SDG 15 Leven op het land

SDG 15 betreft bescherming, herstel en duurzaam beheer van alle vormen van leven op het land. Natuur en gezonde ecosystemen zijn onmisbaar voor de brede welvaart en de leefbaarheid op aarde. Bescherming en herstel van ecosystemen en biodiversiteit versterken de weerbaarheid tegen toenemende bevolkingsdruk, intensivering van landgebruik en klimaatverandering. Als ecosystemen en biodiversiteit eenmaal verwoest zijn, kan de schade onherstelbaar zijn.
  • De relatieve omvang van de natuurlijke ruimte neemt af. Per inwoner is steeds minder ‘groen-blauwe’ ruimte beschikbaar en het aandeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN)-areaal (20,9 procent in 2022) in het totale landoppervlak stijgt niet langer trendmatig. Nederland is ook een van de dichtstbevolkte landen van Europa.
  • Nederland besteedt relatief veel geld aan herstel en bescherming van de natuur. De totale milieu-uitgaven en de overheidsuitgaven aan milieubescherming in Nederland horen bij de hoogste van de EU27.
  • De druk op het natuurlijke systeem door menselijke activiteiten is hoog. In 2019 hoorde Nederland bij de EU-landen met de hoogste fosfor- en stikstofoverschotten. Een teveel aan fosfor en stikstof heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van oppervlaktewater en ecosystemen zoals heide, bos en duinen.
  • De kwaliteit van ecosystemen staat onder druk. Ondanks een geleidelijke daling op de lange termijn blijft de milieudruk door stikstofdepositie groot. In 2021 kampte bijna twee derde van alle landnatuur met een overschrijding van de kritische depositiewaarde.
  • Biodiversiteit gaat achteruit. De populatie van boerenlandvogels (27 soorten weide-, akker- en erfvogels die in Nederland voorkomen) neemt trendmatig af. Deze daling duidt op sterk verslechterde leefomstandigheden. Het populatieaantal of de verspreiding (afhankelijk van de soort) van Nederlandse landfauna gaat trendmatig achteruit.

Het dashboard en de indicatoren 

SDG 15 Leven op het land

Middelen en mogelijkheden

1,4%
van het bruto binnenlands product in 2022
1e
van 27
in EU
in 2022
Overheidsuitgaven aan milieubescherming
2,3%
van het bruto binnenlands product in 2023
5e
van 27
in EU
in 2019
Totale milieu-uitgaven A)
2 332
m2 per inwoner in 2023
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
26e
van 27
in EU
in 2021
Oppervlakte per persoon
895,5
m2 groen- en zoetwatergebied per inwoner in 2022
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
Groen-blauwe ruimte, exclusief reguliere landbouw D)
19,2%
van de totale oppervlakte land in 2022
Natuur- en bosgebieden op land

Gebruik

20,9%
van het totale landoppervlak in 2022
Beheerde landnatuur in Natuurnetwerk Nederland
2
kilogram fosfor per hectare cultuurgrond in 2023
15e
van 16
in EU
in 2019
Fosforoverschot A)
167
kilogram stikstof per hectare cultuurgrond in 2023
16e
van 16
in EU
in 2019
Stikstofoverschot A)

Uitkomsten

64,4%
van de landnatuur kampt met stikstofoverschrijding grens in 2021
Stikstofdepositie en landnatuur
61,1%
van de soorten is niet-bedreigd in 2022
Rode Lijst Indicator A)
57,0
index (1995=100) in 2023
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
6e
van 17
in EU
in 2019
Vogels boerenland
86
index (trend 1990=100) in 2022
De langjarige trend is dalend (daling brede welvaart)
Fauna van het land

Beleving

14,5%
van de bevolking van 16+ ervaart problemen in 2023
18e
van 26
in EU
in 2020
Milieuproblemen
SDG 15 Leven op het land
Categorie Indicator Waarde Trend Positie in EU Positie op EU-ranglijst
Middelen en mogelijkhedenOverheidsuitgaven aan milieubescherming1,4% van het bruto binnenlands product in 20221e van 27 in 2022bovenste kwart van de ranglijst
Middelen en mogelijkhedenTotale milieu-uitgaven A)2,3% van het bruto binnenlands product in 20235e van 27 in 2019bovenste kwart van de ranglijst
Middelen en mogelijkhedenOppervlakte per persoon2 332 m2 per inwoner in 2023dalend (daling brede welvaart)26e van 27 in 2021onderste kwart van de ranglijst
Middelen en mogelijkhedenGroen-blauwe ruimte, exclusief reguliere landbouw D)895,5 m2 groen- en zoetwatergebied per inwoner in 2022dalend (daling brede welvaart)
Middelen en mogelijkhedenNatuur- en bosgebieden op land19,2% van de totale oppervlakte land in 2022
GebruikBeheerde landnatuur in Natuurnetwerk Nederland20,9% van het totale landoppervlak in 2022
GebruikFosforoverschot A)2 kilogram fosfor per hectare cultuurgrond in 202315e van 16 in 2019onderste kwart van de ranglijst
GebruikStikstofoverschot A)167 kilogram stikstof per hectare cultuurgrond in 202316e van 16 in 2019onderste kwart van de ranglijst
UitkomstenStikstofdepositie en landnatuur64,4% van de landnatuur kampt met stikstofoverschrijding grens in 2021
UitkomstenRode Lijst Indicator A)61,1% van de soorten is niet-bedreigd in 2022
UitkomstenVogels boerenland57,0 index (1995=100) in 2023dalend (daling brede welvaart)6e van 17 in 2019midden van de ranglijst
UitkomstenFauna van het land86 index (trend 1990=100) in 2022dalend (daling brede welvaart)
BelevingMilieuproblemen14,5% van de bevolking van 16+ ervaart problemen in 202318e van 26 in 2020midden van de ranglijst

