Auteur: Annemieke Vermeulen, Rianne Kraaijeveld
Financiële kengetallen zorginstellingen 2021

4. Ontwikkelingen 2017-2021

In dit hoofdstuk wordt de ontwikkeling van de kengetallen resultaat gewone bedrijfsvoering (EBT), weerstandsvermogen, solvabiliteit, current ratio en omloopsnelheid kapitaal over de jaren 2017 tot en met 2021 beschreven.

4.1 Populatie

De onderzoekspopulatie bestaat uit alle (concerns van) zorginstellingen waarvan de benodigde financiële gegevens zijn aangeleverd via DigiMV. In termen van de totale bedrijfsopbrengsten bedraagt de dekking van de zorginstellingen in deze analyse 97,9 procent van de totale bedrijfsopbrengsten in alle zorgsectoren.

4.1.1a Dekking van de benchmark per sector per jaar naar het aantal concerns, 2017-2021*
20172018201920202021*
Zorgsector totaal9181 0099649501 008
Totaal Cure (excl. GGZ-Zvw)8585828281
Universitair medische centra88887
Algemene ziekenhuizen5959575757
Categorale ziekenhuizen 1818171717
Totaal Care (incl. GGZ-Zvw)833924882868927
Geestelijke gezondheidszorg 10710899100106
Gehandicaptenzorg 219252258253278
Verpleging en verzorging 338343340325324
Thuiszorg169221185190219
Bron: CBS
* Voorlopige cijfers.

4.1.1b Dekking van de benchmark per sector per jaar naar het aandeel in de totale bedrijfsopbrengsten, 2017-2021* (%)
20172018201920202021*
Zorgsector totaal99,098,698,297,597,9
Totaal Cure (excl. GGZ-Zvw)100,0100,0100,099,6100,0
Universitair medische centra100,0100,0100,0100,0100,0
Algemene ziekenhuizen100,0100,0100,099,3100,0
Categorale ziekenhuizen 99,8100,0100,0100,0100,0
Totaal Care (incl. GGZ-Zvw)98,197,596,895,996,3
Geestelijke gezondheidszorg 99,499,497,299,299,1
Gehandicaptenzorg 98,698,698,496,898,1
Verpleging, verzorging en thuiszorg97,496,295,794,494,4
Bron: CBS
* Voorlopige cijfers.

4.2 Resultaat gewone bedrijfsvoering (EBT)

Het kengetal resultaat gewone bedrijfsvoering (EBT) geeft aan hoe groot het resultaat voor belasting is ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Zorginstellingen hebben traditioneel een relatief lage winstmarge.

Tabel 7.2.1 van de tabellenbijlage laat zien dat het (ongewogen) gemiddelde resultaat van de totale zorgsector toenam van 3,7 procent in 2017 tot 4,2 procent in 2018, om in 2019 weer te dalen naar 3,0 procent. In 2020 groeit het EBT naar 3,6 procent, en neemt in 2021 verder toe tot 4,1 procent. Het resultaat van de care-instellingen kent eenzelfde ontwikkeling met een EBT van 3,9 procent in 2017, een stijging naar 4,5 procent in 2018, een afname in 2019 naar 3,2 procent, vervolgd door een toename naar 3,8 procent in 2020 en 4,3 procent in 2021. De sector GGZ liet van 2017 tot 2020 een dalende trend zien, maar ook in die sector neemt in 2021 het EBT toe, tot 3,5 procent. 
Binnen de care-instellingen had de sector gehandicaptenzorg in 2021 het hoogste gemiddelde resultaat uit gewone bedrijfsvoering, net als in de periode 2019-2020. In 2017 en 2018 was het gemiddelde resultaat gewone bedrijfsvoering van de thuiszorginstellingen het hoogst.

Bij de cure-instellingen schommelt het gemiddelde resultaat in de jaren 2017 t/m 2021 tussen de 1,3 en 1,8 procent. Bij de UMC’s is er, na een sterke daling tussen 2017 en 2020, in 2021 een kleine stijging te zien van het resultaat, tot 0,9 procent in 2021. Bij de algemene ziekenhuizen is het EBT wel stabiel in de periode 2017 t/m 2021, rond de 1,6 procent.

