Onderzoek naar de gemiddelde prijs van een autorijles, 2021
Over deze publicatie
In opdracht van het CBR zal het CBS de komende jaren de gemiddelde prijs van een autorijles van 60 minuten in Nederland berekenen. De gemiddelde prijs van een autorijles is in maart 2021 vastgesteld op €47,30 met een 95% betrouwbaarheidsinterval van ongeveer €1,50. In deze publicatie wordt het onderzoek naar de gemiddelde prijs in 2021 en de wijze van onderzoek voor de komende jaren beschreven.
1. Inleiding
Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) heeft aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd om de gemiddelde prijs van een autorijles in Nederland te berekenen. Het gaat om een autorijles van 60 minuten voor rijbewijs B in Nederland. Hierbij wordt gekeken naar de prijs van een losse les. Rijlessen als onderdeel van een pakket worden dus niet meegenomen.
Het CBS verzamelt prijzen voor de consumentenprijsindex (CPI) met als doel de ontwikkeling van de prijs te volgen. Er is bekeken of de steekproef uitgebreid moet worden om een voldoende betrouwbare gemiddelde prijs te kunnen berekenen. In hoofdstuk 2 wordt het onderzoek naar de gemiddelde prijs in 2021 toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt besproken op welke wijze de gemiddelde prijs in de komende jaren wordt berekend en de gevolgen voor de steekproefwaarneming voor de CPI. In hoofdstuk 4 zullen de resultaten worden besproken.
2. Onderzoek naar de gemiddelde prijs in 2021
Er zijn 8 903 rijscholen in Nederland. In maart 2021 zijn er 6 078 websites van rijscholen verzameld. Een groot deel van deze websites bevatte informatie over autorijlessen. De overige websites bevatten bijvoorbeeld informatie over paardrijles en motorrijles. Uit de websites afkomstig van autorijschoolhouders is een random selectie gemaakt van 203 aanbieders.
Op basis van deze dataset kunnen de volgende gegevens bepaald worden van een uur autorijles:
- de gemiddelde prijs is €47,80
- de mediaan is €48,50
- de modus is €50.
Hierbij is de gemiddelde prijs bepaald als het ongewogen rekenkundig gemiddelde van alle waargenomen prijzen (de som van alle prijzen gedeeld door het aantal prijzen), de mediaan is de waarde waarbij precies evenveel prijzen boven als onder deze waarde liggen en de modus is de meest voorkomende prijs. Er is hier sprake van een links scheve verdeling, waarbij relatief lage prijzen vaker voorkomen dan relatief hoge prijzen. Naast de scheve verdeling, valt tevens op dat bepaalde waarden heel vaak voorkomen; bijvoorbeeld de bedragen 40 en 50 euro per uur. De prijzen zijn dus niet normaal verdeeld. Dat betekent dat statistische modellen die gebaseerd zijn op een normaalverdeling niet gebruikt kunnen worden. Voor het onderzoek naar de beste bepaling van de gemiddelde prijs is daarom de bootstrapmethode gebruikt. Hierbij wordt een groot aantal maal een steekproef met terugleggen uit de dataset getrokken. Van deze trekkingen wordt steeds het gemiddelde bepaald.
Er is gekeken of de provincie waar de rijschoolhouders gevestigd zijn effect heeft op de gemiddelde prijs. Hiervoor is in de dataset gekeken naar het verschil tussen de (ongewogen, rekenkundig) gemiddelde prijs en de gemiddelde prijs gewogen per provincie. Bij de weging per provincie wordt eerst een ongewogen, rekenkundig gemiddelde prijs per provincie bepaald en de gemiddelde prijs per provincie krijgt een weging naar rato van het aantal rijscholen in de provincie. Wat hierbij opvalt, is dat het gemiddelde van de per provincie gewogen gegevens voor heel Nederland (€47,30) duidelijk lager is dan die van het ongewogen gemiddelde (€47,80). De 95% betrouwbaarheidsintervallen van beide schattingen zijn niet wezenlijk anders. Klaarblijkelijk neemt de prijs van een gemiddelde rijles af als rekening wordt gehouden met de aantallen rijscholen per provincie. Dit is voor een groot deel het gevolg van de grote hoeveelheid rijscholen in Zuid-Holland die gemiddeld een wat lagere prijs per uur hanteren. Door te wegen kan eenduidig en op een vaste manier het belang van een prijs worden vastgelegd. Omdat de gemiddelde prijs in Zuid-Holland meer rijscholen vertegenwoordigt dan bijvoorbeeld de prijs in Friesland moet de gemiddelde prijs van Zuid-Holland zwaarder wegen.
3. Bepaling van de gemiddelde prijs vanaf 2022
Momenteel worden de prijzen van autorijlessen maandelijks verzameld om de prijsontwikkeling te volgen voor de CPI. De huidige waarneming bevat de prijs van ongeveer 20 verschillende autorijscholen in heel Nederland. Er is onderzocht hoeveel waarnemingen er extra nodig zijn om de gemiddelde prijs van een losse rijles (per uur) voldoende betrouwbaar te kunnen bepalen.
De CPI-dataset is vergeleken met de extra dataset van 203 prijswaarnemingen. Hieruit blijkt dat de gewogen gemiddelden van beide datasets redelijk dicht bij elkaar liggen en dat de betrouwbaarheidsintervallen elkaar voor een groot deel overlappen.
Voor de komende jaren willen we een balans vinden tussen een beperkte en kosten efficiënte waarneming en een voldoende betrouwbare waarneming. Uit de simulaties komt naar voren dat het toevoegen van 15 tot 20 extra eenheden het meest interessant is in de afweging tussen kosten en betrouwbaarheid. Meer is beter maar het toevoegen van nog meer eenheden verhoogd de betrouwbaarheid slechts in beperkte mate. Bij een schatting met 15 tot 20 extra eenheden, bovenop de huidige waarneming voor de CPI, komt het (afgeronde) bedrag van €47,30 ±1,50 als beste schatting voor een losse autorijles per uur naar voren.
Voor 2022 en volgende jaren is daarom de waarneming van prijzen voor een uur autorijles uitgebreid naar 40 waarnemingen per maand. Elke maand kan hiermee een gewogen gemiddelde prijs berekend worden en het rekenkundig gemiddelde van deze 12 maandprijzen is de gemiddelde prijs van een uur autorijles in Nederland, waarbij het 95% betrouwbaarheidsinterval ± € 1,50 bedraagt. Het CBS zal de komende jaren de gemiddelde prijs per kalenderjaar publiceren.