 000)80 jaar of ouder (x 1 000)
20110,92,40,30,1
20230,82,10,40,1
2050Laag0,51,30,50,3
2050Prognose1,02,40,50,3
2050Hoog1,53,90,80,4

Het aandeel 20- tot 65-jarigen op Saba kan in de hoge variant licht toenemen, in de prognose en de lage variant zal naar verwacht een afname te zien zijn. In de lage variant zal het aantal 20- tot 65-jarigen op Saba gaan krimpen, terwijl in de prognose en de hoge variant het aantal zal toenemen.

Het aantal 0- tot 20-jarigen in 2050 op Saba is volgens de prognose ongeveer gelijk aan het aantal in 2023. Deze leeftijdsgroep maakt dan een kleiner gedeelte uit van de totale bevolking. Ook in de varianten is dat zo, waarbij het aantal afneemt in de lage variant en toeneemt in de hoge variant.

Ook Saba zal in de toekomst vergrijzen, er zullen in 2050 meer 65-plussers zijn dan in 2023. Bij lage migratie is het aandeel 65-plussers in 2050 groter dan bij hoge migratie.

3.2.3 Bevolking op 1 januari, Saba
   0 tot 20 jaar (x 1 000)20 tot 65 jaar (x 1 000)65 tot 80 jaar (x 1 000)80 jaar of ouder (x 1 000)
20110,41,20,20,0
20230,41,40,30,1
2050Laag0,20,90,30,2
2050Prognose0,41,50,40,2
2050Hoog0,52,60,40,2

3.3 Bevolking naar geboorteland

De bevolkingsprognose voor Bonaire verwacht een toename tussen 2023 en 2050 van het aantal inwoners voor iedere geboortelandgroep. De varianten laten zien dat de verandering van de samenstelling van de bevolking aansluit bij de aangepaste migratieveronderstellingen: meer inwoners elders geboren als er meer migratie uit elders komt en meer inwoners uit het Koninkrijk Nederland als er meer migratie hiervandaan komt. Bij lagere migratie zullen er van iedere groep minder inwoners zijn.

Begin 2023 was 53 procent van de bevolking op Bonaire geboren op de Nederlandse Cariben. In de prognose, de variant met lage migratie en de variant met hoge migratie vanuit het Koninkrijk zal dat ongeveer gelijk blijven. Bij hoge migratie vanuit elders (HoogA)  zal het aandeel dat op de eilanden is geboren afnemen naar zo’n 38 procent.

3.3.1 Bevolking naar geboorteland, Bonaire
   Nederlandse Cariben (x 1 000)Europees Nederland (x 1 000)Elders (x 1 000)
20119,91,84,0
202312,84,07,2
2050Laag12,63,77,4
2050Prognose16,14,210,3
2050HoogA18,64,226,0
2050HoogB26,312,110,3

De bevolkingsprognose voor Sint Eustatius verwacht een toename van de bevolking geboren op de Nederlandse Cariben en elders. Het aantal geboren in Europees Nederland neemt iets af. Bij een lagere migratie wordt voor iedere bevolkingsgroep minder inwoners verwacht, bij een hogere migratie meer. Als aandeel van de bevolking zal bij een lagere migratie vooral het aandeel inwoners geboren op de Nederlandse Cariben toenemen, bij een hogere migratie het aandeel inwoners geboren in Europees Nederland en elders.

Begin 2023 was 58 procent van de bevolking op Sint Eustatius geboren op de Nederlandse Cariben. In de variant met lage migratie neemt dat toe tot zo’n 73 procent, in de variant met hoge migratie neemt dat af naar 51 procent.

3.3.2 Bevolking naar geboorteland, Sint Eustatius
   Nederlandse Cariben (x 1 000)Europees Nederland (x 1 000)Elders (x 1 000)
20111,70,21,8
20231,90,21,2
2050Laag1,90,00,7
2050Prognose2,70,11,4
2050Hoog3,40,62,7

Net als voor Sint Eustatius, verwacht de bevolkingsprognose voor Saba een toename van de bevolking geboren op de Nederlandse Cariben en elders. Bij hoge migratie nemen deze bevolkingsgroepen meer toe, bij lage migratie minder. Het aantal inwoners geboren in Europees Nederland neemt naar verwachting iets toe bij hoge migratie.

Op Saba is begin 2023 45 procent van de bevolking geboren op de Nederlandse Cariben. De verwachting is dat dit aandeel in de toekomst bij hoge migratie gaat dalen naar zo’n 32 procent, bij lage migratie is er mogelijk een toename naar 54 procent.

3.3.3 Bevolking naar geboorteland, Saba
   Nederlandse Cariben (x 1 000)Europees Nederland (x 1 000)Elders (x 1 000)
20110,90,00,9
20230,90,11,0
2050Laag0,80,10,7
2050Prognose1,00,11,3
2050Hoog1,20,22,3

3.4 Demografische druk en ratio’s

Naast het inwonertal en de samenstelling van de bevolking in 2050 volgens de prognose en de varianten, is met behulp van indicatoren inzicht te geven in de ontwikkelingen die van belang zijn voor verschillende beleidsterreinen, zoals bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, zorg en onderwijs.

De groene druk geeft inzicht in de verhouding van de jeugd tot het werkende deel van de bevolking. De grijze druk geeft inzicht in de verhouding van de ouderen tot het werkende deel van de bevolking. De mantelzorgratio geeft inzicht in de verhouding oudsten tot de generatie die veelal mantelzorg levert. De zorgvraagratio geeft inzicht in de verhouding oudsten tot het werkende deel van de bevolking. De docentenratio geeft inzicht in de verhouding van de schoolgaande jeugd tot het werkende deel van de bevolking. De oudere werknemersratio geeft inzicht in de verhouding oudere werknemers tot het totale werkende deel van de bevolking.

