Zoekresultaten

De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken op doorstroom naar en studiesucces in het hoger onderwijs van mbo’ers

Deze kernindicatoren geven informatie over integratie van de grote herkomstgroepen in Nederland.

leerlingen van de havo- en vwo-bovenbouw met economie

Door CBS geprogrammeerde benchmarkrapporten. De inhoud voor deze rapporten is door NRO afgeleid, op basis van CBS-data.

big data-technologie en big data-methoden voor de productie van statistieken

Mutaties van aantallen leerlingen voortgezet onderwijs

In 2016 waren 970 duizend vrouwen hoger opgeleid dan hun partner.

Leerlingen in leerjaar 3 en 4 van het voortgezet onderwijs

Arbeidsmarktkenmerken en doorstroom van verlaters van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro)

Is er sprake van een tweedeling tussen Nederlanders met een Nederlandse en een migratieachtergrond?

Jongeren in een kwetsbare positie na schooljaar 2010/’11 worden 4 jaar gevolgd.

Mbo’ers kiezen vaak voor economische opleidingen als eerste keus en ze wisselen van opleiding.

Relatie tussen instroom en studiesucces in het hoger onderwijs en huishoudinkomen.

In 2016 stegen de cao-lonen met 1,9 procent. Dat is de grootste stijging sinds 2009.

De helft van de bol-voltijd mbo’ers doet na ontvangst van hun diploma een andere opleiding.

De onderijwsuitgaven bedroegen in 2015 6,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Welke kenmerken zijn van invloed op schoolprestaties

De situatie van kinderen met cijfers over bijstand, gezinssamenstelling

Dit jaarrapport 2016 van de Landelijke Jeugdmonitor geeft een inkijk in de staat van de jeugd in Nederland.

Inwoners met migratie- en Nederlandse achtergrond: verschillen en overeenkomsten in het Jaarrapport Integratie 2016

Internationale studenten die in een studiejaar een diploma hebben behaald in het hoger onderwijs

De uitgaven van huishoudens aan huiswerkbegeleiding, bijles, eindtoets- en examentraining in de periode 1995-2015.

De onderwijsuitgaven per einddiploma (standaard route) worden uitgesplitst naar publieke en private uitgaven.

Een kleiner aandeel van oudere werknemers verzuimt door ziekte dan gemiddeld. Ziekteverzuim duurt gemiddeld wel langer.

Werknemers in het onderwijs willen 1,5 jaar langer doorwerken dan gemiddeld. Mannen in het hoger onderwijs het langst