4.2.1 Ontwikkeling van het gemiddelde resultaat (EBT) per sector, 2017-2021
 2017 (%)2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Algemene ziekenhuizen1,71,61,61,51,6
Geestelijke gezondheidszorg3,53,32,72,23,5
Gehandicapten zorg4,55,54,04,55,5
Verpleging en verzorging2,43,02,43,63,6
Thuiszorg6,46,13,74,14,4

4.3 Weerstandsvermogen

In dit rapport onderscheiden we twee benaderingen voor solvabiliteit. In de zorg wordt de solvabiliteit veelal berekend door het eigen vermogen te delen door de totale bedrijfsopbrengsten. Deze maat, aangeduid met weerstandsvermogen, geeft aan of in geval van faillissement er voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen. Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) acht voor zorginstellingen een weerstandsvermogen van minimaal 15 procent wenselijk. Minimaal 20 procent van de instellingen binnen de sectoren GHZ, GGZ en Thuiszorg voldoet echter niet aan de vermogenseisen van het WfZ (zie ook tabellen 7.2.3 en 7.2.4 van de tabellenbijlage).

4.3.1 Ontwikkeling van het gemiddelde weerstandsvermogen per sector, 2017-2021
 2017 (%)2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Algemene ziekenhuizen23,524,725,725,826,6
Geestelijke gezondheidszorg26,227,628,624,424,6
Gehandicapten zorg34,533,132,232,732,3
Verpleging en verzorging33,434,833,433,634,8
Thuiszorg16,615,614,313,911,8

Het (ongewogen) gemiddelde weerstandsvermogen van de totale zorgsector is van 2020 op 2021 licht afgenomen van 27,9 procent naar 27,5 procent (zie tabel 7.2.3 en 7.2.4 van de tabellenbijlage). Deze daling is voornamelijk terug te vinden bij de sector thuiszorg, en in mindere mate bij de sector gehandicaptenzorg. Bij de thuiszorg daalt het gemiddelde weerstandsvermogen van 13,9 procent naar 11,8 procent; bij de GHZ van 32,7 procent naar 32,3 procent. Bij de overige care-sectoren blijft het weerstandsvermogen in 2021 gelijk of neemt het iets toe ten opzichte van 2020. 

Het gemiddelde weerstandsvermogen voor de cure-sector neemt juist toe, van 27,1 procent in 2020 tot 27,7 procent in 2021. Met name de algemene ziekenhuizen zien een groei van het gemiddelde weerstandsvermogen, van 25,8 procent in 2020 naar 26,6 procent in 2021. De categorale ziekenhuizen scoren gemiddeld 29,8 procent en de UMC’s 30,9 procent in 2021.

4.4 Solvabiliteit

De tweede manier om solvabiliteit te berekenen is door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. Dit geeft aan in welke mate een onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale verplichtingen te voldoen. Dit is de definitie die het meest gangbaar is in de bedrijfseconomie en aangeduid wordt met solvabiliteit.

4.4.1 Ontwikkeling van de gemiddelde solvabiliteit per sector, 2017-2021
 2017 (%)2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Algemene ziekenhuizen27,329,531,432,633,5
Geestelijke gezondheidszorg39,043,946,440,141,9
Gehandicapten zorg44,645,145,645,647,3
Verpleging en verzorging37,341,041,441,642,9
Thuiszorg32,232,432,829,028,3

De (ongewogen) gemiddelde solvabiliteit in de totale zorgsector is toegenomen tussen 2020 en 2021. De cure-sector scoort gemiddeld lager dan de care-sector (zie ook tabellen 7.2.5 en 7.2.6 van de tabellenbijlage). Binnen de care-instellingen varieert de solvabiliteit in 2021 tussen de 28,3 procent bij sector thuiszorg en 47,3 procent binnen de gehandicaptenzorg. Binnen de cure-sector loopt de solvabiliteit uiteen van 33,5 procent bij algemene ziekenhuizen tot 35,9 procent bij de categorale ziekenhuizen. De gemiddelde solvabiliteit in de totale cure-sector is de afgelopen 5 jaar gegroeid van 27,9 procent in 2017 tot 34,2 procent in 2021. In de care-sector steeg de solvabiliteit tot en met 2019, van een gemiddelde van 38,4 procent in 2017 tot 41,4 procent in 2019. In 2020 daalde het cijfer iets, waarna de solvabiliteit in 2021 weer toenam tot 40,7 procent. De thuiszorg is de enige sector waarbij de gemiddelde solvabiliteit het laatste jaar iets is afgenomen.

