Minder dan wekelijks contact

In de vragenlijst wordt gevraagd hoe vaak iemand contact heeft met familieleden of gezinsleden die niet in huis wonen, met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen, of met buren. Dit zijn drie aparte vragen. Antwoordcategorieën waren daarbij: 1. Dagelijks, 2. Minstens één keer per week, maar niet dagelijks 3. Minstens één keer per maand, 4. Minder dan één keer per maand, maar niet wekelijks 5. Zelden of nooit. Mensen met weinig contacten zijn mensen die minder dan wekelijks contact hebben met zowel familieleden als vrienden en buren.