Uitleg dashboard, kleuren en noten

Gezonde ecosystemen staan aan de basis van processen die grote invloed hebben op de brede welvaart, zoals de beschikbaarheid van schoon water en schone lucht, de aanwezigheid van insecten voor bestuiving en de mogelijkheden voor ontspanning, recreatie en educatie. Natuur heeft een intrinsieke waarde voor de brede welvaart ‘hier en nu’, maar ook voor toekomstige generaties. Het is tegelijkertijd een kritieke factor: als ecosystemen eenmaal verwoest zijn, kan de schade onherstelbaar blijken. In december 2022 bereikten de VN-lidstaten overeenstemming over het Global Biodiversity Framework (GBF). Net als de SDG-agenda omvat het verschillende doelen, targets en indicatoren, maar dan specifiek gericht op biodiversiteit en ecosystemen. Ook Nederland heeft zich hieraan gecommitteerd.

In het Klimaatakkoord staan doelen voor broeikasgasreductie voor landbouw en landgebruik. Het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) stelt dat in 2030 alle Nederlandse landbouwgrond duurzaam moet worden beheerd. Een optimale bodemkwaliteit, nu en in de toekomst, is ook van belang voor SDG 2 Geen honger.

Het beeld bij dit dashboard is minder florissant: bij de ‘groen-blauwe’ ruimte, de totale ruimte per inwoner en twee van de biodiversiteitsindicatoren wijzen de middellangetermijntrends (2016-2023) op afnemende brede welvaart. Geen enkele indicator wijst in de richting van toenemende brede welvaart. Van de zeven indicatoren waar vergeleken kan worden met andere EU-landen, staat Nederland bij drie in de achterhoede. Wel zijn de overheidsuitgaven aan milieubescherming en de totale uitgaven voor milieu (als percentage van het bbp) relatief hoog.

Middelen en mogelijkheden betreffen de omvang van de natuurlijke ruimte en de middelen voor herstel en bescherming. In 2022 bedroegen de overheidsuitgaven aan milieubescherming 1,4 procent van het bbp, net als in 2021. Dit is hoog vergeleken met andere EU-landen: Nederland staat op de eerste plaats. Ook de totale milieu-uitgaven (milieukosten en investeringen van overheden en het bedrijfsleven) zijn vanuit EU-perspectief hoog.

De Nederlandse bevolking groeit door. De oppervlakte per persoon neemt daardoor steeds verder af. Het gaat hier om zowel land als water. Nederland is een van de dichtstbevolkte landen van Europa: binnen de EU hebben alleen de inwoners van Malta per persoon minder vierkante meters land en water ter beschikking.

Vanuit de Natuurlijk kapitaalrekeningen (NKR) heeft het CBS voor deze editie van de monitor een aantal indicatoren ontwikkeld of verbeterd. Eén daarvan is het aandeel natuur en bos binnen de totale oppervlakte land. Dit betrof in 2022 iets meer dan 19 procent, de trend is stabiel. De ecosysteemtypen die hiervan deel uitmaken, zijn bosgebieden, heide en stuifzandgebieden, moeras- en veengebieden, duin- en kustgebieden en natuurlijke graslanden. Een Europese vergelijking is niet mogelijk omdat in de cijfers van andere landen nog geen onderscheid kan worden gemaakt tussen natuurlijk grasland en agrarisch grasland, wat binnen de NKR wel wordt gedaan.

Een andere indicator uit de NKR is het oppervlak aan ‘groen-blauwe’ ruimte per inwoner, wat het areaal groene en/of natuurlijke gebieden in zowel stad als platteland (landelijke en agrarische gebieden) omvat. In 2022 kwam dit uit op 895,5 vierkante meter. Op de middellange termijn neemt dit trendmatig af. Steeds meer boeren passen een vorm van natuurbeheer toe op hun akkers en graslanden, maar deze groei maskeert de afname van landschapselementen als heggen, bomenrijen, hagen, en ook bebost gebied in Nederland. Om de focus op natuur te houden is reguliere landbouw, waar geen vorm van natuurbeheer wordt toegepast, bij de berekening niet meegenomen. De groen-blauwe ruimte is ook exclusief de Noordzee, maar inclusief de Waddenzee en het IJsselmeer.

