Cybersecuritymonitor 2020
Over deze publicatie
De cybersecuritymonitor geeft een overzicht van de ICT-veiligheidsmaatregelen en –incidenten van Nederlandse bedrijven uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en bedrijfstak op basis van diverse bronnen van binnen en buiten het CBS. De meeste cijfers gaan over 2019, maar voor sommige cijfers wordt een overzicht over de periode 2016–2019 gegeven.
1. Inleiding
Dit is het vierde jaar op rij dat het Centraal Bureau voor de Statistiek de Cybersecuritymonitor uitbrengt. Het doel van de monitor is het rapporteren over de meest actuele stand van zaken over de cyberweerbaarheid van bedrijven en huishoudens in Nederland. Dat gebeurt met voornamelijk CBS-cijfers over het aantal cybercrime gerelateerde incidenten en maatregelen die genomen worden om deze incidenten te voorkomen.
De cybersecuritymonitor wordt mede op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gemaakt. De eerdere edities zijn beschikbaar via (CBS, 2017a, 2018b, 2019a).
De structuur van de monitor is weer opgezet volgens dezelfde lijnen als de afgelopen drie edities. Cybersecurity werd hierin opgesplitst in twee domeinen: maatregelen en incidenten. Bij cybersecuritymaatregelen denken we aan het hele scala van mogelijkheden om de veiligheid van computers, smartphones, laptops, servers en netwerken te verhogen. Cybersecurityincidenten zijn juist de gevolgen van acties of activiteiten die de veiligheid van deze digitale systemen ondermijnen. Cybersecurityincidenten hoeven niet altijd een gevolg van kwaadwillende acties te zijn: ook een systeemfout waardoor gevoelige data naar buiten gebracht wordt of het verliezen van een onbeveiligde USB-stick in de trein kan als een cybersecurityincident gezien worden. Immers, ook bij dit soort incidenten wordt de digitale veiligheid ondermijnd. Het ontstaan van cybersecurityincidenten als gevolg van kwaadwillenden wordt ook wel aangeduid als cybercrime. Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen we naar de voorgaande Cybersecuritymonitors (CBS, 2017a, 2018b, 2019a).
In dit rapport worden in hoofdstuk 2 de cybersecuritymaatregelen besproken, dat wil zeggen de maatregelen die door bedrijven worden genomen om zichzelf meer cyberweerbaar te maken. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op alle cybersecurityincidenten bij Nederlandse bedrijven en personen. Ten slotte gaan we in hoofdstuk 4 in op de geregistreerde cybercrime, dus de cybersecurityincidenten door kwaadwillenden die ook daadwerkelijk slachtoffers gemaakt hebben.
2. Cybersecuritymaatregelen
2.1 Bedrijven
In dit hoofdstuk gaan we in op de maatregelen die bedrijven in Nederland nemen om zichzelf meer cyberweerbaar te maken. We gebruiken hier vooral de cijfers uit de CBS-enquêtes ’ICT-gebruik bedrijven 2017’ (CBS, 2017b, d, c, e, f), ’ICT-gebruik bedrijven 2018’ (CBS, 2018d, f, e, g, h), ’ICT-gebruik bedrijven 2019’ (CBS, 2019b, d, c, e, f) en ’ICT-gebruik bedrijven 2020’ (CBS, 2020b, d, c, e, f).
De jaarlijkse enquête ’ICT-gebruik bedrijven’ (of kortweg: de ICT-enquête) wordt in samenwerking met de andere EU-landen uitgevoerd. Een deel van de uitvoeringskosten van de ICT-enquête wordt door Eurostat gefinancierd. Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat financiert daarnaast extra onderdelen van het onderzoek die niet verplicht zijn op basis van EU-regelgeving.
Via de ICT-enquête wordt jaarlijks het ICT-gebruik van bedrijven in Nederland in kaart gebracht. Dit levert ook cijfers op die iets zeggen over de cyberweerbaarheid van bedrijven: de mate waarin zij bedrijfsprocessen en waardevolle data beveiligen tegen cybercriminelen. In deze monitor besteden we afzonderlijk aandacht aan de maatregelen die door bedrijven worden genomen om het bedrijf te beveiligen tegen aanvallen van buitenaf en de ICT-veiligheidsincidenten. De maatregelen worden in dit hoofdstuk beschreven, terwijl de incidenten in het volgende hoofdstuk aan bod komen.
De ICT-enquête wordt gehouden onder ongeveer 20 duizend aselect getrokken Nederlandse bedrijven van verschillende bedrijfsgrootteklassen en bedrijfscategorieën. In de Appendix wordt in tabellen A.1.2 en A.1.1 een overzicht van respectievelijk alle grootteklassen en bedrijfstakken gegeven. In dit hoofdstuk worden de cijfers van vier grootteklassen uitgelicht: bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen, bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen, bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen en bedrijven met 250 of meer werkzame personen. Daarnaast laten we nog voor een viertal bedrijfstakken de cijfers zien: 1) Energie-, water- en afvalbeheer, 2) Horeca, 3) Gezondheidszorg en 4) de ICT-sector. Een compleet overzicht van de cijfers van alle grootteklassen en bedrijfstakken kan op Statline (CBS, 2020a) gevonden worden.
2.1.1 Maatregelen ter verhoging van de cyberweerbaarheid
Aan de bedrijven die aan de ICT-enquête hebben deelgenomen, zijn verschillende vragen voorgelegd die iets zeggen over hun cyberweerbaarheid. Zo is aan bedrijven gevraagd welke ICT-veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Ook is gevraagd wie de ICT-veiligheidsmaatregelen binnen een bedrijf uitvoert: het eigen personeel, een extern bedrijf, of een combinatie van beide.
Eerst bekijken we hoe vaak verschillende cybersecuritymaatregelen door bedrijven toegepast worden. In figuren 2.1.1(a–l) en 2.1.2(a–l) worden over de jaren 2016–20191) voor verschillende bedrijfsgrootteklasses en bedrijfstakken voor twaalf verschillende maatregelen de percentages getoond van het aantal bedrijven dat de maatregelen dat jaar heeft toegepast. We lichten voor de duidelijkheid slechts vier bedrijfsgrootteklasse en vier bedrijfstakken uit. Het volledige overzicht kan op StatLine (CBS, 2020a) gevonden worden. Uiteraard kan met deze twaalf maatregelen nooit een compleet beeld van het ICT-beveiligingsniveau van bedrijven gegeven worden, maar er ontstaat wel een globale indruk, omdat je toch kan stellen dat elke extra maatregel die een bedrijf neemt een extra bijdrage levert aan de cyberweerbaarheid van het bedrijf.
Grote bedrijven nemen meer maatregelen tegen cyberdreigingen
In het algemeen kan dus gezegd worden dat het ICT-beveiligingsniveau van een bedrijf hoger is naarmate er meer maatregelen tegelijkertijd genomen worden. In figuur 2.1.1 is voor de jaren 2016–2019 te zien dat iedere maatregel vaker door grote dan door kleine bedrijven genomen wordt. Dit is echter voor sommige maatregelen duidelijker waarneembaar dan voor andere. Voor bijvoorbeeld een heel gangbare maatregel als het gebruik van anti-virussoftware (figuur 2.1.1(a)) zijn de verschillen tussen grote en klein bedrijven niet zo groot: meer dan 80 procent van alle bedrijven gebruikt anti-virussoftware, ongeacht de bedrijfsgrootteklasse. Echter, bij een moeilijker toe te passen maatregel zoals het gebruik van een Virtual Private Netwerk (VPN) (figuur 2.1.1(l)) zien we wel grotere verschillen tussen kleine en grote bedrijven: minder dan 30 procent van de bedrijven met 2 tot 10 werknemers maakt gebruik van VPN, tegen meer dan 80 procent van de bedrijven met 250 of meer werknemers. Dat grotere bedrijven meer maatregelen treffen is niet vreemd: grotere bedrijven hebben immers vaker een grotere en meer complexe ICT-infrastructuur en daarom is een breder scala aan beveiligingsmaatregelen nodig om het bedrijf cyberweerbaar te laten zijn.
Toename authenticatie met soft- of hardware-token
Het gebruik van een soft- of hardware token voor het inloggen bij een bedrijf is de laatste vier jaar flink toegenomen. Deze zogenaamde two-factor authenticatie2) is een stuk veiliger omdat naast een wachtwoord ook nog een extra code ingevoerd moet worden die per loginsessie verandert. Deze code kan verkregen worden via een speciaal apparaatje met afleesscherm of via een App op de smartphone zoals Authy, Google Authenticator of RSA SecureID. Op deze manier wordt inloggen een stuk veiliger, want zelfs als een wachtwoord onderschept wordt, kan de extra gegeneerde code om in te kunnen loggen extra bescherming bieden.
Voor grote bedrijven is het gebruik van soft- of hardware tokens toegenomen van 71 procent in 2016 tot 87 procent in 2019, zoals te zien in figuur 2.1.1(j). We zien bij alle bedrijfsgrootteklassen dat deze manier van inloggen steeds vaker gebruikt wordt. Zo maken de middelgrote bedrijven met 10 tot 50 werknemers een inhaalslag met een dekking die gestegen is van 29 procent in 2016 naar 54 procent in 2019. Voor kleine bedrijven (2 tot 10 werknemers) zien we zelfs bijna een verdubbeling van het gebruik van hardware-tokens van 23 procent 2017 naar 42 procent in 2019. Overigens bieden steeds meer websites de mogelijkheid tot het gebruik van two-factor authenticatie aan, dus het is aannemelijk dat deze manier van inloggen nog meer in gebruik zal groeien.
ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfstak
Figuur 2.1.2 laat het aantal maatregelen voor enkele bedrijfstakken zien. Te zien is dat bedrijven die meer met ICT bezig zijn (ICT-sector) of bedrijven die een groot belang hebben bij het beveiligen van hun data (Gezondheidszorg) beter scoren dan andere sectoren waar cybersecurity blijkbaar een minder belangrijke rol speelt, zoals de horeca. Wel moet in het achterhoofd gehouden worden dat ook een rol speelt dat de horecagroep relatief meer kleine bedrijven bevat, wat gezien de hierboven beschreven samenhang van het aantal maatregelen met de bedrijfsgrootte ook minder maatregelen impliceert. Bovendien, een horecaonderneming heeft vaak minder ICT-systemen nodig voor de werkzaamheden, dus ligt het voor de hand dat er ook minder ICT-beveiligingsmaatregelen genomen worden.
Aantal genomen ICT-veiligheidsmaatregelen
We hebben gezien dat grote bedrijven vaker meer verschillende ICT-maatregelen nemen dan kleine bedrijven. Dit wordt meer kwantitatief weergegeven in figuren 2.1.3 en 2.1.4, waarbij we per bedrijfsgrootte en bedrijfstak het percentage bedrijven laten zien dat een zeker aantal maatregelen neemt. Kijkend naar de verdeling van het aantal maatregelen per bedrijfsgrootteklasse (figuur 2.1.3) valt te zien dat kleine bedrijven hoger scoren op een kleiner aantal maatregelen, terwijl grote bedrijven juist vaker meerdere maatregelen tegelijk nemen. Van de bedrijven met 250 of meer werknemers neemt zelfs bijna de helft van de bedrijven alle tien maatregelen die uitgevraagd zijn.3)
In figuur 2.1.4 kunnen we weer zien dat ICT-bedrijven over het algemeen de meeste maatregelen nemen, terwijl in de horeca vaker wat minder maatregelen afdoende gevonden wordt. Op zich is dit niet opmerkelijk, omdat de noodzaak in de horeca voor bijvoorbeeld het gebruik van VPN-verbindingen veel minder is.
Een kwart van de bedrijven neemt meer dan vijf maatregelen
Uit de verdelingen van het aantal maatregelen kunnen we ook afleiden hoeveel bedrijven minimaal de helft van de gevraagde maatregelen nemen. Dit wordt in figuur 2.1.5 en figuur 2.1.6 per respectievelijk bedrijfsgrootteklasse en bedrijfstak getoond voor de jaren 2016 tot en met 2019. In figuur 2.1.5 is nu goed te zien dat het aantal bedrijven dat vijf of meer maatregelen neemt tot 2018 toegenomen is. In 2019 stagneert deze toename voor de grootste bedrijven met meer dan 50 werknemers, terwijl het aantal bedrijven dat meer dan 5 maatregelen neemt voor bedrijven met 10 tot 50 werknemers zelfs iets afgenomen is. Deze afname moet wel gerelativeerd worden, omdat in 2019 nog steeds meer bedrijven in de groep 10 tot 50 werknemers meer dan vijf maatregelen nemen dan in 2017.
In figuur 2.1.6 wordt per bedrijfstak het aantal bedrijven getoond dat meer dan vijf ICT-veiligheidsmaatregelen treft. Zoals al eerder waargenomen was, is te zien dat in de ICT en in de Zorg een relatief grote groep bedrijven meer dan vijf maatregelen treft (rond de 70 procent), terwijl dit voor de horeca een stuk lager ligt met ongeveer 20 procent. Wel kunnen we zien dat ook per bedrijfstak de afgelopen vier jaar steeds meer bedrijven meer ICT-veiligheidsmaatregelen tegelijkertijd neemt. Ook stagneerde in 2019 het aantal bedrijven met veel ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfstak in vergelijking met 2018.
Aantal maatregelen | 2 tot 10 werkzame personen | 10 tot 50 werkzame personen | 50 tot 250 werkzame personen | 250 of meer werkzame personen |
---|---|---|---|---|
0 | 9 | 5 | 2 | 1 |
1 | 9 | 3 | 1 | 0 |
2 | 13 | 7 | 2 | 0 |
3 | 13 | 9 | 2 | 1 |
4 | 12 | 9 | 5 | 1 |
5 | 10 | 10 | 7 | 3 |
6 | 9 | 10 | 10 | 5 |
7 | 7 | 10 | 13 | 9 |
8 | 6 | 10 | 15 | 14 |
9 | 5 | 11 | 17 | 21 |
10 | 7 | 14 | 27 | 46 |
Aantal maatregelen | Zorg | Horeca | ICT | Industrie |
---|---|---|---|---|
0 | 2 | 18 | 4 | 7 |
1 | 2 | 18 | 3 | 6 |
2 | 4 | 16 | 6 | 10 |
3 | 9 | 16 | 7 | 13 |
4 | 9 | 10 | 7 | 12 |
5 | 10 | 6 | 8 | 10 |
6 | 15 | 4 | 8 | 9 |
7 | 13 | 2 | 10 | 9 |
8 | 11 | 3 | 11 | 9 |
9 | 11 | 3 | 12 | 7 |
10 | 13 | 3 | 24 | 9 |
dim_gk | 2016 (% van bedrijven) | 2017 (% van bedrijven) | 2018 (% van bedrijven) | 2019 (% van bedrijven) |
---|---|---|---|---|
250 of meer werkzame personen | 94 | 94 | 98 | 98 |
50 tot 250 werkzame personen | 82 | 83 | 89 | 89 |
10 tot 50 werkzame personen | 54 | 61 | 69 | 65 |
2 tot 10 werkzame personen | 32 | 37 | 43 | 44 |
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven, 2020 |
dim_sbi | 2016 (% van bedrijven) | 2017 (% van bedrijven) | 2018 (% van bedrijven) | 2019 (% van bedrijven) |
---|---|---|---|---|
ICT | 74 | 73 | 76 | 73 |
Zorg | 57 | 66 | 74 | 73 |
Industrie | 42 | 47 | 53 | 53 |
Horeca | 20 | 18 | 22 | 21 |
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven, 2020 |
2.1.2 Uitvoering ICT-veiligheidswerkzaamheden
Aantal Werknemers | Jaar | Eigen personeel (% van bedrijven) | Eigen personeel en extern bedrijf (% van bedrijven) | Uitbesteed aan extern bedrijf (% van bedrijven) |
---|---|---|---|---|
2 - 10 | '18 | 53 | 16 | 31 |
2 - 10 | '19 | 51 | 7 | 42 |
10 - 50 | '18 | 25 | 27 | 48 |
10 - 50 | '19 | 27 | 14 | 59 |
50 - 250 | '18 | 21 | 45 | 34 |
50 - 250 | '19 | 24 | 34 | 42 |
250 - | '18 | 17 | 67 | 16 |
250 - | '19 | 22 | 58 | 20 |
Bedrijfstak | Jaar | Eigen personeel (% van bedrijven) | Eigen personeel en extern bedrijf (% van bedrijven) | Uitbesteed aan extern bedrijf (% van bedrijven) |
---|---|---|---|---|
Industrie | '18 | 39 | 21 | 40 |
Industrie | '19 | 36 | 12 | 52 |
ICT | '18 | 61 | 27 | 12 |
ICT | '19 | 69 | 20 | 11 |
Horeca | '18 | 71 | 9 | 20 |
Horeca | '19 | 59 | 4 | 37 |
Zorg | '18 | 29 | 27 | 44 |
Zorg | '19 | 32 | 14 | 54 |
De organisatie van de ICT-beveiliging wordt in figuur 2.1.7 en figuur 2.1.8 onder de loep genomen. Er wordt per bedrijfsgrootteklasse en bedrijfstak gekeken naar wie in 2018 en 2019 de ICT-veiligheidswerkzaamheden binnen het bedrijf uitvoert: eigen personeel, een extern bedrijf of een mix van beide. Meest opvallend is dat dit voor kleine bedrijven vaker door alleen eigen personeel gedaan wordt: ongeveer de helft van de kleine bedrijven doet de ICT-beveiliging zelf, terwijl dit voor grote bedrijven zo’n 20 procent is. Aan de andere kant wordt in het geval van kleine bedrijven de ICT-beveiliging vaker alleen door een extern bedrijf gedaan: bij ongeveer 40 procent van de kleine bedrijven tegen 20 procent van de grote bedrijven. Bij grote bedrijven zal het dus vaker voorkomen dat zowel externe bedrijven als het eigen personeel de ICT-beveiliging doet. Dit is niet opmerkelijk, omdat een groot bedrijf complexe zaken kan uitbesteden en meer personeel heeft dat de wat meer standaardwerkzaamheden prima zelf kan doen.
Als we in figuur 2.1.8 naar de uitvoering van ICT-veiligheidswerkzaamheden per bedrijfstak kijken, kunnen we zien dat ICT-bedrijven in de meeste gevallen prima in staat zijn alle ICT-beveiliging zelf te doen; zo’n 70 procent van de ICT-bedrijven doet de ICT-beveiliging volledig zelf. Ook dit is niet opmerkelijk omdat je kan verwachten dat binnen ICT-bedrijven bedrijven voldoende expertise voor handen is om de ICT-beveiliging zelf te doen. In de Zorg en in de Industrie worden de ICT-beveiligingswerkzaamheden in de helft van de gevallen uitbesteed.
