4. Waardering voor MDT
15 tot 26 jaar
Aan de jongeren van 15 tot 26 jaar is gevraagd naar hun mening indien een vriend of kennis zou meedoen met een MDT-project. Een duidelijke meerderheid zou dat erg waarderen. Zo geeft 20 procent aan daar zeer positief tegenover te staan, en 43 procent positief. Verder neemt 36 procent een neutraal standpunt in, en staat slechts 1 procent daar (zeer) negatief tegenover.
Jonge vrouwen geven vaker te kennen dat ze het zouden waarderen indien een vriend(in) of kennis zou meedoen met een MDT-project dan jonge mannen (tabel 2). Ook neemt de waardering toe met het vorderen van de leeftijd. Zo neemt het aandeel met een positieve waardering voor deelname van een vriend of kennis aan MDT respectievelijk toe van 58, via 63 naar 68 procent bij de leeftijdsgroepen 15-17, 18-21 en 22-25. Opleiding is ook onderscheidend. De waardering voor MDT neemt geleidelijk toe van 59 procent bij de groep met een laag opgeleiden (basis / vmbo) uitsluitend basisonderwijs tot 70 procent bij de hoger opgeleiden (hbo / universiteit).
Zowel de laagste als hoogste inkomensgroep geeft vaker aan het positief te vinden indien een vriend(in) zou meedoen met een MDT-project dan de beide groepen met een iets lager of iets hoger dan gemiddelde inkomen. Tevens blijkt dat de waardering onder de jongeren met een Nederlandse migratieachtergrond iets positiever is dan die van de jongeren met een westerse of niet-westerse achtergrond.
Indien rekening wordt gehouden met de onderlinge verbanden tussen deze bevolkingskenmerken dan is alleen nog geslacht (vrouwen zijn positiever) en migratieachtergrond (mensen met Nederlandse achtergrond zijn positiever) relevant.
Vervolgens is onderzocht of er relaties zijn tussen de waardering voor MDT-projecten en aspecten van participatie. Zulke verbanden blijven beperkt tot wel/geen wekelijks contact met een familielid (67 versus 51 procent) en het geven van hulp aan anderen (68 versus 61 procent). Daarnaast is het vertrouwen in de medemens relevant: jongeren die anderen vertrouwen staan positiever tegenover MDT (67 procent) dan jongeren die anderen wantrouwen (60 procent).
26-plussers
Aan de 26-plussers is de waarderingsvraag iets anders geformuleerd. Gevraagd is naar hun mening over dat jongeren via MDT meer kansen krijgen om bij te dragen aan maatschappelijke projecten. Daar staat een overgrote meerderheid positief tegenover: 52 procent is positief en 30 procent zelfs zeer positief. Het overige deel staat daar meestal neutraal in (17 procent) en de rest (2 procent) is daar negatief over.
Vrouwen vinden het iets belangrijker dat jongeren via MDT-projecten bijdragen aan de samenleving dan mannen: 83 tegenover 80 procent (tabel 1). Leeftijd doet weinig: de waardering varieert van 79 procent onder de 45- tot 55-jarigen tot 84 procent onder de 65- tot 75-jarigen. Ook opleiding is niet sterk onderscheidend, waarbij vooral de laagstopgeleiden iets minder waardering etaleren. Inkomen doet ook weinig: de laagste inkomens geven aan dat iets minder positief staan tegenover MDT dan de andere inkomensgroepen. Migratieachtergrond maakt weinig verschil in de mening over het belang dat jongeren via MDT een bijdrage leveren aan de samenleving: de groep met een niet-westerse achtergrond is daar iets positiever over dan de groep met een Nederlandse achtergrond.
Ook indien rekening wordt gehouden met de onderlinge verwevenheid van de bevolkingsgroepen blijven deze, meestal zwakke, verbanden grotendeels intact. Vrouwen zijn positiever over MDT dan mannen, en de leeftijdsgroep van 65 tot 75 heeft meer waardering voor MDT dan de groep van 26 tot 35 en 45 tot 55 jaar. Voorts blijkt dat waardering voor MDT toeneemt naarmate het opleidingsniveau hoger is, dat de groep met het laagste inkomen minder positief is dan de groepen die meer te besteden hebben, en dat niet-westerse migranten positiever over MDT-projecten zijn dan de groep met een Nederlandse achtergrond.