Methodologische beschrijving dashboard snelle indicatoren Goederenvervoer
Vanuit de maatschappelijke vraag naar snel beschikbare gegevens over de ontwikkeling van het goederenvervoer ten gevolge van en tijdens de coronacrisis hebben een aantal partijen de handen bij elkaar gestoken om te komen tot een zo actueel mogelijk overzicht van de ontwikkelingen in de verschillende vormen van goederenvervoer. Het CBS werkte hiervoor samen met Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), Panteia, Rijkswaterstaat, ProRail, Nationale Databank Wegverkeersgegevens, Schiphol, Royal Dirkzwager en de havenbedrijven Amsterdam, Groningen, Moerdijk, Rotterdam en Zeeland.
Door deze samenwerking kan informatie tijdelijk uitgebreider en sneller worden gepubliceerd dan volgens het reguliere publicatieschema van de diverse vervoersstatistieken van het CBS. Deze snelle indicatoren worden gepubliceerd in een nieuw dashboard ‘Snelle indicatoren Goederenvervoer’ en wordt elke week bijgewerkt op donderdag. Het dashboard geeft een overzicht in de ontwikkelingen van de binnenvaart, luchtvaart, spoorvervoer, wegvervoer en zeevaart. Gestart is met cijfers over het totaal aantal bewegingen per vervoersmodaliteit en voor zover mogelijk deze uit te splitsen naar vervoer dat Nederland binnenkomt en Nederland uitgaat. Voor een aantal vervoersmodaliteiten zijn gegevens over hoeveelheid vervoerde tonnen of containereenheden (TEU’S) en de vervoersprestatie in tonkilometers toegevoegd. Waar mogelijk zullen deze gegevens ook nog voor andere modaliteiten toegevoegd worden.
Dit dashboard wordt in samenwerking met de bronhouders gemaakt. Wekelijks leveren de bronhouders hiervoor de cijfers over de week ervoor van maandag tot en met zondag (ISO 8601). Elke donderdag worden deze cijfers geüpdatet. Cijfers kunnen achteraf nog gecorrigeerd worden. Voor elke vervoersstroom komt de data van een andere partij. De gegevens over vervoersbewegingen, vervoerde gewichten/containereenheden en tonkilometers worden hier vanaf 1 januari 2019 gepresenteerd en vergeleken met gegevens van een jaar eerder. Voor deze vergelijking met een jaar eerder zijn er ook reeksen cijfers gemaakt die door het CBS en KiM gecorrigeerd zijn voor feest- en brugdageffecten. Het aantal werkdagen per week kan tussen jaren nogal verschillen, waardoor een verandering ten opzichte van een jaar eerder niet alleen veroorzaakt wordt door een verminderde vervoersvraag, maar meer doordat er door feestdagen minder werkdagen waren.
Jaarovergang
Het jaar 2020 heeft 53 weken. Voor de berekening van de ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder wordt week 53 van 2020, waarin nieuwjaar valt, vergeleken met week 1 van 2020, ook met nieuwjaar. Week 1 van 2021 wordt vergeleken met week 2 van 2020 enzovoorts. Week 52 van 2021 wordt dan vergeleken met week 53 van 2020. Week 1 van 2022 wordt weer vergeleken met week 1 van 2021.
Binnenvaart
Gepubliceerde gegevens
In het dashboard wordt het aantal bewegingen en vervoerde tonnages van binnenvaartschepen voor goederenvervoer gepubliceerd. Dit gebeurt op weekbasis vanaf week 1 2019.
Bronhouder
Waarnemingsmethode
Het CBS ontvangt elektronische informatie van de Regionale Directies Rijkswaterstaat op basis van de registraties van het Informatie Verwerkend Systeem (IVS) van RWS op de Nederlandse vaarwegen. Schippers zijn verplicht op verschillende punten van het vaarwegennet informatie te verschaffen over het schip, de reis en de eventueel vervoerde lading. Dit gebeurt veelal bij sluizen en bruggen.