Ten slotte kunnen we waarnemen dat in 2019 in vergelijking met 2018 bij alle bedrijfsgrootten en bedrijfstakken het aantal bedrijven dat de ICT-beveiliging doet met zowel het eigen personeel als via een extern bedrijf iets is afgenomen.
2.2 Websites
In de vorige paragraaf is getoond hoe bedrijven met maatregelen hun ICT-infrastructuur weerbaar maken tegen dreigingen. In deze paragraaf staan de maatregelen centraal die bedrijven nemen om de beveiliging en betrouwbaarheid van hun websites te verhogen. Het gebruik van veilige en moderne internetstandaarden speelt hierbij een belangrijke rol. We kijken eerst naar het gebruik van een van die maatregelen, namelijk het toepassen van DNSSEC om de authenticiteit van .nl-domeinnamen te beschermen. Vervolgens besteden we nog aandacht aan het gebruik van internetstandaarden in het algemeen bij bedrijven.
2.2.1 Punt-nl domeinnamen met DNSSEC
Een manier om de veiligheid van een website te verhogen is het toepassen van DNSSEC. DNSSEC is een beveiligingssysteem voor DNS, het internettelefoonboek dat zorgt voor de vertaling van domeinnamen naar IP-adressen. Op zich werkt DNS prima, maar de vertaling van domeinnaam naar IP-adres is niet beveiligd. Dat is een risico, want een kwaadwillende kan verkeer van een gebruiker omleiden naar een vals IP-adres. Het op deze manier misleiden van een internetgebruiker is een beproefde methode om iemand vertrouwelijke gegevens of zelfs geld te ontfutselen. DNSSEC breidt DNS uit met een extra beveiliging: de vertaling van domeinnaam naar IP-adres wordt voorzien van een digitale handtekening. Een internetgebruiker kan die handtekening automatisch laten controleren. Op die manier wordt voorkomen dat hij of zij naar een vals IP-adres wordt geleid. DNSSEC is hiermee een belangrijk wapen in de strijd tegen phishing en pharming. Beide methoden zijn immers gebaseerd op het omleiden van internetgebruikers naar een valse website.
In figuur 2.2.1 is te zien dat het percentage .nl-domeinnamen met DNSSEC gestaag toeneemt. Tussen 1 juni 2012 en 1 oktober 2020 is dit percentage toegenomen van 0 tot 56 procent. Hierbij verliep de toename in de eerste jaren van deze periode wat sneller dan in de latere jaren. De domeinnaamregistratie en het bijhouden van het gebruik van DNSSEC wordt door de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN, 2020) uitgevoerd.4)
Jaar | % van aantal .nl-domeinnamen (% van .nl-domeinnamen) |
---|---|
jul '12 | 3,8 |
aug '12 | 15,3 |
sep '12 | 25,5 |
okt '12 | 25,9 |
nov '12 | 26,3 |
dec '12 | 26,6 |
jan '13 | 26,9 |
feb '13 | 27,1 |
mrt '13 | 27,5 |
apr '13 | 27,6 |
mei '13 | 28,5 |
jun '13 | 28,7 |
jul '13 | 28,8 |
aug '13 | 28,8 |
sep '13 | 30,2 |
okt '13 | 30,3 |
nov '13 | 31,1 |
dec '13 | 31,1 |
jan '14 | 31,0 |
feb '14 | 31,2 |
mrt '14 | 31,2 |
apr '14 | 31,1 |
mei '14 | 31,2 |
jun '14 | 31,7 |
jul '14 | 32,2 |
aug '14 | 33,8 |
sep '14 | 33,8 |
okt '14 | 33,9 |
nov '14 | 34,6 |
dec '14 | 40,7 |
jan '15 | 40,7 |
feb '15 | 41,0 |
mrt '15 | 43,6 |
apr '15 | 43,7 |
mei '15 | 43,6 |
jun '15 | 43,7 |
jul '15 | 43,6 |
aug '15 | 43,8 |
sep '15 | 43,7 |
okt '15 | 44,0 |
nov '15 | 43,9 |
dec '15 | 44,3 |
jan '16 | 44,3 |
feb '16 | 44,1 |
mrt '16 | 44,5 |
apr '16 | 44,2 |
mei '16 | 44,3 |
jun '16 | 44,3 |
jul '16 | 44,7 |
aug '16 | 45,0 |
sep '16 | 45,0 |
okt '16 | 45,0 |
nov '16 | 45,5 |
dec '16 | 45,5 |
jan '17 | 45,5 |
feb '17 | 45,6 |
mrt '17 | 45,7 |
apr '17 | 46,0 |
mei '17 | 46,4 |
jun '17 | 47,2 |
jul '17 | 47,7 |
aug '17 | 48,5 |
sep '17 | 48,7 |
okt '17 | 49,0 |
nov '17 | 49,2 |
dec '17 | 49,3 |
jan '18 | 49,3 |
feb '18 | 49,4 |
mrt '18 | 49,7 |
apr '18 | 52,0 |
mei '18 | 52,2 |
jun '18 | 52,4 |
aug '18 | 52,6 |
sep '18 | 52,8 |
okt '18 | 53,1 |
nov '18 | 53,3 |
dec '18 | 53,4 |
jan '19 | 53,5 |
feb '19 | 53,8 |
feb '19 | 54,0 |
apr '19 | 54,2 |
mei '19 | 54,3 |
jun '19 | 54,5 |
jul '19 | 54,4 |
aug '19 | 54,4 |
sep '19 | 54,5 |
okt '19 | 54,6 |
nov '19 | 54,6 |
dec '19 | 54,7 |
jan '20 | 54,8 |
feb '20 | 54,9 |
mrt '20 | 55,0 |
apr '20 | 55,2 |
mei '20 | 55,4 |
jun '20 | 55,4 |
jul '20 | 55,6 |
aug '20 | 55,5 |
sep '20 | 55,5 |
okt '20 | 55,5 |
Bron: SIDN, 2020 |
2.2.2 Gebruik internetstandaarden bij bedrijven
Achtergrond
In 2020 is het CBS in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in samenwerking met Forum Standaardisatie een onderzoek begonnen naar het gebruik van internetstandaarden bij websites van bedrijven in Nederland. In dit onderzoek heeft het CBS gebruikgemaakt van de website Internet.nl (Platform Internetstandaarden, 2021). Uitgebreide resultaten van het onderzoek zullen medio 2021 worden gepubliceerd (CBS, 2021). Hieronder worden al wat eerste resultaten gepresenteerd.
De website Internet.nl is een testtool ontwikkeld in opdracht van Platform Internetstandaarden (2021). Het doel is om het gebruik van moderne en veilige Internetstandaarden te vergroten, om daarmee het Internet veiliger en betrouwbaarder te maken. Het idee is dat iedereen Internet.nl kan gebruiken om de domeinnaam van een website van een persoon of bedrijf in te voeren om een test uit te laten uitvoeren waarmee de veiligheid van de website getoetst wordt. Internet.nl toetst op de volgende aspecten:
- IPv6: bereikbaarheid via een modern internetadres.
- DNSSEC: gebruik van een ondertekende domeinnaam.
- https: gebruik van een beveiligde verbinding.
- Beveiligingsopties: gebruik van ingestelde Applicatie-beveiligingsopties.
Nadat de scan afgerond is, wordt een test rapport opgeleverd samen met een eindbeoordeling: een score tussen de 0 en 100 procent. Bedrijven die een 100 procent score halen, worden in de Hall of Fame opgenomen.
Uiteraard kan deze tool al direct door bedrijven gebruikt worden om hun eigen domeinnaam op veiligheid te toetsen. Indien het resultaat tegenvalt, kan dit bedrijven motiveren om extra beveiligingsmaatregelen toe te passen. In principe is het echter ook mogelijk om de tool te gebruiken om een statistische analyse op domeinnamen van bedrijven in Nederland uit te voeren. Op deze manier kunnen we per bedrijfstak en bedrijfsgrootte in kaart brengen hoe het met de veiligheid van websites van bedrijven is gesteld. Dit is het doel van het onderzoek dat het CBS in 2020 in samenwerking met Platform Internetstandaarden (2021) is gestart.
In het onderzoek wordt gebruikgemaakt van alle ongeveer 12 duizend domeinnamen die in de ICT-enquête door bedrijven zijn aangeleverd. Omdat deze bedrijven een representatieve steekproef vormen van alle bedrijven in Nederland kunnen we de resultaten van het onderzoek gebruiken om wat te zeggen over de veiligheid van websites van alle bedrijven. De eerste resultaten van de statistische analyse worden in het vervolg van deze paragraaf getoond. Medio 2021 wordt in een onderzoeksrapport een diepere analyse gepresenteerd CBS (2021).
