SDG 8.2 Arbeid en vrije tijd
- De middelen en mogelijkheden voor deelname aan de arbeidsmarkt zijn groot en groeiend. Vergeleken met andere EU-landen zijn er voor Nederlandse werkzoekenden relatief veel vacatures en is de werkloosheid relatief laag. De vacaturegraad stijgt, het onbenut arbeidspotentieel neemt af, en de werkloosheid daalt. In 2023 was 3,6 procent van de beroepsbevolking werkloos en 0,5 procent langdurig werkloos.
- Een groeiend deel van de volwassen bevolking participeert. Nederland heeft de hoogste nettoarbeidsparticipatie van de EU en de trend is stijgend.
- Werkenden werken steeds minder uren per week. In 2023 was de gemiddelde arbeidsduur per week 26,8 uren per werkzame persoon, waarmee Nederland 20e staat van 22 EU-landen. Het gemiddelde uurloon is hoog vergeleken met andere EU-landen.
- Nederland heeft het hoogste percentage (33,6 procent) werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, al neemt dit percentage trendmatig af.
- Psychische vermoeidheid door werk neemt trendmatig toe.
- Vergeleken met andere landen zijn werkenden in Nederland zeer tevreden over hun werk. Nederlanders zijn ook relatief tevreden met de hoeveelheid vrije tijd. De internationale cijfers zijn niet recent. Het percentage werknemers dat zich zorgen maakt om het behoud van hun baan daalt trendmatig. Het percentage van de werkenden dat werk en privé niet goed in balans zijn neemt ook trendmatig af.
Het dashboard en de indicatoren
Middelen en mogelijkheden
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
Gebruik
in EU
in 2022
in EU
in 2023
Uitkomsten
in EU
in 2023
in EU
in 2022
in EU
in 2021
Beleving
in EU
in 2016
in EU
in 2017
in EU
in 2019
in EU
in 2018
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Middelen en mogelijkheden | Vacaturegraad | 43 vacatures per 1 000 banen op 31 december in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 1e van 17 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Werkloosheid | 3,6% van de beroepsbevolking in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 5e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Langdurige werkloosheid | 0,5% van de beroepsbevolking was een jaar of langer werkloos in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 3e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Onbenut arbeidspotentieel | 11,4% van het totale arbeidspotentieel in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 18e van 27 in 2022 | midden van de ranglijst |
Gebruik | Nettoarbeidsparticipatie | 73,1% van de bevolking van 15-74 jaar in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 1e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Arbeidsduur per week | 26,8 gewerkte uren per werkzame persoon per week in 2023 | dalend (daling brede welvaart) | 20e van 22 in 2023 | onderste kwart van de ranglijst |
Uitkomsten | Beloning werknemers | € 25,44 per uur (in prijzen 2015) in 2022 | 2e van 22 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Uitkomsten | Werknemers met flexibele arbeidsrelatie | 33,6% van de werknemers in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 27e van 27 in 2022 | onderste kwart van de ranglijst |
Uitkomsten | Niet-fatale beroepsgerelateerde ongelukken | 1 165 gestandaardiseerde incidentie per 100 000 werkenden in 2021 | 16e van 27 in 2021 | midden van de ranglijst | |
Uitkomsten | Psychische vermoeidheid door werk (werkenden) | 18,1% van de werkenden van 15-74 jaar is psychisch vermoeid door werk in 2023 | stijgend (daling brede welvaart) | ||
Beleving | Werk-privé en/of privé-werk disbalans (werkenden) | 7,2% van de werkenden van 15-74 jaar ervaart een disbalans tussen werk en privé in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 1e van 27 in 2016 | bovenste kwart van de ranglijst |