De groene druk op Bonaire zal naar verwachting in 2050 lager zijn dan in 2023. Deze daalt met name als de migratie laag is of wanneer er meer migranten vanuit elders migreren. De grijze druk stijgt in de prognose en in alle varianten. De stijging is het grootst in de variant waarbij de migratie laag is. Bij hoge migratie is de toename minder sterk omdat immigranten gemiddeld jonger zijn. De mantelzorgratio daalt in alle varianten, iets meer als de migratie laag is. Voor de docentenratio zijn er slechts beperkte verschillen te zien. Het aandeel oudere werknemers zal in alle varianten toenemen, maar meer bij lagere migratie.

De groene druk op Sint Eustatius neemt iets toe volgens de prognose, bij lage of hoge migratie zijn de verschillen met nu kleiner. De grijze druk zal toenemen, vooral als de migratie laag is. De mantelzorgratio daalt in alle varianten, iets meer als de migratie laag is. Voor de docentenratio zijn er slechts beperkte verschillen te zien. Het aandeel oudere werknemers zal gelijk blijven (lage migratie) of afnemen.

De groene druk op Saba zal naar verwachting afnemen, maar bij lage migratie mogelijk gelijk blijven. De grijze druk zal toenemen, vooral als de migratie laag is. De mantelzorgratio daalt in alle varianten, iets meer als de migratie laag is. Voor de docentenratio zijn er slechts beperkte verschillen te zien, een kleine toename als de migratie hoog is. Bij lage migratie zal het aandeel oudere werknemers toenemen en afnemen bij hoge migratie.

3.4.1 Demografische druk en ratio’s
2011202320502050205020502050
LaagPrognoseHoog7)Hoog A8)Hoog B9)
Groene druk1)Bonaire383227302831
Sint Eustatius3739404338
Saba3028282521
Grijze druk2)Bonaire152160493436
Sint Eustatius1322613430
Saba1523553523
Mantelzorgratio3)Bonaire3532681110
Sint Eustatius37305811
Saba242481013
Zorgvraagratio4)Bonaire3422171011
Sint Eustatius2423129
Saba2418117
Docentenratio5)Bonaire445554
Sint Eustatius44334
Saba55567
Oudere werknemersratio6)Bonaire313546433838
Sint Eustatius3036363234
Saba2330423226  
1) De groene druk geeft de verhouding (in procenten) weer van het aantal 0- tot 20-jarigen ten opzichte van het aantal 20- tot 64-jarigen.
2) De grijze druk geeft de verhouding (in procenten) weer van het aantal 65-plussers ten opzichte van het aantal 20-tot 65-jarigen.
3) De mantelzorgratio geeft de verhouding weer van het aantal 85-plussers ten opzichte van het aantal 50- tot 75-jarigen.
4) De zorgvraagratio geeft de verhouding weer van het aantal 80-plussers ten opzichte van het aantal 20- tot 65-jarigen.
5) De docentenratio geeft de verhouding weer van het aantal 20- tot 65-jarigen ten opzichte van het aantal 4- tot 18-jarigen.
6) De oudere werknemersratio geeft de verhouding weer (in procenten) van het aantal 50- tot 65-jarigen ten opzichte van het aantal 20- tot 65-jarigen.
7) Extra immigranten van alle herkomstgroepen.
8) Extra immigranten die elders (buiten het Koninkrijk Nederland) zijn geboren.
9) Extra immigranten die in de overige Nederlandse Cariben en Europees Nederland zijn geboren.

4. Samenvatting

De varianten voor Caribisch Nederland laten zien hoe de ontwikkeling van de bevolkingsgroei en de samenstelling van de bevolking in de komende zevenentwintig jaar zal verschillen als migratie zich anders ontwikkelt dan de prognose veronderstelt. Als het migratiesaldo veel hoger is dan volgens de prognose, zal de bevolking van de eilanden meer groeien, bij een veel lager migratiesaldo zal de bevolking van Sint Eustatius en Saba in de toekomst krimpen en van Bonaire licht krimpen. Als de migratie hoger zal zijn dan verwacht, is er nog steeds sprake van vergrijzing op al de eilanden, maar minder dan wanneer de migratie laag is. De samenstelling van de bevolking op de eilanden zal in de toekomst veranderen, met relatief minder inwoners geboren op de Nederlandse Cariben, met name als er sprake is van hoge migratie.

De varianten zijn berekend omdat toekomstige ontwikkelingen onzeker zijn. Zij vormen een aanvulling op de Bevolkingsprognose Caribisch Nederland die het CBS jaarlijks opstelt.

Referenties

CBS (2023). Bevolkingsprognose Caribisch Nederland 2023-2050. Longread CBS, 27 juli 2023.

NIDI en CBS (2020). Bevolking 2050 in beeld. Drukker, diverser en dubbelgrijs. Deelrapport Verkenning Bevolking 2050. NIDI, 7 juli 2020.

NIDI en CBS (2021). Bevolking 2050 in beeld: opleiding, arbeid, zorg en wonen. Eindrapport Verkenning Bevolking 2050. NIDI, 13 april 2021.

Stoeldraijer, L., C. van Duin, H. Nicolaas en C. Huisman (2022). Kernprognose 2022–2070: Door oorlog meer migranten naar Nederland. Statistische Trends, 16 december 2022.