Eindscore niet afhankelijk van bedrijfsgrootte, wel van bedrijfstak
In figuur 2.2.2 wordt de verdeling van de eindscore van Internet.nl per bedrijfsgrootteklasse getoond. Opvallend is dat de gemiddelde eindscores voor bedrijven bij alle bedrijfsgrootteklassen ongeveer 60 procent zijn. Waar we eerder hierboven nog constateerden dat kleine bedrijven vaak minder maatregelen dan grote bedrijven treffen om hun ICT-systemen te beveiligen, lijkt het er dus op dat de beveiliging van websites van kleine bedrijven even goed, zo niet beter, uitgevoerd wordt dan bij websites van grote bedrijven. Een verklaring zou kunnen zijn dat kleine bedrijven vaker ICT-specialisten inhuren om hun website te bouwen en dat hierbij nieuwere standaarden worden gebruikt. Grote bedrijven hebben wellicht vaker een website die al wat langer geleden ontwikkeld is in een tijd dat er nog minder aandacht was voor standaarden en dat deze later ook niet alsnog zijn toegepast bij onderhoudswerkzaamheden.
gk3_stat_wp | Values (Score %) |
---|---|
250 of meer werkzame personen | 59,2 |
50 tot 250 werkzame personen | 57,8 |
10 tot 50 werkzame personen | 59,1 |
2 tot 10 werkzame personen | 60,6 |
Een ander interessant inzicht is de gemiddelde eindscore per bedrijfstak zoals in figuur 2.2.3 getoond wordt. Hierbij zijn duidelijkere verschillen in gemiddelde eindscore te zien: de websites van de branch ’Energie/water/afval’ scoren gemiddeld zo’n 55 procent op basis van Internet.nl, terwijl dit voor de websites van bedrijven in de Horeca bijna 10 procentpunt hoger is, namelijk een gemiddelde eindscore van 64 procent. Ook dit lijkt weer strijdig met onze eerdere constatering dat de Horeca vaak wat achterloopt op het gebied van cyberweerbaarheid van gebruikte ICT-systemen. Wederom ligt als meest voor de hand liggende verklaring voor de hand dat de bouw van veel websites van horeca ondernemingen recenter en vaker door ICT-specialisten is uitgevoerd.
sbi_digit1_statline | Values (Score %) |
---|---|
Horeca | 63,1 |
Verhuur/overige zakelijke dnst. | 62,8 |
Gezondheid en welzijnszorg | 62,3 |
Informatie/Communicatie | 61,4 |
Special. zakelijke dienstver. | 60,6 |
Verhuur/handel ontr.goed | 59,6 |
Handel | 59,1 |
Financiële dienstverlening | 57,7 |
Industrie | 57,6 |
Bouwnijverheid | 57,4 |
Vervoer/Opslag | 56,9 |
Energie/water/afval | 56,7 |
Verdeling van de eindscore aanzienlijk
Alhoewel de gemiddelde score van alle websites van bedrijven in Nederland zo rond de 60 procent ligt, is er wel sprake van een behoorlijke spreiding. De verdeling van de eindscore voor alle bedrijven in Nederland is te zien in figuur 2.2.4. De verdeling kent een aantal pieken rond de 30, 50, 70 en 90 procent. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat de eindscore bepaald wordt aan de hand van meer dan 200 kenmerken die op een website gescand worden, en dat sommige van die kenmerken mogelijk in clusters voorkomen. In figuur 2.2.4 zijn verder nog drie kwartielen Q1, Q2, en Q3 weergegeven. Het eerste kwartiel Q1 geeft aan dat 25 procent van de bedrijven een eindscore lager dan 44 procent haalt. Het tweede kwartiel Q2, ook bekend als de mediaan, geeft aan dat de helft van alle bedrijven een score hoger dan 64 procent haalt. Het derde kwartiel geeft ten slotte aan dat 25 procent van de bedrijven een score hoger dan 76 procent haalt.
Verdeling van de eindscore per kenmerk
Alhoewel we tot nu toe geconcludeerd hebben dat grote en kleine bedrijven ongeveer dezelfde gemiddelde eindscore van 60 procent halen, zien we toch verschillen als we de verschillende kenmerken op bedrijfsniveau gaan analyseren. Voor deze analyse verwijzen we graag door naar de nog te publiceren rapportage (CBS, 2021) waarin deze verschillen zullen worden besproken en ook wat dieper op de methodologie van het onderzoek zal worden ingegaan.
3. Cybersecurityincidenten
In het voorgaande hoofdstuk hebben we gekeken naar de maatregelen die bedrijven en personen nemen om meer cyberweerbaar te worden. Nu gaan we kijken naar de incidenten die plaatsvinden ondanks alle maatregelen die genomen worden. We onderscheiden hierbij gewone incidenten die door eigen toedoen ontstaan en de incidenten ten gevolge van een aanval van buitenaf. Bij de laatste vorm spreken we ook wel van ’cybercrime’. Cybercrime kan worden omschreven als ’alle delicten die gepleegd worden met behulp van ICT’ (CBS, 2018b). We praten dus over delicten (strafbare feiten) door toedoen van cybercriminelen. Te denken valt aan online fraude, DDoS aanvallen en inbraak in computers.
3.1 Bedrijven
3.1.1 Type ICT-veiligheidsincidenten
In de ICT-enquête onderscheiden we twee soorten ICT-veiligheidsincidenten: incidenten door eigen toedoen en incidenten ten gevolge van een aanval van buitenaf. Voor beide groepen onderscheiden we weer drie type incidenten: uitval van een ICT-systeem, datavernietiging (vernietiging of verminking van elektronische gegevens) en dataonthulling (onthulling van vertrouwelijke elektronische gegevens). Hiermee komen we op zes typen ICT-veiligheidsincidenten in totaal.
3.1.2 Cybersecurityincidenten per bedrijfsgrootte
In de ICT-enquête wordt aan een representatieve steekproef van bedrijven gevraagd hoe vaak ze te maken hebben gehad met elk van de genoemde ICT-veiligheidsincidenten. Ook wordt gevraagd of er kosten waren verbonden aan de ICT-veiligheidsincidenten. Deze vragen zijn nu vier opeenvolgende jaren voorgelegd. We bekijken nu eerst naar de resultaten per bedrijfsgrootteklasse. Daarna zullen we ook kijken naar de ontwikkeling van ICT-veiligheidsincidenten per bedrijfstak.
Grote bedrijven hebben steeds vaker incidenten
In figuren 3.1.1 en 3.1.2 wordt voor de periode 2016–2019 per bedrijfsgrootteklasse het percentage van bedrijven getoond dat minstens één ICT-veiligheidsincident heeft gehad ten gevolge van respectievelijk een interne oorzaak of een aanval van buitenaf. Voor beide figuren worden dus de in paragraaf 3.1.1 genoemde typen incidenten (uitval ICT-system, datavernietiging, en dataonthulling) samengenomen. Het lichtgekleurde deel van de staafdiagrammen geeft het percentage van bedrijven weer dat aangeeft dat er ook kosten met het ICT-incident gemoeid waren.
Meest opvallend is dat grote bedrijven over de jaren heen consistent meer incidenten rapporteren dan kleine bedrijven voor zowel interne incidenten als incidenten door een aanval van buitenaf. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Voor de interne incidenten, zoals uitval van ICT-systemen door hardware of software storingen, speelt mee dat grote bedrijven vaker een grotere, meer complexe ICT-infrastructuur hebben: met meer computers en andere hardware binnen het bedrijf wordt de kans uiteraard groter dat er in een jaar ook wat kapot gaat. Als je kijkt naar incidenten door een aanval van buitenaf kunnen we aannemen dat grote bedrijven vaak interessanter voor cybercriminelen zijn omdat er meer te halen valt of de (publiciteits) schade groter is. Wat verder nog een rol speelt, is dat bij grote bedrijven vaak meer ICT-specialisten werken, wat ook de kans groter maakt dat ICT-veiligheidsincidenten gedetecteerd worden die misschien bij kleine bedrijven onder de radar blijven.
De helft van de ICT-veiligheidsincidenten gaat gepaard met kosten
In figuren 3.1.1 en 3.1.2 is te zien dat lang niet alle ICT-veiligheidsincidenten met kosten gepaard gaan. Ongeveer de helft van de bedrijven die ICT-veiligheidsincidenten rapporteren, zegt hier ook kosten aan gehad te hebben. Even vaak komt het dus voor dat er wel sprake was van een ICT-veiligheidsincident, maar dat dit niet direct tot kosten heeft geleid. Dit geldt voor zowel incidenten met een interne oorzaak als incidenten ten gevolge van een aanval van buitenaf.
Aantal bedrijven met ICT-veiligheidsincidenten neemt af
Ten slotte kunnen we uit figuren 3.1.1 en 3.1.2 aflezen dat voor de meeste bedrijfsgrootteklassen het totaal aantal interne en externe ICT-veiligheidsincidenten over de laatste vier jaar is afgenomen. Voor de incidenten met een interne oorzaken is dit niet heel duidelijk, zeker niet voor de grootste bedrijven: bij deze groep zien we een juist toenemende trend over de jaren 2017–2019. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat interne incidenten niet per se te voorkomen zijn: een kapot hardware onderdeel is iets wat nu eenmaal kan ontstaan.
Voor de ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf is de afname voor alle bedrijfsgrootteklassen echter onmiskenbaar. Zo is te zien dat in 2016 bijna 40 procentvan de grote bedrijven (250 of meer werknemers) met een ICT-veiligheidsincident te maken heeft gehad, terwijl dat in 2019 minder dan 20 procentwas. Een halvering van het aantal meldingen over de afgelopen vier jaar dus. Ook als je alleen naar de incidenten met kosten kijkt, kan je zien dat het aantal meldingen gehalveerd is: in 2016 gaf 19 procentvan de grote bedrijven aan een ICT-veiligheidsincident met kosten gehad te hebben, terwijl dat in 2019 nog maar 9 procentwas. Deze afname van het aantal ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf is waarneembaar voor alle bedrijfsgrootteklassen. Toch zal verderop aangetoond worden dat deze afname wel iets genuanceerder bekeken moet worden, omdat het beeld een gemiddelde betreft en de ontwikkelingen per type incident ook een rol spelen.
