SDG 2 Geen honger
- De middelen en mogelijkheden voor voedselproductie nemen af. Het areaal cultuurgrond en de productie per arbeidsjaar van de landbouw dalen beide trendmatig. De productie per arbeidsjaar is een van de hoogste in de EU.
- De productie in de landbouw wordt steeds duurzamer. De veestapeldichtheid, het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van antibiotica in de veehouderij nemen af. Het areaal biologische landbouw en de weidegang van melkvee nemen toe. Het areaal eiwitrijke gewassen is bijna verdubbeld ten opzichte van een jaar eerder.
- Vergeleken met de EU heeft de Nederlandse landbouw een hoge druk op het milieu. De veestapeldichtheid is de hoogste in de EU27. Bij het areaal biologische landbouw en eiwitrijke gewassen staat Nederland bijna onderaan de EU-ranglijst. Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen is per euro landbouwproductie een van de laagste in de EU, per hectare een van de hoogste. De benuttingspercentages van stikstof en fosfor zijn laag vergeleken met de EU.
- Consumenten kopen steeds vaker duurzame vleesproducten. Wel verspillen Nederlanders relatief veel voedsel.
Het dashboard en de indicatoren
Middelen en mogelijkheden
in EU
in 2021
in EU
in 2023
Gebruik
in EU
in 2020
in EU
in 2021
in EU
in 2022
in EU
in 2022
Uitkomsten
in EU
in 2019
in EU
in 2019
in EU
in 2021
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Middelen en mogelijkheden | Cultuurgrond (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij) | 43,6% van de totale oppervlakte in 2023 | dalend (daling brede welvaart) | 14e van 27 in 2021 | midden van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Productie landbouw | € 166 miljoen (prijzen 2015) per 1 000 arbeidsjaren in 2023 | dalend (daling brede welvaart) | 3e van 27 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Veestapeldichtheid | 3,30 grootvee-eenheden per hectare cultuurgrond in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 27e van 27 in 2020 | onderste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Biologische landbouw | 4,9% van het totaal areaal cultuurgrond in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 21e van 25 in 2021 | onderste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Eiwitrijke gewassen | 1,0% van het totaal areaal cultuurgrond in 2023 | 18e van 22 in 2022 | onderste kwart van de ranglijst | |
Gebruik | Chemische gewasbeschermingsmiddelen | 323,1 kg afzet per miljoen euro landbouwproductievolume in 2022 | dalend (stijging brede welvaart) | 2e van 13 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Weidegang van melkvee | 75,0% van melkvee heeft weidegang in 2022 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Gebruik | Antibioticagebruik veehouderij | 0,047 gram per kilogram levend gewicht vee in 2022 | dalend (stijging brede welvaart) | ||
Uitkomsten | Benutting fosfor cultuurgrond A) | 89% fosforafvoer via gewassen t.o.v. totale aanvoer fosfor in 2023 | 13e van 16 in 2019 | onderste kwart van de ranglijst | |
Uitkomsten | Benutting stikstof cultuurgrond A) | 60% stikstofafvoer via gewassen t.o.v. totale aanvoer stikstof in 2023 | 13e van 16 in 2019 | onderste kwart van de ranglijst | |
Uitkomsten | Marktaandeel biologisch voedsel | 3% van het totaal bestedingen aan voeding in 2022 | |||
Uitkomsten | Vlees met duurzaamheidskenmerk | 36,0% van het verkochte vlees heeft een duurzaamheidskenmerk in 2022 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Uitkomsten | Voedselverspilling B) | 148 kilogram per hoofd van de bevolking in 2021 | 16e van 20 in 2021 | onderste kwart van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
SDG 2 heeft tot doel honger te beëindigen, voedselzekerheid te garanderen, en betere voeding en duurzame landbouw te stimuleren. Omdat in Nederland ondervoeding en voedselonzekerheid niet vaak voorkomen, kijkt dit dashboard meer naar hoe wij voedsel produceren: hoe duurzaam doen we dat? En welke impact heeft dat op de leefomgeving? Het dashboard bevat ook een aspect dat officieel in SDG 12 Verantwoorde consumptie en productie hoort: voedselverspilling. De Nederlandse beleidsinzet richt zich onder meer op voedselbeleid, kringlooplandbouw en duurzaam beheer van landbouwgrond. Een optimale bodemkwaliteit, nu en in de toekomst, is ook van belang voor SDG 15 Leven op het land.
Middelen en mogelijkheden betreffen de hoeveelheid land en arbeid die beschikbaar zijn voor voedselproductie. Het areaal cultuurgrond is in 2023 iets gestegen, naar 43,6 procent van de totale oppervlakte (land en water) van Nederland. Op de middellange termijn is de trend echter dalend. Ook de voor prijsverandering gecorrigeerde productiewaarde van de landbouw, gerelateerd aan de geleverde arbeidsinspanningen, neemt af. Wel staat Nederland in 2023 met 166 miljoen euro (prijzen 2015) per duizend arbeidsjaren op de derde plaats in de EU.
Gebruik kijkt naar hoe voedsel geproduceerd wordt. Volgens het ‘Actieplan – Groei van biologische productie en consumptie’ van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is de doelstelling dat 15 procent van de totale landbouwgrond in 2030 biologisch is. Hoewel het klein blijft in vergelijking met andere EU-landen, neemt het aandeel biologische landbouw trendmatig toe. Inclusief in omschakeling zijnde bedrijven ging het in 2023 om 4,9 procent van het totale areaal cultuurgrond. Het doel is dus nog ver weg. Door de teelt van gewassen als peulvruchten, sojabonen en luzerne komt er meer milieuvriendelijk geproduceerd voedsel ter beschikking, ook als alternatief voor vlees. De oppervlakte van deze eiwitrijke gewassen is in Nederland bijna verdubbeld ten opzichte van een jaar eerder, naar 1,0 procent van het totale areaal cultuurgrond in 2023. Ook dit aandeel is vergeleken met andere EU-landen echter klein. Hier gaan Italië en Kroatië met respectievelijk 8,5 en 8,3 procent aan kop.
