1. Inleiding
Deze nota geeft de verwachtingen van gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen over de ontwikkeling van hun EMU-saldo in de jaren 2020, 2021 en 2022 weer. De EMU-saldi van gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen waarover in deze nota wordt bericht zijn gebaseerd op de EMU-saldi zoals deze door overheidsinstellingen zelf zijn opgegeven in de EMU-enquête 2021. De EMU-enquête wordt jaarlijks uitgevraagd door het CBS. De EMU-saldi van de waterschappen zijn gebaseerd op een soortgelijke enquête die de Unie van Waterschappen jaarlijks afneemt als onderdeel van een uitgebreidere uitvraag naar waterschapsbegrotingen. Het CBS neemt de door de berichtgevers ingevulde cijfers voor alle overheidslagen één-op-één over, zonder hier een inhoudelijke analyse of bewerking op uit te voeren. Een uitzondering hierop zijn gesignaleerde duizendfouten die worden wel gecorrigeerd. Daarnaast hoogt het CBS de gegevens indien op voor non-respons indien daar sprake van is.
Met het Rijk is een tekortnorm voor het EMU-saldo van decentrale overheden afgesproken. Deze bedraagt voor 2019 tot en met 2022 per jaar -0,4% van het bruto binnenlands product (bbp). Deze tekortnorm wordt vanaf 2019 weer verdeeld over de decentrale overheidslagen inclusief hun gemeenschappelijke regelingen. Het aandeel voor de gemeenten betreft -0,27% van het bbp. Voor de provincies en de waterschappen betreft het aandeel respectievelijk -0,08% en -0,05% van het bbp.
De nota is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de EMU-enquête 2021. Hoofdstuk 3 omvat de populatie en de wijze van ophogen voor non-respons. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de uitkomsten uitgelijnd, beginnende met een totaaloverzicht met de uitkomsten voor de specifieke overheidslagen.