Later: Samenvatting
Thema | Indicator | Positie in EU | Positie in EU-ranglijst | Trend | Meest recente (gemiddelde) jaarmutatie |
---|---|---|---|---|---|
Economisch kapitaal | Fysieke kapitaalgoederenvoorraad | 2022: 7e van 12 | Middenpositie | 2016-2023: Geen verandering | 2021-2022: Daling Brede Welvaart (-2,3%) |
Economisch kapitaal | Kenniskapitaalgoederenvoorraad | 2022: 4e van 12 | Middenpositie | 2016-2023: Geen verandering | 2021-2022: Geen verandering (-2,5%) |
Economisch kapitaal | Gemiddelde schuld per huishouden | 2022: 24e van 25 | Onderin EU-ranglijst | 2016-2023: Daling Brede Welvaart | 2021-2022: Geen verandering (+1,3%) |
Economisch kapitaal | Mediaan vermogen van huishoudens | Geen data | Geen data | 2016-2023: Stijging Brede Welvaart | 2021-2022: Geen verandering (+49,7%) |
Natuurlijk kapitaal | Opgesteld vermogen hernieuwbare elektriciteit | Geen data | Geen data | 2016-2023: Stijging Brede Welvaart | 2022-2023: Stijging Brede Welvaart (+21,3%) |
Natuurlijk kapitaal | Beheerde landnatuur in Natuurnetwerk Nederland | Geen data | Geen data | 2016-2023: Geen verandering | 2021-2022: Geen verandering (+0,2%pt) |
Natuurlijk kapitaal | Groen-blauwe ruimte, exclusief reguliere landbouw | Geen data | Geen data | 2016-2023: Daling Brede Welvaart | 2021-2022: Geen verandering (-0,8%) |
Natuurlijk kapitaal | Fosforoverschot | 2019: 15e van 16 | Onderin EU-ranglijst | 2016-2023: Geen verandering | 2022-2023: Geen verandering (-75,4%) |
Natuurlijk kapitaal | Stikstofoverschot | 2019: 16e van 16 | Onderin EU-ranglijst | 2016-2023: Geen verandering | 2022-2023: Geen verandering (-3,6%) |
Natuurlijk kapitaal | Fauna van het land | Geen data | Geen data | 2016-2023: Daling Brede Welvaart | 2021-2022: Geen verandering (-0,4%) |
Natuurlijk kapitaal | Fauna van zoetwater en moeras | Geen data | Geen data | 2016-2023: Daling Brede Welvaart | 2021-2022: Geen verandering (-0,1%) |
Natuurlijk kapitaal | Oppervlaktewater van voldoende chemische kwaliteit | Geen data | Geen data | 2016-2023: Geen verandering | 2022-2023: Daling Brede Welvaart (-1,1%pt) |
Natuurlijk kapitaal | Onttrekking grondwater | 2021: 5e van 16 | Middenpositie | 2016-2023: Geen verandering | 2021-2022: Geen verandering (+14,1%) |
Natuurlijk kapitaal | Stedelijke blootstelling aan fijnstof (PM2,5) | 2019: 8e van 26 | Middenpositie | 2016-2023: Stijging Brede Welvaart | 2021-2022: Geen verandering (-3,0%) |
Natuurlijk kapitaal | Cumulatieve CO2-emissies | 2021: 13e van 16 | Onderin EU-ranglijst | 2016-2023: Daling Brede Welvaart | 2022-2023: Geen verandering (0,0%) |
Menselijk kapitaal | Gewerkte uren | 2023: 13e van 22 | Middenpositie | 2016-2023: Stijging Brede Welvaart | 2022-2023: Geen verandering (-0,3%) |
Menselijk kapitaal | Hoogopgeleide bevolking | 2022: 7e van 27 | Bovenin EU-ranglijst | 2016-2023: Stijging Brede Welvaart | 2022-2023: Daling Brede Welvaart (-0,3%pt) |
Menselijk kapitaal | Gezonde levensverwachting vrouwen | 2021: 20e van 27 | Middenpositie | 2016-2023: Geen verandering | 2022-2023: Geen verandering (+0,2%) |
