Verdeling: Gezondheid

Het welzijn van mensen hangt sterk samen met hun gezondheid: een slechte gezondheid gaat vaak samen met een lager welzijn en kan zorgen voor problemen op het gebied van bijvoorbeeld werk, sociaal leven en wonen (CBS, 2016). Hier wordt het oordeel over de eigen gezondheid – de ervaren gezondheid – als indicator voor gezondheid gebruikt. Meer informatie over de gezondheid van de Nederlandse bevolking is te vinden op Statline (CBS, 2023a).
  • In 2023 vond 78 procent van de Nederlandse bevolking de eigen gezondheid goed of zeer goed.
  • Mannen, mensen in de leeftijdsgroepen tot 45 jaar, hoogopgeleiden, mensen die in Nederland geboren zijn en hun ouders ook en mensen die in Nederland geboren zijn met een ouder die geboren is buiten Europa beoordelen hun gezondheid vaker dan gemiddeld als (zeer) goed.
  • In 2023 was het aandeel mensen dat de eigen gezondheid als goed of zeer goed beschrijft 1,2 procentpunt lager dan in 2019.

Ervaren gezondheid

Situatie in 2023

Hoe mensen over hun eigen gezondheid denken is een goede indicator voor de algemene gezondheidstoestand. Concreet gaat het om het percentage dat de eigen gezondheid als goed of zeer goed beoordeelt. In 2023 vond 78 procent van de Nederlandse bevolking de eigen gezondheid goed of zeer goed.

  • Relatief meer mannen dan vrouwen hebben een (zeer) goede ervaren gezondheid. Er zijn ook meer vrouwen dan mannen met langdurige aandoeningen, lichamelijke beperkingen en belemmeringen door pijn (CBS, 2023b).
  • Het percentage mensen dat de eigen gezondheid als (zeer) goed ervaart neemt af met het ouder worden. Tot en met de leeftijdsgroep van 35 tot 45 jaar oordelen mensen vaker dan gemiddeld positief; mensen in de leeftijdsgroepen vanaf 55 jaar juist minder vaak. Er zijn ook meer ouderen met gezondheidsklachten zoals langdurige aandoeningen, lichamelijke beperkingen en belemmeringen door pijn.
  • Hoogopgeleiden rapporteren meer dan gemiddeld een (zeer) goede gezondheid. Laagopgeleiden komen ruim onder het gemiddelde uit.
  • Mensen die in Nederland geboren zijn met ouders die dat ook zijn, zijn meer dan gemiddeld positief over de eigen gezondheid. Dit is ook zo voor degenen die geboren zijn in Nederland met minstens een ouder die geboren is in een land buiten Europa. Mensen die in een land buiten Nederland geboren zijn, zijn dat juist minder vaak.

De kenmerken geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en migratieachtergrond hangen samen. Mensen met een lager onderwijsniveau zijn bijvoorbeeld gemiddeld ouder dan hoogopgeleiden. Door standaardisatie van de cijfers wordt hiermee rekening gehouden: er wordt gecorrigeerd voor de ongelijkheid in het voorkomen van bovenstaande kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers is het verschil in ervaren gezondheid tussen hoog- en laagopgeleiden kleiner. Maar ook op basis van gestandaardiseerde cijfers blijft de ervaren gezondheid van laagopgeleiden relatief laag en die van hoogopgeleiden relatief hoog. Ook de andere hierboven beschreven statistisch significante verschillen tussen bevolkingsgroepen blijven na standaardisatie bestaan. De enige uitzondering daarop is de ervaren gezondheid van mensen die geboren zijn in Nederland, maar waarvan de ouder(s) buiten Europa is/zijn geboren. Wat hier meespeelt is dat er in deze groep relatief veel jongeren zitten en jongeren hebben over het algemeen vaker een (zeer) goede ervaren gezondheid. Na standaardisatie valt de ervaren gezondheid van deze groep fors minder gunstig, in plaats van bovengemiddeld, uit. De ervaren gezondheid is dan vergelijkbaar met het gemiddelde in Nederland.

Veranderingen tussen 2019 en 2023

In 2023 was het aandeel mensen dat de eigen gezondheid als goed of zeer goed beschrijft 1,2 procentpunt lager dan in 2019. Vergeleken met die ontwikkeling voor de gehele bevolking hebben de volgende groepen zich afwijkend ontwikkeld:

  • Het aandeel met een goede of zeer goed ervaren gezondheid ontwikkelde zich bij 75-plussers, met een toename van 3,8 procentpunt, relatief gunstig.
  • De ervaren gezondheid van hoogopgeleiden ontwikkelde zich relatief ongunstig, met een daling van 3,5 procentpunt.
  • De ervaren gezondheid van mensen die in Nederland geboren zijn en hun ouders ook ontwikkelde zich relatief iets minder ongunstig dan gemiddeld, met een afname van 0,5 procentpunt. Van de mensen die zelf geboren zijn in een land buiten Europa ontwikkelde de ervaren gezondheid relatief ongunstig met een daling van 5,6 procentpunt.

De andere hierboven beschreven statistisch significante verschillen tussen groepen blijven na standaardisatie bestaan.

Relevante links