Om de veestapeldichtheid te bepalen, worden de aantallen landbouwhuisdieren van verschillende soorten en leeftijden omgerekend naar grootvee-eenheden (Livestock units; LSU). Het gaat om rundvee, schapen, geiten, varkens, pluimvee en konijnen. Het aantal grootvee-eenheden per hectare cultuurgrond loopt trendmatig terug. Nederland had (in 2020) niettemin de hoogste veestapeldichtheid van Europa. Dit leidt weliswaar tot een hoge voedselproductie, maar wordt in de context van duurzame productie en brede welvaart (dierenwelzijn en milieudruk) als negatief gezien.
Van de melkkoeien had in 2022 driekwart een vorm van weidegang. Dit is tien procentpunt meer dan aan het begin van de trendperiode (2016). Vanuit het perspectief van brede welvaart is weidegang positief voor dierenwelzijn. Ook zien veel mensen in hun leefomgeving graag koeien in de wei. Het milieu heeft er ook baat bij, omdat de koeien in de wei voor minder ammoniakvervluchtiging zorgen dan als ze in de stal staan.
In 2022 is 323 kilogram aan chemische bestrijdingsmiddelen per miljoen euro landbouwproductievolume verkocht. Hiermee presteert Nederland beter dan veel andere EU-landen. Er past wel een nuancering bij: door de intensieve landbouwproductie in Nederland, gaat het gebruik van bestrijdingsmiddelen ook gepaard met aanzienlijke milieuschade. Zou niet worden gekeken naar verdiende euro’s maar naar de verhouding tot het oppervlak cultuurgrond, dan is het beeld anders. In dat perspectief is het verbruik van bestrijdingsmiddelen relatief hoog, en zou Nederland behoren tot de hekkensluiters binnen de EU.
Toediening van antibiotica in de veehouderij kan de groei van de dieren stimuleren. Het op grote schaal (of onzorgvuldig) toedienen van antibiotica kan echter ook leiden tot resistente bacteriën, met gevolgen voor de gezondheid van zowel dier als mens. Na 2007 is het gebruik van antibiotica in de veehouderij fors verminderd. Het toedienen van antibiotica als groeibevorderaar werd door EU-regelgeving eerst stapsgewijs aan banden gelegd, en sinds 2006 geheel verboden. Ook in de Nederlandse veehouderij is sindsdien fors minder antibiotica toegediend. De Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) heeft voor de meest recente jaren een raming gemaakt van de verkoop in grammen actieve stof per kilogram levend gewicht vee. De trend is dalend.
Uitkomsten beschrijven de betaalbaarheid van voedsel en de impact van voedselproductie op de leefomgeving en het dierenwelzijn. Het effect van de voedselproductie op het lokale milieu en de waterkwaliteit is gerelateerd aan onder andere de benuttingspercentages van stikstof en fosfor. Een toename van de efficiëntie bij de intensieve landbouw duidt op minder milieuverliezen en betere benutting van grondstoffen. In 2023 is 60 procent van de totale stikstofaanvoer via meststoffen opgenomen door gewassen. Wat niet wordt opgenomen, vervluchtigt of blijft achter in de bodem, waarna het uitspoelt naar grond- en oppervlaktewater. Minder mesttoediening, of mest met een lager stikstofgehalte, kan zorgen voor kleinere verliezen. Het benuttingspercentage van fosfor lag met 89 procent een stuk hoger dan dat van stikstof. De trends voor de benutting van stikstof en fosfor zijn allebei neutraal.
Consumenten kopen steeds vaker duurzame vleesproducten: in 2022 had 36 procent van het verkochte vlees een duurzaamheidskenmerk, zo blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel van de Wageningen Universiteit (WUR). Hoewel de totale omzet van biologisch voedsel is gestegen, is het aandeel in de totale voedselbestedingen (met 3 procent) relatief beperkt. De trend is stabiel.
In de SDG-agenda voor 2030 wordt toegewerkt naar een halvering van de voedselverspilling ten opzichte van 2015. De EU heeft dit vertaald naar twee doelstellingen voor 2030, ten opzichte van de eerste EU-brede meting in 2020: 10 procent minder verspilling bij de productie, en 30 procent minder verspilling in de detailhandel en door horeca en huishoudens. Uitgaande van de nieuwe voor de EU geldende definitie werd in Nederland in 2020 161 kilogram voedsel per persoon verspild, en in 2021 148 kilogram. Er zijn nog niet genoeg datapunten om een trend te berekenen, maar het is nu wel mogelijk om een Europese vergelijking te maken. Nederland blijkt het wat betreft voedselverspilling slechter te doen dan andere Europese landen. Hier speelt de grote omvang van de Nederlandse voedselproductie en –handel een rol. De voedselreststromen uit de diverse activiteiten in deze ketens vallen onder de Nederlandse voedselverspilling.
Beleving betreft tevredenheid met de kwaliteit en het aanbod van voedsel, de leefomgeving en het dierenwelzijn. Er zijn voor deze categorie op dit moment geen geschikte indicatoren bekend.