Beleving | Zorgen baanbehoud (werknemers) | 10,8% van de werknemers van 15-74 jaar maakt zich zorgen om baanbehoud in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | ||
Beleving | Tevredenheid met werk (werkenden) B) | 79,5% van de werkenden van 15-74 jaar is (zeer) tevreden in 2023 | 7e van 27 in 2017 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Beleving | Zelf beslissen in het werk (werkenden) | 66,2% van de werkenden van 15-74 jaar kan regelmatig zelf beslissen in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 8e van 27 in 2019 | midden van de ranglijst |
Beleving | Tevredenheid met vrije tijd | 73,7% van de bevolking van 18+ is (zeer) tevreden in 2023 | 6e van 27 in 2018 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
De doelstelling van SDG 8 is tweeledig. Duurzame en efficiënte economische groei, met aandacht voor innovatie, ondernemerschap en milieu, is behandeld in het eerste dashboard van SDG 8. Het tweede aspect van deze SDG richt zich op het realiseren van waardig werk en goede arbeidsomstandigheden voor iedereen, en vooral voor kwetsbare groepen. Passend en zinvol werk is belangrijk: mensen verdienen er geld mee, nemen deel aan de samenleving en krijgen meer eigenwaarde. Voor veel mensen is het een uitdaging een baan te vinden en te houden, en daarmee voldoende te verdienen om rond te komen. Daarnaast zijn goede arbeidsomstandigheden, relevante en interessante werkzaamheden en een goede werk-privébalans belangrijk. Tijd die niet aan betaald werk wordt besteed is ook belangrijk in dit opzicht, voor ontspanning, sociale contacten en persoonlijke ontwikkeling, maar ook voor zorgtaken.
Het beeld bij dit dashboard is grotendeels positief. Negen indicatoren laten over de middellange termijn (2016-2023) een trendmatige verbetering zien van de brede welvaart en een beweging richting de SDG-doelen, terwijl slechts twee indicatoren (arbeidsduur per week en psychische vermoeidheid door werk) zich ongunstig ontwikkelen. Ook de posities op de Europese ranglijst zijn veelal hoog. In enkele gevallen (met het relatief lage aantal gewerkte uren en het hoge percentage flexwerknemers), verkeert Nederland in de achterhoede van de EU.
Middelen en mogelijkheden betreffen mogelijkheden voor deelname aan de arbeidsmarkt, en het aantal beschikbare banen. De middellangetermijntrends wijzen hier op grotere brede welvaart. Na een jarenlange stijging is de vacaturegraad van 2022 op 2023 gedaald, al blijft deze onverminderd hoog. Eind 2023 stonden er per duizend banen 43 vacatures open. Dit is gunstig voor werkzoekenden. De hoge vacaturegraad heeft wel een keerzijde: een tekort aan personeel kan zorgen voor hoge werkdruk bij zittende werknemers en kan voor ondernemers de bedrijfsvoering belemmeren. De grote vraag naar arbeid gaat verder gepaard met een lage werkloosheid. In 2023 was 3,6 procent van de beroepsbevolking werkloos. Langdurig werkloos zijn, een jaar of langer, komt steeds minder vaak voor. Dit betrof in 2023 nog 0,5 procent van de beroepsbevolking, tegen 2,6 procent aan het begin van de trendperiode (2016). Zowel de werkloosheid als de langdurige werkloosheid daalt trendmatig.
In 2023 bleef 11,4 procent van het totale arbeidspotentieel van 15- tot 75-jarigen onbenut. De trend is dalend en het percentage is nu fors lager dan in 2016 (19,2 procent). Bij deze indicator gaat het om mensen zonder betaald werk die recent naar werk hebben gezocht en/of direct aan de slag kunnen (werklozen en semiwerklozen), en om personen met betaald deeltijdwerk die meer uren willen werken en daarvoor per direct beschikbaar zijn (onderbenutte deeltijders).
Ook in internationaal perspectief staat Nederland er qua middelen en mogelijkheden goed voor. Vergeleken met andere EU-landen zijn er voor Nederlandse werkzoekenden relatief veel vacatures en is de werkloosheid relatief laag.