3.1.3 Cybersecurityincidenten per bedrijfstak
In figuren 3.1.3 en 3.1.4 wordt voor de periode 2016–2019 het aantal ICT-veiligheidsincidenten met respectievelijk interne en externe oorzaak per bedrijfstak uitgesplitst voor alle bedrijven met twee of meer werknemers. Het lichtgekleurde deel van de staafdiagrammen geeft het percentage van bedrijven weer dat aangeeft dat er ook kosten aan de ICT-veiligheidsincidenten verbonden waren.
Opvallend is dat het aantal incidenten met interne oorzaak niet heel duidelijk met de bedrijfstak samenhangt. Voor de bedrijfstakken die we in figuur 3.1.3 bekijken, vinden we dat ongeveer een derde van de bedrijven een intern incident heeft gemeld, waarvan weer ongeveer de helft kosten met zich meebracht. Alleen de horeca meldt aanzienlijk minder incidenten: in 2019 meldde ongeveer 20 procentvan de horecabedrijven een veiligheidsincident. Op zich is dit niet heel vreemd omdat in de horeca waarschijnlijk gewoon minder met een computer gewerkt wordt, zodat de kans op uitval door een hardware- of softwarestoring ook kleiner is.
Voor incidenten door een aanval van buitenaf vinden we vooral lage percentages van bedrijven die hier melding van maken: voor ICT-bedrijven en de industriebedrijven zo rond de 10 procent; voor de zorg en horeca tussen de 5 en 7 procent van de bedrijven. Opnieuw zien we bij de ICT en de industrie dat het percentage van bedrijven dat een incident door een aanval van buitenaf meldt over de laatste vier jaar afgenomen is. Deze trend vonden we voor de jaren 2016–2018 ook terug bij de horeca en gezondheidszorgbedrijven, maar het laatste jaar zien we hier weer een toename van het aantal incidenten door een aanval van buitenaf.
3.1.4 Cybersecurityincidenten per type incident
We hebben tot nu toe gekeken naar het percentage bedrijven dat een incident gemeld heeft opgesplitst naar interne incidenten en door een aanval van buitenaf. De belangrijkste conclusie was dat voornamelijk het percentage bedrijven dat een incident meldt door een aanval van buitenaf over de laatste vier jaar afgenomen is. We zullen nu kijken wat de bijdragen van de 3 typen incidenten zijn: uitval, datavernietiging en dataonthulling.
Cybersecurityincidenten per type incident per grootteklasse
In figuren 3.1.5(a1–c1) toont de linker kolom de interne ICT-veiligheidsincidenten voor respectievelijk uitval van ICT-systemen, datavernietiging en dataonthulling. Figuren 3.1.5(a2–c2) geven de incidenten door een aanval van buitenaf voor dezelfde drie typen incidenten.
Er was eerder al geconcludeerd dat het aantal interne incidenten toeneemt met de bedrijfsgrootte. Als we naar de drie typen interne incidenten kijken dan zien we dat deze toename voornamelijk toe te schrijven is in aan de uitval van ICT-systemen door een hardware- of softwarestoring, zoals te zien is in figuur 3.1.5(a1): ongeveer 20 procentvan de kleine bedrijven rapporteert een uitval door een storing, terwijl dit voor grote bedrijven zo’n 55 procentis. Datavernietiging door een hardware storing komt bij minder dan 10 procentvan de bedrijven voor; bovendien is de koppeling aan de bedrijfsgrootte minder sterk aanwezig. Wel is te zien dat ook dataonthulling vaker bij grote dan bij kleine bedrijven voorkomt, maar omdat het hier om kleine percentages gaat, draagt deze categorie een stuk minder bij aan het totaal van interne incidenten. De ontwikkeling in de tijd is voor de interne incidenten minder duidelijk en varieert van categorie tot categorie. Bij de dataonthulling door een intern incident, getoond in figuur 3.1.5(a3), is een duidelijke toename in de tijd te zien voor de grote bedrijven van 250 of meer werknemers. Dit in tegenstelling tot de afname die we bij het totaal van interne incidenten gevonden hebben. Het maakt nogal uit naar welk type incident je kijkt.
Figuur 3.1.5(a2–c2) laat zien dat alle typen incidenten ten gevolge van een aanval van buitenaf weer toenemen met de bedrijfsgrootte, zoals we al eerder bij het totaal van incidenten door een aanval constateerden. Er was eerder geconstateerd dat het percentage bedrijven dat incidenten rapporteert door een aanval van buitenaf afneemt over de tijd. Maar net als bij de interne incidenten is dit alleen toe te schrijven aan de afname van uitval van ICT-systemen en vernietiging van data door een aanval van buitenaf. Het aantal bedrijven dat dataonthulling als gevolg van een cyberinbraak meldt, is echter weer toegenomen over de afgelopen vier jaar, met name als er naar de grote bedrijven gekeken wordt. Er kan dus geconcludeerd worden dat alleen kijkend naar de cijfers voor dataonthulling, we een toename van het aantal incidenten zien. Dit neemt echter niet weg dat als we de incidenten van datavernietiging en uitval van ICT-systemen meenemen, het aantal incidenten over de jaren afgenomen is.
3.1.5 Meldingen datalekken bij Autoriteit Persoonsgegevens
Uit het voorgaande is gebleken dat over de afgelopen vier jaar meer bedrijven melden dat ze ICT-veiligheidsincidenten meemaakten in de vorm van het dataonthullingen, zowel door eigen toedoen (zoals het verliezen van een USB-stick door eigen personeel) als door cybercrime. In Nederland zijn bedrijven verplicht melding te doen van onthulling van persoonsgegevens bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
27 duizend meldingen van datalekken
In 2019 zijn 26 956 datalekken gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens, terwijl dit er in 2018 nog 20 881 waren.1) De meldplicht datalekken geldt in Nederland al sinds 2016. Deze meldplicht is in EU-verband verder geformaliseerd en gepreciseerd door de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) die sinds 25 mei 2018 van toepassing is. Het gaat hier over privacygevoelige gegevens die mogelijk in handen van derden zijn gevallen of waar derden toegang tot hebben gehad. Ook hier geldt dat de oorzaak van dit soort datalekken soms onbedoeld is en terug te voeren is op slordige omgang door de houder van de gegevens. Aan de andere kant van het spectrum staat het moedwillig hacken van dit soort gegevensbronnen om te illustreren hoe slecht deze gegevens beveiligd zijn, of om er daadwerkelijk iets mee te gaan doen, bijvoorbeeld te verkopen.
N.B. 25 mei 2018 werd de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van kracht.
Openbaar bestuur (% van totaal gemelde datalekken) | Financiële dienstverlening (% van totaal gemelde datalekken) | Gezondheid en welzijn (% van totaal gemelde datalekken) | |
---|---|---|---|
2016 | 15 | 17 | 29 |
2017 | 19 | 19 | 30 |
2018 | 17 | 26 | 29 |
2019 | 17 | 30 | 28 |
Bron: Autoriteit Persoonsgegevens |
Meeste meldingen uit de financiële dienstverlening
Het overgrote deel van de gemelde datalekken is afkomstig uit de gezondheidszorg (ziekenhuizen, apotheken, GGZ-instellingen e.d.), de financiële sector (betaalservices, banken, verzekeringen e.d.) en het openbaar bestuur (gemeenten, rijksoverheid e.d.). In 2016 waren deze drie sectoren goed voor 61 procentvan alle gemelde datalekken, in 2017 was dit opgelopen tot 68 procenten in 2019 tot 75 procent. Dit zijn ook voorbeelden van sectoren waar veel en ‘gevoelige’ persoonsgegevens worden verwerkt en opgeslagen. Van deze drie sectoren kwamen tot 2019 de meeste meldingen uit de gezondheidszorg. In 2019 kwamen de meeste meldingen vanuit de financiële dienstverlening.
Aan de andere kant zegt het ook weer niet alles dat er veel meldingen uit deze sectoren komen en niet uit bijvoorbeeld de energiesector. Het aantal bedrijven, instellingen en organisaties in de gezondheidssector is immers ook vele malen groter dan het aantal bedrijven in de energiesector. Daar het absolute aantal gemelde datalekken fors is toegenomen gaat het ook voor deze sectoren om sterk toenemende aantallen datalekken. In 2016 kwam 61 procentvan alle gemelde datalekken nog overeen met ongeveer 3 500 meldingen. In 2019 was de genoemde 75 procentgoed voor 15 duizend meldingen.
Vijf procent datalekken door hack
Bij twee derde (66 procent) van de gemelde datalekken gaat het om het versturen of afgeven van persoonsgegevens aan een verkeerde ontvanger. Dit was ook het meest gemelde type datalek in 2018 (63 procent) en in 2017 (47 procent). Bij dit type datalek kan het gaan om een e-mail met daarin gevoelige persoonsgegevens die wordt verzonden naar de verkeerde ontvanger. Bijvoorbeeld door een typefout of omdat er in het e-mailprogramma een verkeerde geadresseerde wordt geselecteerd. Daarnaast komt het voor dat personen hun eigen gegevens opvragen bij organisaties, maar door een administratieve fout vervolgens ook persoonsgegevens van anderen ontvangen. In 2020 was 5 procentvan het aantal gemelde datalekken veroorzaakt door het via hacken, malware en/of phishing toegang krijgen tot de betreffende gegevens (902 meldingen). In 2018 was dit nog 4 procent(2017: 6 procent).