Populatie
Het betreft een integrale waarneming van alle reizen door zowel Nederlandse als buitenlandse vaartuigen op het Nederlandse vaarwegennet toegankelijk voor binnenvaartschepen. De doelpopulatie bestaat uit schepen die goederen vervoeren, zoals containerschepen, bulkschepen en ro-roschepen.
Meetlocaties
De meetlocaties zijn zogenaamde passages die zich bevinden bij sluizen en bruggen. Bij meerdere passages hoeven schippers hun reis maar een keer op te geven.
Methode
Het aantal bewegingen en vervoerde tonnages worden afgeleid uit het aantal binnengekomen aangiftes. Hieruit wordt een opsplitsing gemaakt in bewegingen die volledig in Nederland zijn uitgevoerd, bewegingen van het buitenland naar of door Nederland en bewegingen van of via Nederland naar het buitenland. Het totaal is een optelsom van deze binnenlandse, Nederland inkomende en Nederland uitgaande reizen.
Correctie
Vanaf week 28 wordt er een bijstelling op de meest recente week toegepast. Deze is voor elke reeks (totaal, Nederland inkomend en Nederland uitgaand) anders. Op de totaalreeks is deze vastgesteld op (-1,5 procent). Deze bijstelling is noodzakelijk omdat reizen worden toegekend aan deze week, terwijl ze pas eindigen in de week daarna. Zo blijft de ontwikkeling van die week goed vergelijkbaar met dezelfde week van het jaar ervoor. De weken vóór de meest recente week worden bijgesteld met definitief aantal reizen.
Luchtvaart - Schiphol
Gepubliceerde gegevens
In het dashboard wordt het aantal bewegingen van goederenvliegtuigen en het door alle vliegtuigen vervoerde gewicht in 1.000 ton gepubliceerd. Dit gebeurt op maandbasis vanaf maand 1 2019.
Bronhouder
Waarnemingsmethode
Schiphol levert op het maandbasis gegevens over goederenvervoer door vliegtuigen. Hierbij gaat het om het aantal vliegbewegingen en het gewicht dat hierbij vervoerd wordt. Het grondmateriaal hiervoor vormen reisdocumenten, zogenaamde 'loadsheets', of gelijksoortige documenten welke informatie verschaffen omtrent het vervoer per vlucht.
Populatie
Het betreft een integrale waarneming van alle inkomende en uitgaande vluchten op Schiphol. De doelpopulatie voor het aantal bewegingen bestaat uit vliegtuigen die specifiek bedoeld zijn voor goederenvervoer, deze kunnen ook leeg zijn. De doelpopulatie voor het vervoerde gewicht bewegingen bestaat uit alle vliegtuigen, ook passagiersvliegtuigen die goederen vervoeren. Schiphol handelt veruit het grootste deel van het goederenvervoer via de luchtvaart af, 95 procent.
Meetlocaties
De meetlocatie is luchthaven Schiphol.
Methode
Het aantal vluchten wordt afgeleid uit de registratie van Schiphol. Hieruit wordt een opsplitsing gemaakt in vluchten die Nederland binnen komen en vluchten die Nederland verlaten. Daarnaast wordt informatie over het vervoerde gewicht verzameld en uitgesplitst naar goederen die Nederland inkomen en Nederland verlaten. Het totaal is een optelsom van de Nederland inkomende en Nederland uitgaande vluchten.
Correctie
Er wordt geen correctie voor het effect van feest- en brugdagen uitgevoerd op het aantal vluchten omdat het hier maandcijfers betreft.
Spoorvervoer
Gepubliceerde gegevens
In het dashboard wordt het aantal gereden goederentreinen en de vervoersprestatie in tonkilometers gepubliceerd. Dit gebeurt op weekbasis vanaf week 1 2019.