Gebruik betreft het werkzame deel van de bevolking. In 2023 was 73,1 procent van alle 15- tot 75-jarigen aan het werk (nettoarbeidsparticipatie). Dit is 6,0 procentpunt meer dan in 2016. Nederland heeft de hoogste nettoarbeidsparticipatie van de EU, en de trend is stijgend (groen). In 2023 werd per werkende gemiddeld 26,8 uur per week gewerkt, de trend is dalend. Het betreft het totale aantal uren dat werkenden werkelijk hebben gewerkt: niet-gewerkte uren door verlof en ziekte tellen dus niet mee. Het aantal gewerkte uren wordt mede bepaald door het aantal werkbare dagen in een jaar. Het aantal uren per werkende is zeer laag vergeleken met andere EU-landen. Als gekeken zou worden naar het aantal uren per inwoner is het beeld genuanceerder. Omdat in Nederland zo’n groot deel van de bevolking betaald werk doet, wordt berekend per inwoner wel meer gewerkt dan gemiddeld in de EU.
Uitkomsten betreffen de opbrengsten van werk, arbeidsomstandigheden en veiligheid op het werk. Na correctie voor koopkracht is het gemiddelde Nederlandse uurloon hoog vergeleken met andere EU-lidstaten. Werknemers met een tijdelijk arbeidscontract en zij die een flexibel aantal uren per week werken, hebben minder bestaanszekerheid. Werk- en inkomenszekerheid kan van invloed zijn op het nemen van beslissingen zoals het kopen van een huis of kiezen voor gezinsuitbreiding. Flexwerk wordt dan ook wel gezien als ongunstig voor de brede welvaart van de betrokken werknemers. In 2023 had 33,6 procent van de werknemers zo’n flexibele arbeidsrelatie. Nederland staat met de vele flexwerkers op de laatste plaats van de EU. De middellangetermijntrend is dalend (groen). De grootste daling vond plaats in coronajaar 2020, waarna het percentage niet verder afnam. Voor ondernemers is een zekere mate van flexibiliteit op de arbeidsmarkt overigens wel gunstig, maar dit tweede-orde effect wordt in het perspectief van dit dashboard niet meegenomen.
Van alle werkenden (exclusief personen die uitsluitend of voornamelijk werkzaam zijn als meewerkend gezinslid of ‘overige zelfstandige’ zoals freelancers) was 18,1 procent in 2023 een paar keer per maand of vaker psychisch vermoeid door het werk. De middellangetermijntrend is opwaarts, en rood.
Beleving betreft de vraag of mensen tevreden zijn met hun werk en hun vrije tijd, en of ze zich zorgen maken over het behoud van hun baan. In deze categorie wijzen drie trends in de richting van hogere brede welvaart. De krapte op de arbeidsmarkt en de hoge vacaturegraad gaan gepaard met een dalende trend bij het percentage werknemers dat zich zorgen maakt om het behoud van hun baan. Het betreft hier een op de negen werknemers (10,8 procent in 2023).
In 2023 vond 7,2 procent van de werkenden dat werk en privé niet goed in balans zijn. De trend op de middellange termijn is eveneens dalend (groen). In geen enkel EU-land is deze groep zo klein als in Nederland, hoewel de internationale cijfers niet erg recent zijn (2016). Het aandeel van de werkenden dat regelmatig zelf kan beslissen over de uitvoering van het werk steeg naar 66,2 procent in 2023. Het is de derde perceptie-indicator die wijst op toenemende brede welvaart.
Verder gaf bijna tachtig procent van de werkenden in 2023 aan (zeer) tevreden te zijn met het werk. Hier zijn niet genoeg vergelijkbare datapunten beschikbaar om een trend te berekenen. Tot slot is ook de tevredenheid met de hoeveelheid vrije tijd groot. Nederlanders behoren tot de Europese voorhoede, al zijn ook hier de cijfers voor het bepalen van de positie niet heel actueel (2018).