Uit de resultaten van de ICT-enquête bleek dat bij de grote bedrijven met 250 of meer werknemers er ongeveer twee keer zoveel bedrijven een incident melden door een interne oorzaak dan een incident door een aanval van buiten. Dit hoeft niet in tegenspraak te zien met de constatering dat bij de Autoriteit Persoonsgegevens het aantal meldingen door een aanval van buiten slechts 5 procent uit maakt van het totaal aantal meldingen. De ICT-enquête rapporteert immers het percentage bedrijven dat een incident gehad heeft, terwijl de AP het aantal meldingen zelf meet. Eén bedrijf kan meerdere meldingen doen, dus de getallen zijn niet direct met elkaar te vergelijken. Wat wel overeenkomt, is dat beide bronnen een toename van het aantal incidenten met onthullingen van gegevens laten zien.
Omvang datalekken en hacken
In de ruime meerderheid van de gevallen, namelijk 64 procentin 2019, raakt het datalek één persoon. In veel mindere mate (4 procent) treft het datalek meer dan 500 personen. Datalekken die meer dan 500 personen raken, worden vaak veroorzaakt door hacking, malware en/of phishing. Datalekken door hacking en phishing komen met name voor in de zorg (18 procent). Van de genoemde 902 datalekken in 2019 door hacking, malware en/of phishing was in 30 procentvan de gevallen het aantal betrokken personen meer dan 500. Datalekken door hacking, malware en/of phishing kwamen in 2019 relatief vaak voor in de zakelijke dienstverlening (14 procent), de zorg (13 procent) en het onderwijs (13 procent).
De voorgaande voorbeelden van incidenten illustreren dat niet alles wat er mis kan gaan met ICT kwade opzet is. De primaire oorzaak van een incident komt niet altijd vanuit ‘cyberspace’ maar kan ook voortkomen uit menselijke tekortkomingen (slordigheid, vergeetachtigheid, onbekwaamheid e.d.).
3.1.6 DDoS-aanvallen
Van kwade opzet is wel sprake bij een zogeheten (Distributed) Denial of Service aanval (DDoS). Bij zo’n aanval wordt een bepaalde dienst (bijvoorbeeld een website) onbereikbaar gemaakt voor de gebruikelijke bezoekers. Een DDoS-aanval op een website wordt vaak uitgevoerd door de website te bestoken met veel netwerkverkeer opdat deze omvalt. De in de figuur 3.1.8 gepresenteerde cijfers zijn afkomstig van de Stichting Nationale Beheersorganisatie Internet Providers (NBIP) en hebben betrekking op de DDoS-aanvallen van de bij hen aangesloten partijen die gebruikmaken van de Nationale anti-DDoS-Wasstraat (NaWas). Dit is een hulpmiddel dat DDoS-aanvallen onschadelijk maakt en waar de aangesloten partijen (collectief) gebruik van maken. Het zijn dus niet alle DDoS-aanvallen waar Nederlandse websites mee te maken hebben, maar wel een groot deel daarvan.2)
Kenmerken van DDoS-aanvallen zijn de omvang (Gbps) en de duur (tijd). In 2019 had 11 procent van de DDoS-aanvallen een omvang van meer dan 10 Gbps. Dit is vergelijkbaar met de voorgaande jaren. In 2019 duurde 15 procent van de aanvallen langer dan een uur. Dit is minder dan in de voorgaande jaren. In 2020 wordt echter gemeld dat het aandeel van DDoS-aanvallen van langer dan een uur behoorlijk toegenomen is, tot meer dan 25 procent. Hierbij moet opgemerkt worden dat de grootte van een DDoS-aanval niet per se maatgevend is voor de schade die een DDoS-aanval aanbrengt. Ook de complexiteit van de aanval speelt een rol; een DDoS-aanval waarbij meerdere technieken gecombineerd worden, een zogenaamde multivector aanval, is veel moeilijker te mitigeren. Daarnaast is het soort DDos-aanval waar websites mee geconfronteerd worden onderwerp van ontwikkeling. Het mitigeren van een DDos-aanval vergt dus een continue inspanning met betrekking tot het up-to-date houden van de software van de NaWas. Het absolute aantal door de NaWas verwerkte DDos-aanvallen in 2019 en 2020 was respectievelijk 919 en 929 (2018: 938; 2017: 826; 2016: 680).
> 10 Gbps (% van DDoS aanvallen) | > 1 uur (% van DDoS aanvallen) | |
---|---|---|
2016 | 13 | 36 |
2017 | 12 | 21,7 |
2018 | 11 | 19,7 |
2019 | 10,5 | 14,8 |
2020 | 25,8 | 12,3 |
Bron: CBS, Bron: NBIB 2020 | ||
¹⁾DDos‐aanvallen van bij de NaWas aangesloten organisaties. Deelnemers aan de NaWas zijn niet gelimiteerd tot (kleinere) ISPs. Er zijn ook enkele grote organisaties die meedoen, zoals banken en verzekeraars. |
4. Cybercrime
We presenteren in dit hoofdstuk enkele cijfers uit de bij de politie geregistreerde misdrijven waar cybercrime in is opgenomen. In de Cybersecuritymonitor van vorig jaar (CBS, 2019a) is ook statistische informatie over cybercrime opgenomen verkregen uit van de publicatie Digitale Veiligheid en Criminaliteit (DVC), zie (CBS, 2018c). Dit onderzoek is niet meer herhaald, dus deze gegevens worden hier weglaten. In dit hoofdstuk presenteren we dus alleen de bij de politie geregistreerde gegevens over cybercrime.
4.1 Computervredebreuk
Eén van de cybercrime-incidenten die door de politie als zodanig geregistreerd wordt, is de zogenaamde computervredebreuk: het binnendringen van een netwerk of computersysteem zonder toestemming van de eigenaar. Computervredebreuk is de juridische term voor dit delict, maar gangbaarder in het spraakgebruik is ook wel het hacken van een computersysteem. We gebruiken hier de termen door elkaar. In de publicatie van vorig jaar (CBS, 2019a) zijn de hackincidenten gepubliceerd die niet bij de politie geregistreerd zijn, maar uit de DVC-publicatie (CBS, 2018c) volgden. Van deze cijfers zijn geen nieuwe gegevens bekend. Om deze reden zijn in deze publicatie alle niet-geregistreerde gegevens over cybercrime weggelaten.
Onderwerp | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Eenheid |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal geregistreerde misdrijven | 2 535 | 2 045 | 2 225 | 1 875 | 2 320 | 2 945 | 4 865 | aantal |
Geregistreerde misdrijven, relatief | 0,23 | 0,2 | 0,23 | 0,2 | 0,28 | 0,37 | 0,6 | % van totaal |
Geregistreerde misdrijven per 100 000 inw. | 15 | 12 | 13 | 11 | 14 | 17 | 28 | per 100 000 inw. |
Totaal opgehelderde misdrijven | 255 | 195 | 165 | 170 | 185 | 390 | 355 | aantal |
Opgehelderde misdrijven, relatief | 10 | 9,5 | 7,4 | 9 | 8,1 | 13,3 | 7,3 | % van totaal |
Registraties van verdachten | 295 | 235 | 195 | 215 | 260 | 525 | 585 | aantal |
4.1.1 Geregistreerde computervredebreuk
In deze paragraaf gaan we in op de bij de politie geregistreerde computervredebreuk. We kijken eerst naar de computervredebreukincidenten omdat deze met een eigen registratiecode bijgehouden worden. Daarna is binnen het CBS ook een onderzoek gedaan om met behulp van machine-learning een tekstanalyse op de registraties uit te voeren zodat we ook aangiftes kunnen achterhalen die niet met een eigen registratiecode ingevoerd zijn, maar waarbij wel cybercrime de grondslag van de aangifte is.
Aantal geregistreerde aangiftes van computervredebreuk blijft constant
De bij de politie geregistreerde computervredebreuk wordt in tabel 4.1.1 samengevat. Figuur 4.1.2 licht van deze tabel het aantal geregistreerde hackincidenten (computervredebreukincidenten) gerelateerd aan de bevolking uit. In 2019 zijn 28 hackincidenten per 100 duizend inwoners geregistreerd. In de publicatie van vorig jaar meldden we dat uit het DVC-rapport (CBS, 2018c) volgde dat er bij 50 hackincidenten per 100 duizend inwoners bij de politie een opgave gedaan is. Alhoewel deze cijfers niet helemaal overeenkomen, kan je toch stellen dat de orde van grootte van beide cijfers gelijk is. Dat het aantal incidenten dat uit een persoonsenquête volgt hoger ligt dan het cijfer zoals bij de politie in het systeem wordt verwerkt, is niet heel vreemd. Zo kan het zijn dat niet bij alle aangiftes de registratiecode voor hacken is meegegeven, zodat een aantal aangiftes wordt gemist. Daarnaast is het natuurlijk ook goed mogelijk dat er in de persoonsenquête ten onrechte ingevuld is dat er aangifte is gedaan, terwijl het in werkelijkheid slechts om een registratie ging. Verder geldt dat ook altijd rekening gehouden moet worden met foutenmarges. Hierdoor lijken de cijfers toch goed overeen te komen.
Cybercrime achterhalen in aangiften
Naast de hierboven genoemde categorieën, komen ook in andere delictstypen cybercrime-aspecten voor. Het CBS heeft tekstanalyse toegepast bij het onderzoeken van processen-verbaal uit 2016 om te achterhalen bij welke geregistreerde misdrijven cybercrime een rol speelt (CBS, 2018a). Daarbij is cybercrime tweeledig gedefinieerd: zowel misdrijven gepleegd met een ICT-middel en gericht op ICT (voorheen cybercrime in enge zin) als klassieke misdrijven via een ICT-middel gepleegd (gedigitaliseerde criminaliteit) vallen hieronder. Ook als het cybercrime-aspect niet het zwaarste feit in het misdrijf is, wordt het meegenomen.