Gebruik betreft de bescherming en benutting van de natuurlijke ruimte en haar ecosystemen en de druk op het natuurlijke systeem door menselijke activiteiten. Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) omvat het Nederlandse areaal van bestaande en nieuw in te richten natuurgebieden op het land. In 2022 besloeg het beheerde NNN-areaal 20,9 procent van het landoppervlak. De trend is stabiel. De afspraak tussen Rijk en provincies is om in de periode van 2011 tot eind 2027 minimaal 80 000 hectare nieuwe natuur ingericht te hebben. Van deze opgave is tot en met 2022 48 511 hectare (61 procent) gerealiseerd. Om de condities voor (kwetsbare) flora en fauna verder te verbeteren, resteert de komende jaren dus nog een forse inspanning.

Een teveel aan fosfor en stikstof, vooral afkomstig uit de landbouw, heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en ecosystemen zoals heide, bos en duinen. De cijfers over het fosfor- en stikstofoverschot zijn voor iets meer dan de helft van de EU-landen beschikbaar en daar behoorde Nederland (in 2019) tot de hekkensluiters van de EU. De trends zijn over de periode 2016-2023 neutraal.

Uitkomsten hebben betrekking op de kwaliteit van ecosystemen en biodiversiteit. Een teveel aan stikstof in de bodem zorgt voor achteruitgang van zeldzame planten en diersoorten. Ammoniak - voornamelijk afkomstig uit de landbouw - draagt hier sterk aan bij, maar ook stikstofoxiden uit onder andere verkeer en industrie. De kans dat kwetsbare plantensoorten verdwijnen is groter wanneer de stikstof die neerslaat het kritisch depositieniveau overschrijdt. Hoe hoger de overschrijding en hoe langer deze duurt, hoe groter de effecten. Omdat stikstof doorgaans niet ver van de bron van uitstoot neerkomt, lijkt de reductie van de uitstoot in de nabijheid van natuurgebieden het meeste effect te behalen. Vooral ecosystemen die nutriëntarme condities vereisen, zijn gevoelig voor milieudruk door stikstofdepositie.

Het RIVM berekent het areaal landnatuur waar de depositie de kritische depositiewaarden voor stikstof overschrijdt. Ondanks een daling op de lange termijn blijft de milieudruk door stikstofdepositie groot. In 2021 kampte bijna twee derde van alle landnatuur met een overschrijding van de kritische depositiewaarde. Het areaal landnatuur met goede condities blijft beperkt tot 14 procent. Een vijfde van het areaal is niet gevoelig voor de nadelige gevolgen van stikstofdepositie.

De conditie van de ecosystemen is zorgelijk, maar ook met de biodiversiteit gaat het niet goed. Twee van de drie indicatoren voor biodiversiteit in dit dashboard hebben een rode trend. De boerenlandvogelindicator is de nationale variant van de ‘Farmland Bird Indicator’ (FBI) van de Europese Unie. Voor de Nederlandse versie wordt de stand van 27 soorten weide-, akker- en erfvogels die in Nederland voorkomen gevolgd. De trendmatige daling duidt op sterk verslechterde leefomstandigheden voor deze soorten: de index met basisjaar 1995 stond in 2023 op 57,0. Wat wel floreert is de ganzenpopulatie. Deze vogels hebben echter een veel bredere verspreiding en worden niet gezien als typische boerenlandvogels. De trend in het populatieaantal of de verspreiding (afhankelijk van de soort) van Nederlandse landfauna kleurt eveneens rood. Het gaat om inheemse soorten zoogdieren (26), broedvogels (130), reptielen (7) en vlinders (51) die kenmerkend zijn voor bos, hei, duin en extensief beheerde graslanden. De derde maatstaf voor de ontwikkeling van de biodiversiteit is de Rode Lijst-indicator. In 2022 werd 61,1 procent van de soorten (verdeeld over zeven soortgroepen dieren en hogere planten) in Nederland niet bedreigd. Hier is de trend stabiel.

Beleving gaat over de beleving van de kwaliteit van de natuurlijke ruimte en zorgen over vervuiling en de verdwijning van soorten. In 2023 ervoer 14,5 procent van de bevolking van 16 jaar of ouder hinder van afval, verontreiniging of andere milieuproblemen. De trend is neutraal, de ondervonden overlast was iets groter dan in 2022 (0,7 procentpunt). Binnen Europa neemt Nederland een middenpositie in.

Relevante links