Bronhouder
Waarnemingsmethode
ProRail registreert met behulp van het Verkeersleidingsysteem alle goederentreinen die in Nederland rijden. De gewichten van treinen die in Nederland rijden worden gemeten wanneer ze over een meetpunt komen. Wanneer een trein niet gemeten wordt dan hanteert ProRail een normgewicht.
Populatie
Het betreft een integrale waarneming van het totale goederenvervoer over het spoor op Nederlands grondgebied. De doelpopulatie bestaat uit treinen bedoeld voor goederenvervoer, nationaliteit is hierbij niet van belang.
Meetlocaties
In Nederland liggen 89 meetpunten die zo gesitueerd zijn dat dat de gewichten van het merendeel van de treinen gemeten worden.
Methode
Het aantal gereden goederentreinen wordt afgeleid uit het Verkeersleidingsysteem van ProRail. Een goederentrein wordt gedefinieerd door een zogenaamd ‘treinnummer’. Het totaal aantal goederentreinen is een optelsom van binnenlandse goederentreinen, goederentreinen van het buitenland naar of door Nederland, en goederentreinen van of via Nederland naar het buitenland. De tonkilometers worden berekend per gereden goederentreinbeweging door het totaal aantal gereden kilometers in Nederland te vermenigvuldigen met het gemeten gewicht of normgewicht.
Wegvervoer
Gepubliceerde gegevens
In het dashboard wordt het aantal bewegingen door vrachtauto’s gepubliceerd. Dit gebeurt op weekbasis vanaf week 1 2019.
Bronhouder
Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW).
Waarnemingsmethode
NDW levert op weekbasis gegevens van vrachtautotellingen die gedurende een week door ruim 200 verkeerslussen op de Nederlandse Rijkswegen zijn verzameld. Op vaste locaties op rijkswegen worden 365 dagen per jaar en 1440 minuten per dag (Nederlandse en buitenlandse) gepasseerde motorvoertuigen elektronisch geteld. De data worden opgeslagen in de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW-bestand). Registratie van voertuigen vindt plaats met detectielussen in de weg, verkeerscamera's boven en langs de weg, met bluetooth en via infrarood.
Populatie
Vrachtverkeer worden geselecteerd op basis van lengteklassen, elk voertuig groter dan 5,6 meter wordt geteld als een vrachtauto (volgens RWS gedefinieerde voertuigcategorie 4 tot en met 7). Omdat in deze categorie relatief veel ruis zit, bijvoorbeeld personenauto’s met caravans, is er vanaf verslagweek 25 voor gekozen om de NDW-reeks in de grafiek van dashboard te baseren op voertuigen groter dan 12,2 meter. Wel is de reeks met voertuigen groter dan 5,6 meter te downloaden. Het aantal vrachtvoertuigen dat een lus passeert per uur, wordt voor een week voor alle lussen bij elkaar opgeteld.
Meetlocaties
Samen met Panteia en CBS is NDW tot een 200-tal meetlocaties geselecteerd die een representatief landelijk beeld van het vrachtverkeer geven. Sommige lussen detecteren per rijstrook, sommige over de hele breedte van het wegvak. Deze punten zijn zodanig verspreid dat het effect van dubbeltellingen zo klein mogelijk zal zijn. In verslagweek 25 is er met terugwerkende kracht een kleine aanpassing geweest in de geselecteerde meetlocaties om te corrigeren voor missende waarden.
Methode
Het aantal bewegingen door vrachtauto’s wordt afgeleid door voor een week het aantal vrachtvoertuigen dat een lus passeert per uur, bij elkaar op te tellen. Het totaal is een optelsom van binnenlandse bewegingen, bewegingen van het buitenland naar of door Nederland, en bewegingen van of via Nederland naar het buitenland. De cijfers zijn afgerond op duizendtallen. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som van de detailgegevens afwijkt van het totaal.