In 2016 bleek in ruim 72 duizend processen-verbaal sprake van cybercrime. Dat komt bij ongeveer 820 duizend onderzochte processen-verbaal neer op bijna 9 procent. Het aandeel cybercrime verschilt sterk per type delict. Zo kunnen in de categorie bedrog - waaronder oplichting valt - bijna alle geanalyseerde processen-verbaal als cybercrime geclassificeerd worden. Bij verkeersmisdrijven is het percentage cybercrime vrijwel nihil.
Uit de tekstanalyse blijkt dat in 2,5 procent van alle gevonden cybercrime in 2016 het gaat om misdrijven die bij de politie geregistreerd staan als computercriminaliteit. Meer dan de helft valt onder de categorie bedrog. Twee van de tien cybercrimedelicten vallen onder de categorie valsheidsmisdrijven.
4.1.2 Opgelegde sancties
In figuur 4.1.3 is weergegeven welke sancties het Openbaar Ministerie en de rechter hebben opgelegd aan verdachten van computervredebreuk. In een deel van de gevallen deelt het Openbaar Ministerie zonder tussenkomst van de rechter een strafbeschikking uit, biedt een transactie aan of besluit tot het seponeren van de zaak onder een bepaalde voorwaarde. Vaak bestaan strafbeschikkingen of transacties uit een taakstraf of een geldboete of schadevergoeding. Een deel van de zaken stuurt het Openbaar Ministerie door naar de rechter waarna de rechter een straf of maatregel op kan leggen. We kunnen in tabel 4.1.4 aflezen dat het OM in de periodes 2008–2013 en 2014–2019 respectievelijk 18 en 16 procent van de zaken zelf afdeed met een transactie, strafbeschikking of voorwaardelijk beleidssepot. Het totaal aantal computervredebreukzaken is bovendien van 512 naar 551 toegenomen.
2008-2013 (Aantal strafzaken) | 2014-2019 (Aantal strafzaken) | |
---|---|---|
Strafoplegging OM ¹⁾ | 93 | 88 |
Taakstraf | 46 | 49 |
Maatregelen | 21 | 19 |
Gevangenisstraf | 17 | 13 |
Geldboete | 37 | 11 |
Onbekende straffen | 29 | 10 |
Bijkomende straffen | 5 | 2 |
¹⁾Door het OM afgedaan met transactie, strafbeschikking of voorwaardelijk beleidssepot. Alle overige straffen in deze figuur zijn door de rechter opgelegd. |
2008-2013 | 2014-2019¹⁾ | |
---|---|---|
Totaal door OM genomen beslissingen | 512 | 551 |
- waaronder strafoplegging OM²⁾ | 93 | 88 |
Schuldig verklaard door rechter | 124 | 82 |
2008-2013 (% van aantal strafzaken) | 2014-2019 (% van aantal strafzaken) | |
---|---|---|
Taakstraf | 37,1 | 59,8 |
Maatregelen | 16,9 | 23,2 |
Gevangenisstraf | 13,7 | 15,9 |
Geldboete | 29,8 | 13,4 |
Onbekende straffen | 23,4 | 12,2 |
Bijkomende straffen | 4,0 | 2,4 |
¹⁾Één strafzaak kan meerdere straffen toegekend krijgen (bijvoorbeeld taakstraf en geldboete), dus het totaal hoeft niet tot 100 procent op te tellen. |
De percentages van de soorten door de rechter opgelegde straffen en maatregelen per periode worden in figuur 4.1.5 gegeven. Het totaal door de rechter afgehandelde strafzaken was 124 voor de periode 2008–2013 en 82 voor de periode 2014–2019. In de periode 2014–2018 bestonden de opgelegde straffen voor het grootste gedeelte uit taakstraffen (37 procent). Het aandeel taakstraffen en gevangenisstraffen is gegroeid van respectievelijk 37 en 14 procent in de periode 2008–2013 naar 60 en 16 procent in de periode 2014–2018. Het aandeel door de rechter opgelegde geldboetes is gedaald van 30 naar 13 procent.
Tabellen
A.1 Definities
Code | Bedrijfsgrootte |
---|---|
Totaal | 2 of meer werkzame personen |
2-250 | 2 tot 250 werkzame personen |
2 | 2 werkzame personen |
3-5 | 3 tot 5 werkzame personen |
5-10 | 5 tot 10 werkzame personen |
10-20 | 10 tot 20 werkzame personen |
20-50 | 20 tot 50 werkzame personen |
50-100 | 50 tot 100 werkzame personen |
100-250 | 100 tot 250 werkzame personen |
250-500 | 250 tot 500 werkzame personen |
500+ | 500 of meer werkzame personen |
Code | Bedrijfsklasse |
---|---|
C | Industrie |
D-E | Energie, water, afvalbeheer |
F | Bouwnijverheid |
G | Handel |
H | Vervoer en opslag |
I | Horeca |
J | Informatie en communicatie |
K | Financiële dienstverlening |
L | Verhuur en handel van onroerend goed |
M | Specialistische zakelijke diensten |
N | Verhuur en overige zakelijke diensten |
Q | Gezondheids- en welzijnszorg |
ICT | ICT-sector |
A.2 Maatregelen
Maatregel Aantal werkzame personen 2016 2017 2018 2019 Anti-virussoftware Totaal 87 87 89 89 2 tot 10 werkzame personen 86 85 87 87 10 tot 50 werkzame personen 93 95 96 92 50 tot 250 werkzame personen 97 98 98 97 250 of meer werkzame personen 98 99 99 98 2 tot 250 werkzame personen 87 87 89 89 Authenticatie via soft- of hardwaretoken Totaal 26 31 39 46 2 tot 10 werkzame personen 23 28 35 42 10 tot 50 werkzame personen 29 38 49 54 50 tot 250 werkzame personen 49 56 62 68 250 of meer werkzame personen 71 77 81 87 2 tot 250 werkzame personen 25 31 39 45 Beleid voor sterke wachtwoorden Totaal 57 62 65 68 2 tot 10 werkzame personen 55 60 63 65 10 tot 50 werkzame personen 64 71 74 74 50 tot 250 werkzame personen 81 85 86 88 250 of meer werkzame personen 93 95 94 96 2 tot 250 werkzame personen 57 62 65 68 Encryptie van data Totaal 37 38 2 tot 10 werkzame personen 33 35 10 tot 50 werkzame personen 44 44 50 tot 250 werkzame personen 62 64 250 of meer werkzame personen 81 83 2 tot 250 werkzame personen 36 38 Gegevens op andere fysieke locatie Totaal 71 68 72 71 2 tot 10 werkzame personen 68 64 68 68 10 tot 50 werkzame personen 80 82 85 82 50 tot 250 werkzame personen 90 91 93 91 250 of meer werkzame personen 94 93 97 95 2 tot 250 werkzame personen 70 68 72 71 ICT-cursus aan ICT-specialisten Totaal 6 6 2 tot 10 werkzame personen 3 3 10 tot 50 werkzame personen 11 9 50 tot 250 werkzame personen 34 34 250 of meer werkzame personen 67 68 2 tot 250 werkzame personen 5 5 Logbestanden voor analyse incidenten Totaal 31 34 39 37 2 tot 10 werkzame personen 25 27 32 31 10 tot 50 werkzame personen 49 55 59 55 50 tot 250 werkzame personen 76 79 82 79 250 of meer werkzame personen 88 89 91 91 2 tot 250 werkzame personen 30 33 38 37 Methodes voor beoordelen ICT-veiligheid Totaal 22 25 31 28 2 tot 10 werkzame personen 17 20 26 22 10 tot 50 werkzame personen 35 40 48 41 50 tot 250 werkzame personen 56 61 67 63 250 of meer werkzame personen 72 76 80 81 2 tot 250 werkzame personen 21 25 31 27 Network access control Totaal 31 34 37 37 2 tot 10 werkzame personen 28 30 32 32 10 tot 50 werkzame personen 43 47 50 48 50 tot 250 werkzame personen 60 60 63 64 250 of meer werkzame personen 67 69 71 72 2 tot 250 werkzame personen 31 33 36 36 Risicoanalyses Totaal 22 25 31 29 2 tot 10 werkzame personen 17 20 26 24 10 tot 50 werkzame personen 34 41 47 42 50 tot 250 werkzame personen 59 64 64 63 250 of meer werkzame personen 75 77 80 80 2 tot 250 werkzame personen 21 25 31 28 Updaten software/besturingssysteem Totaal 81 84 2 tot 10 werkzame personen 78 81 10 tot 50 werkzame personen 92 90 50 tot 250 werkzame personen 97 96 250 of meer werkzame personen 98 98 2 tot 250 werkzame personen 81 83 VPN internetgebruik buiten het bedrijf Totaal 29 32 35 35 2 tot 10 werkzame personen 23 26 29 29 10 tot 50 werkzame personen 48 50 54 52 50 tot 250 werkzame personen 74 75 77 78 250 of meer werkzame personen 85 87 86 86 2 tot 250 werkzame personen 28 32 35 35
