Sociaal kapitaal
- Het vertrouwen in andere mensen en het vertrouwen in rechters en in de EU nemen trendmatig toe.
- Vergeleken met andere EU-landen waren het vertrouwen in andere mensen en het vertrouwen in instituties (Tweede Kamer, politie en rechters) in Nederland in 2020 veel groter.
- In 2020 beschouwde 12,1 procent van de bevolking zichzelf als lid van een gediscrimineerde groep. Dit is hoog vergeleken met andere EU-landen, de trend is stabiel.
- Sociale cohesie in de woonbuurt neemt niet langer trendmatig toe.
Sociaal kapitaal
in EU
in 2020
in EU
in 2020
in EU
in 2020
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Sociaal kapitaal | Vertrouwen in andere mensen | 66,7% van de bevolking van 15+ vindt de meeste mensen te vertrouwen in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 2e van 19 in 2020 | bovenste kwart van de ranglijst |
Sociaal kapitaal | Discriminatiegevoelens | 12,1% van de bevolking van 15+ ziet zich als lid van een gediscrimineerde groep in 2020 | 16e van 19 in 2020 | onderste kwart van de ranglijst | |
Sociaal kapitaal | Vertrouwen in instituties | 61,2% van de bevolking van 15+ heeft (heel veel of tamelijk veel) vertrouwen in 2023 | 2e van 19 in 2020 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Het sociaal kapitaal weerspiegelt de kwaliteit van verbanden in de samenleving: kunnen meedoen in de maatschappij en contact hebben met andere mensen. Dit wordt gemeten door te vragen hoeveel vertrouwen mensen hebben in andere mensen en in belangrijke instituties zoals politie, rechters en de Tweede Kamer. Twee derde van de bevolking vindt de meeste mensen te vertrouwen, wat veel is vergeleken met andere EU-landen. Het vertrouwen van mensen in elkaar neemt bovendien nog steeds toe. Ook het vertrouwen in instituties (Tweede Kamer, politie en rechters samen) is groot vergeleken met andere EU-landen, zo blijkt uit de European Social Survey (ESS) voor 2020. Na een piek in 2020 (69,5 procent) volgde in 2021 en 2022 een afname naar respectievelijk 66,9 en 61,3 procent. In 2023 stabiliseerde het vertrouwen in deze instituties. Onderliggend viel de sterke stijging van het vertrouwen in de Tweede Kamer in het beginjaar van de coronapandemie op. Op een stijging met 13,2 procentpunt in 2020 volgden in 2021 en 2022 echter dalingen met respectievelijk 10,9 en 11,9 procentpunt.
Naast het vertrouwen van mensen onderling is ook het vertrouwen tussen verschillende groepen in de samenleving belangrijk. De monitor meet dit aan de hand van de indicator over discriminatiegevoelens. Deze beschrijft in hoeverre mensen vinden dat ze bij een groep horen die zegt niet volledig in de maatschappij mee te kunnen doen of niet helemaal te worden geaccepteerd. In 2020 rekende 12,1 procent van de bevolking van 15 jaar en ouder zich volgens de ESS tot een gediscrimineerde groep. Nederland scoorde hiermee relatief ongunstig binnen de EU. Discriminatie is steeds meer onderwerp van discussie in de samenleving. Zelf onderzoekt het CBS het thema discriminatie inmiddels in de tweejaarlijkse Veiligheidsmonitor. Hier zijn echter nu nog niet genoeg datapunten voor een trendberekening. De uitkomsten (11,2 procent in 2021 en 10,8 procent in 2023) liggen wel min of meer in dezelfde orde van grootte als die van de ESS.
Sociaal kapitaal is niet alleen een belangrijk kapitaal voor brede welvaart ‘later’, maar ook een belangrijke component van het thema samenleving van brede welvaart ‘hier en nu’. Bij die dimensie van brede welvaart wordt onder meer gekeken naar de hechtheid van de samenleving en de betrokkenheid van mensen bij elkaar aan de hand van sociale contacten met familie, vrienden of buren, vrijwilligerswerk en de beleving van normen en waarden.