Zeevaart
Gepubliceerde gegevens
In het dashboard wordt het aantal bewegingen van zeeschepen die goederen vervoeren gepubliceerd. Daarnaast worden ook de vervoerde gewichten en de indexcijfers van vervoerde containereenheden (TEU’s) gepubliceerd. Deze cijfers lopen 1 of 2 weken achter. Dit gebeurt op weekbasis vanaf week 1 2019.
Bronhouder
Dirkzwager voor het aantal bewegingen door zeeschepen. Het vervoerde gewicht en containereenheden komen van Groningen Seaports (Delfzijl/Eemshaven), North Sea Port (Vlissingen/Terneuzen), Port of Amsterdam, Port of Moerdijk en Port of Rotterdam.
Waarnemingsmethode
Dirkzwager registreert (vrijwel) alle zeescheepsbewegingen in de Nederlandse zeehavens en levert informatie over het aantal bewegingen van de schepen die zich binnen de Nederlandse wateren bewegen op weekbasis. Gegevens hierover ontvangt Dirkzwager van de schepen zelf. De belangrijkste zeehavens van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk, Vlissingen/Terneuzen en Delfzijl/Eemshaven) leveren gegevens aan het CBS over inkomende en uitgaande schepen en hun lading. Deze gegevens komen van aangiftes van de schepen zelf.
Populatie
Alle in Nederlandse zeehavens binnengekomen en vertrokken zeeschepen die lading kunnen vervoeren, met uitzondering van de visserijschepen, zoals containerschepen, roll-on roll-off schepen, natte bulk schepen, droge bulk tankers, etc.
Meetlocaties
De meetlocaties zijn de havens van Amsterdam, Delfzijl, Eemshaven, Moerdijk, Rotterdam, Terneuzen en Vlissingen.
Methode
Dirkzwager berekent over een week alle inkomende en uitgaande bewegingen door schepen voor genoemde havens. De gegevens over het vervoerde gewicht en containereenheden in de verschillende havens wordt door het CBS opgeteld tot een enkel cijfer. De hoeveelheid vervoerde containereenheden worden vergeleken met het gemiddelde maandcijfer over 2019. Het totaal is een optelsom van de Nederland inkomende en uitgaande bewegingen.
Correctie voor het effect van feest- en brugdagen
De jaar-op-jaargroei kan sterk worden beïnvloed door feest- en brugdagen die niet elk jaar in dezelfde weken vallen. Hierdoor ontstaat het risico dat de ontwikkeling van de cijfers verkeerd wordt geïnterpreteerd. Denk bijvoorbeeld aan Paasmaandag, die in 2019 in week 17 valt en in 2020 in week 16. Op de Paasdagen zijn er meestal minder voertuigbewegingen. Zonder correctie hiervoor wordt de reële groei in week 17 van 2020 ten opzichte van dezelfde week in 2019 overschat, terwijl die in week 16 wordt onderschat.Naast Pasen waren andere feestdagen die in 2019 en 2020 in verschillende weken vielen: Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaart en Pinksteren. Daarnaast verschilde het aantal brugdagen voor Nieuwjaar. Ook belangrijke feestdagen in België en Duitsland zijn in de analyse meegenomen, evenals de vervanging van het systeem voor de registratie van scheeps- en ladinggegevens voor binnenvaartschippers in maart 2019.
Met behulp van structurele tijdreeksmodellen zijn de effecten van de feest- en brugdagen voor de weken in 2019 en 2020 bepaald. In deze modellen is ook rekening gehouden met andere invloedsfactoren, zoals de stormen Ciara en Dennis, de bouwvak en de overheidsmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het nieuwe coronavirus. Als de effecten van de feest- en brugdagen significant bleken, zijn de cijfers voor deze effecten gecorrigeerd. Op basis van de gecorrigeerde cijfers is de jaar-op-jaargroei berekend.
De correcties zijn het resultaat van modelmatige schattingen en bevatten daardoor een bepaalde mate van onzekerheid. Door het beschikbaar komen van nieuwe cijfers en nieuwe inzichten kunnen de correcties in de toekomst worden bijgesteld.