Maatregel Branche 2016 2017 2018 2019 Anti-virussoftware Totaal 87 87 89 89 Industrie 93 92 94 91 Energie 91 84 92 88 Bouwnijverheid 85 86 85 89 Handel 88 87 91 89 Vervoer 84 86 87 87 Horeca 76 72 75 76 Informatie en communicatie 87 91 89 90 Financiële dienstverlening 88 94 97 92 Verhuur en handel onroerend goed 80 83 84 82 Specialistische zakelijke diensten 90 92 93 92 Verhuur en overige zakelijke diensten 83 87 88 90 Gezondheidszorg 97 93 97 96 ICT-sector 90 93 91 90 Authenticatie via soft- of hardwaretoken Totaal 26 31 39 46 Industrie 24 30 39 43 Energie 34 36 43 46 Bouwnijverheid 17 25 31 33 Handel 21 27 36 43 Vervoer 22 26 33 45 Horeca 16 17 20 29 Informatie en communicatie 47 51 55 60 Financiële dienstverlening 45 55 62 64 Verhuur en handel onroerend goed 28 32 34 39 Specialistische zakelijke diensten 31 36 47 52 Verhuur en overige zakelijke diensten 20 31 39 48 Gezondheidszorg 47 50 59 67 ICT-sector 49 54 57 63 Beleid voor sterke wachtwoorden Totaal 57 62 65 68 Industrie 58 64 65 67 Energie 67 60 68 71 Bouwnijverheid 50 55 54 64 Handel 57 60 66 67 Vervoer 56 57 62 65 Horeca 38 50 47 53 Informatie en communicatie 77 80 85 82 Financiële dienstverlening 74 83 81 80 Verhuur en handel onroerend goed 51 56 67 59 Specialistische zakelijke diensten 67 71 71 73 Verhuur en overige zakelijke diensten 56 63 67 67 Gezondheidszorg 66 72 77 80 ICT-sector 80 84 86 84 Encryptie van data Totaal 37 38 Industrie 32 35 Energie 38 38 Bouwnijverheid 27 23 Handel 32 33 Vervoer 26 30 Horeca 18 22 Informatie en communicatie 66 65 Financiële dienstverlening 56 56 Verhuur en handel onroerend goed 26 37 Specialistische zakelijke diensten 44 46 Verhuur en overige zakelijke diensten 34 39 Gezondheidszorg 67 67 ICT-sector 67 67 Gegevens op andere fysieke locatie Totaal 71 68 72 71 Industrie 77 75 78 77 Energie 78 76 74 70 Bouwnijverheid 64 63 66 66 Handel 66 64 71 72 Vervoer 61 64 63 65 Horeca 52 43 46 43 Informatie en communicatie 87 84 89 84 Financiële dienstverlening 75 85 85 76 Verhuur en handel onroerend goed 69 68 69 64 Specialistische zakelijke diensten 83 81 85 80 Verhuur en overige zakelijke diensten 70 66 69 70 Gezondheidszorg 84 82 87 86 ICT-sector 89 85 92 84 ICT-cursus aan ICT-specialisten Totaal 6 6 Industrie 6 7 Energie 10 11 Bouwnijverheid 2 2 Handel 4 5 Vervoer 4 3 Horeca 1 1 Informatie en communicatie 36 38 Financiële dienstverlening 15 13 Verhuur en handel onroerend goed 3 3 Specialistische zakelijke diensten 6 6 Verhuur en overige zakelijke diensten 5 4 Gezondheidszorg 3 4 ICT-sector 38 42 Logbestanden voor analyse incidenten Totaal 31 34 39 37 Industrie 36 40 45 42 Energie 48 44 54 51 Bouwnijverheid 20 23 30 29 Handel 29 32 37 35 Vervoer 26 30 35 31 Horeca 13 15 16 15 Informatie en communicatie 60 60 67 63 Financiële dienstverlening 50 58 61 59 Verhuur en handel onroerend goed 31 27 28 33 Specialistische zakelijke diensten 39 41 48 44 Verhuur en overige zakelijke diensten 29 33 36 34 Gezondheidszorg 39 43 49 51 ICT-sector 64 64 72 65 Methodes voor beoordelen ICT-veiligheid Totaal 22 25 31 28 Industrie 27 31 35 32 Energie 36 36 47 35 Bouwnijverheid 16 20 30 22 Handel 19 22 30 27 Vervoer 18 20 27 23 Horeca 8 11 13 12 Informatie en communicatie 35 44 46 43 Financiële dienstverlening 41 50 61 55 Verhuur en handel onroerend goed 25 25 31 28 Specialistische zakelijke diensten 28 30 37 30 Verhuur en overige zakelijke diensten 21 27 30 27 Gezondheidszorg 29 34 39 38 ICT-sector 37 44 47 44 Network access control Totaal 31 34 37 37 Industrie 35 39 40 40 Energie 37 40 43 51 Bouwnijverheid 20 27 34 31 Handel 29 33 36 37 Vervoer 23 31 30 30 Horeca 17 14 19 20 Informatie en communicatie 51 51 53 51 Financiële dienstverlening 48 54 59 55 Verhuur en handel onroerend goed 36 28 28 33 Specialistische zakelijke diensten 38 38 42 41 Verhuur en overige zakelijke diensten 29 33 35 34 Gezondheidszorg 46 48 47 48 ICT-sector 54 55 55 53 Risicoanalyses Totaal 22 25 31 29 Industrie 24 30 33 31 Energie 34 35 35 37 Bouwnijverheid 16 20 25 21 Handel 20 21 27 26 Vervoer 20 23 28 24 Horeca 10 12 15 13 Informatie en communicatie 39 48 50 48 Financiële dienstverlening 38 50 58 51 Verhuur en handel onroerend goed 22 24 25 24 Specialistische zakelijke diensten 25 31 37 31 Verhuur en overige zakelijke diensten 20 25 30 28 Gezondheidszorg 31 37 48 46 ICT-sector 42 48 53 50 Updaten software/besturingssysteem Totaal 81 84 Industrie 86 86 Energie 84 85 Bouwnijverheid 74 81 Handel 82 83 Vervoer 75 81 Horeca 56 65 Informatie en communicatie 94 94 Financiële dienstverlening 96 93 Verhuur en handel onroerend goed 78 75 Specialistische zakelijke diensten 90 91 Verhuur en overige zakelijke diensten 83 82 Gezondheidszorg 92 95 ICT-sector 96 94 VPN internetgebruik buiten het bedrijf Totaal 29 32 35 35 Industrie 36 40 42 42 Energie 42 47 52 50 Bouwnijverheid 20 22 29 26 Handel 26 29 34 34 Vervoer 23 27 27 26 Horeca 13 14 14 12 Informatie en communicatie 54 57 58 55 Financiële dienstverlening 51 58 53 55 Verhuur en handel onroerend goed 34 30 31 31 Specialistische zakelijke diensten 36 39 42 44 Verhuur en overige zakelijke diensten 25 32 32 31 Gezondheidszorg 37 45 49 48 ICT-sector 59 62 62 59
A.3 Incidenten
Jaar 2016 2017 2018 2019 Kosten Incident gehad ook met kosten Incident gehad ook met kosten Incident gehad ook met kosten Incident gehad ook met kosten Aantal werkzame personen Uitval ICT-dienst door ICT-veiligheidsincident Totaal 26 11 25 9 27 10 27 10 2 tot 10 werkzame personen 21 8 21 8 22 8 24 8 10 tot 50 werkzame personen 41 18 40 16 39 16 38 15 50 tot 250 werkzame personen 51 25 49 23 51 23 50 21 250 of meer werkzame personen 55 29 51 26 56 31 56 27 2 tot 250 werkzame personen 25 10 25 9 26 10 27 9
Jaar 2016 2017 2018 2019 Kosten Incident gehad ook met kosten Incident gehad ook met kosten Incident gehad ook met kosten Incident gehad ook met kosten Branche Uitval ICT-dienst door ICT-veiligheidsincident Totaal 26 11 25 9 27 10 27 10 Industrie 30 14 27 11 29 13 32 12 Energie 29 12 32 14 34 12 31 13 Bouwnijverheid 22 9 19 8 21 9 21 11 Handel 26 11 26 10 27 10 28 9 Vervoer 22 9 20 9 23 9 23 9 Horeca 13 5 18 8 15 4 20 4 Informatie en communicatie 28 10 31 10 30 9 32 8 Financiële dienstverlening 29 12 31 10 40 16 34 15 Verhuur en handel onroerend goed 29 11 25 9 24 12 22 10 Specialistische zakelijke diensten 29 12 31 12 31 11 30 11 Verhuur en overige zakelijke diensten 22 8 25 9 22 9 23 7 Gezondheidszorg 33 12 29 9 34 11 36 13 ICT-sector 28 10 31 9 29 9 33 9
Referenties
Autoriteit Persoonsgegevens (2019a) Datalekregistraties.
Autoriteit Persoonsgegevens (2019b) Datalekregistraties.
CBS (2017a) Cybersecuritymonitor 2017.
CBS (2017b) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2017c) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2017d) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak.
CBS (2017e) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2017f) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2018a) Cybercrime achterhalen in aangiften.
CBS (2018b) Cybersecuritymonitor 2018.
CBS (2018c) Digitale veiligheid en criminaliteit 2018.
CBS (2018d) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2018e) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2018f) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak.
CBS (2018g) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2018h) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2019a) Cybersecuritymonitor 2019.
CBS (2019b) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2019c) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2019d) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak.
CBS (2019e) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2019f) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2020a) CBS StatLine.
CBS (2020b) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2020c) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte.
CBS (2020d) ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak.
CBS (2020e) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfsgrootte.
CBS (2020f) ICT-gebruik bij kleine bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte, 2020.
CBS (2021) Statistisch onderzoek naar veiligheid websites bedrijven in nederland (verwacht in juni 2021).
NBIP (2018) Statistics.
NBIP (2020) DDoS data report 2020. Nationale Beheersorganisatie Internet Providers.
Platform Internetstandaarden (2021) Internet.nl.
SIDN (2020) SIDN Labs: .nl stats en data.