4.5 Current ratio

Het kengetal current ratio is een maat voor de liquiditeit van een onderneming. De current ratio wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden. Dit geeft aan in welke mate een onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar directe verplichtingen te voldoen. Een waarde boven de 100 betekent dat een onderneming de kortlopende verplichtingen kan betalen. 

4.5.1 Ontwikkeling van de gemiddelde current ratio per sector, 2017-2021
 2017 (%)2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Algemene ziekenhuizen128,2134,3128,6122,9127,4
Geestelijke gezondheidszorg227,8250,0249,5194,7209,7
Gehandicapten zorg258,3262,8239,0223,8241,9
Verpleging en verzorging192,0205,2188,8188,3209,8
Thuiszorg238,2218,8208,3171,3197,6

Alle sectoren hebben in 2021 een gemiddelde current ratio van ruim boven de 100 procent; bij de care-sector is de (ongewogen) gemiddelde current ratio zelfs meer dan 200 procent (zie ook tabellen 7.2.7 en 7.2.8 van de tabellenbijlage). De gemiddelde ratio binnen de care-instellingen is gestegen van 195,7 procent in 2020 naar 216,6 procent in 2021. De instellingen binnen de gehandicaptenzorg hebben in 2021 gemiddeld de hoogste current ratio, namelijk 241,9 procent. Ook in de cure-sector neemt de current ratio toe ten opzichte van 2020, maar wel in minder sterke mate dan bij de care-instellingen: van 128,6 procent in 2020 naar 131,5 procent in 2021. De algemene ziekenhuizen hebben gemiddeld de laagste ratio, namelijk 127,4 procent in 2021.

4.6 Omloopsnelheid kapitaal

Het kengetal omloopsnelheid kapitaal is een maat voor de kapitaalsintensiteit. De omloopsnelheid kapitaal wordt berekend door de bedrijfsopbrengsten te delen door de totale activa. Dit geeft de verhouding tussen de omzet en het geïnvesteerd vermogen in een jaar weer. Hoe hoger de omloopsnelheid kapitaal hoe lager de kapitaalsintensiteit.

4.6.1 Ontwikkeling van de gemiddelde omloopsnelheid kapitaal per sector, 2017-2021
 2017 (%)2018 (%)2019 (%)2020 (%)2021 (%)
Algemene ziekenhuizen119,9123,3124,2127,5127,0
Geestelijke gezondheidszorg188,4211,4222,8219,4238,7
Gehandicapten zorg204,2223,3228,3224,0236,7
Verpleging en verzorging159,7164,6182,5172,0177,6
Thuiszorg358,9374,6381,3346,1366,8

De verschillende sectoren verschillen sterk in hun gemiddelde omloopsnelheid kapitaal. De cure-sector heeft een lagere omloopsnelheid dan de care-sector (125,3 procent versus 247,0 procent in 2021), omdat de cure-sector relatief veel vastgoed en apparatuur gebruikt en daardoor een hoge kapitaalsintensiteit heeft (zie ook tabellen 7.2.9 en 7.2.10 van de tabellenbijlage). De UMC’s hebben daarom ook gemiddeld de laagste omloopsnelheid kapitaal, namelijk 116,2 procent in 2021. De thuiszorginstellingen hebben in 2021 gemiddeld de hoogste omloopsnelheid kapitaal, namelijk 366,8 procent. Dit komt doordat thuiszorginstellingen een lager aandeel vastgoed hebben dan andere instellingen. De gemiddelde omloopsnelheid kapitaal in de totale zorgsector nam tussen 2017 en 2019 toe van 206,2 procent naar 231,8 procent, maar daalde in 2020 tot 221,6 procent. In 2021 neemt de omloopsnelheid kapitaal vervolgens weer toe, tot 237,2 procent. In alle sectoren, met uitzondering van algemene ziekenhuizen, nam de gemiddelde omloopsnelheid van kapitaal tussen 2020 en 2021 toe.