Menselijk kapitaal | Gezonde levensverwachting mannen | 2021: 17e van 27 | Middenpositie | 2016-2023: Geen verandering | 2022-2023: Geen verandering (+1,4%) |
Sociaal kapitaal | Vertrouwen in andere mensen | 2020: 2e van 19 | Bovenin EU-ranglijst | 2016-2023: Stijging Brede Welvaart | 2022-2023: Geen verandering (+0,7%pt) |
Sociaal kapitaal | Discriminatiegevoelens | 2020: 16e van 19 | Onderin EU-ranglijst | 2016-2023: Geen verandering | 2018-2020: Geen verandering (+1,7%pt) |
Sociaal kapitaal | Vertrouwen in instituties | 2020: 2e van 19 | Bovenin EU-ranglijst | 2016-2023: Geen verandering | 2022-2023: Geen verandering (-0,1%pt) |
Thema | Indicator | Positie in EU-ranglijst | Hoogte op EU-ranglijst (op schaal 0 tot 100%) |
---|---|---|---|
Economisch kapitaal | Fysieke kapitaalgoederenvoorraad | Middenpositie | 54,545 |
Economisch kapitaal | Kenniskapitaalgoederenvoorraad | Middenpositie | 77,273 |
Economisch kapitaal | Gemiddelde schuld per huishouden | Onderin EU-ranglijst | 11,833 |
Economisch kapitaal | Mediaan vermogen van huishoudens | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Opgesteld vermogen hernieuwbare elektriciteit | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Beheerde landnatuur in Natuurnetwerk Nederland | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Bovenin EU-ranglijst-blauwe ruimte, exclusief reguliere landbouw | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Fosforoverschot | Onderin EU-ranglijst | 18,333 |
Natuurlijk kapitaal | Stikstofoverschot | Onderin EU-ranglijst | 12,5 |
Natuurlijk kapitaal | Fauna van het land | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Fauna van zoetwater en moeras | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Oppervlaktewater van voldoende chemische kwaliteit | Geen data | |
Natuurlijk kapitaal | Onttrekking grondwater | Middenpositie | 76,667 |
Natuurlijk kapitaal | Stedelijke blootstelling aan fijnstof (PM2,5) | Middenpositie | 74,154 |
Natuurlijk kapitaal | Cumulatieve CO2-emissies | Onderin EU-ranglijst | 30 |
Menselijk kapitaal | Gewerkte uren | Middenpositie | 48,052 |
Menselijk kapitaal | Hoogopgeleide bevolking | Bovenin EU-ranglijst | 78,632 |
Menselijk kapitaal | Gezonde levensverwachting vrouwen | Middenpositie | 32,336 |
Menselijk kapitaal | Gezonde levensverwachting mannen | Middenpositie | 43,02 |
Sociaal kapitaal | Vertrouwen in andere mensen | Bovenin EU-ranglijst | 95,029 |
Sociaal kapitaal | Discriminatiegevoelens | Onderin EU-ranglijst | 25,439 |
Sociaal kapitaal | Vertrouwen in instituties | Bovenin EU-ranglijst | 95,029 |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Economisch kapitaal
De fysieke kapitaalgoederenvoorraad en de kenniskapitaalgoederenvoorraad zijn min of meer stabiel. Voor investeringen, waarmee economisch kapitaal op peil wordt gehouden, is het beeld gemengd. De trendmatige daling van de investeringen in ICT is gestopt (SDG 9.3). Investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparingen stijgen als percentage van het bbp (1,6 procent in 2022) (SDG 7). De bruto-investeringen in materiële vaste activa groeien niet langer maar zijn stabiel geworden. Met 16,4 procent van het bbp staat Nederland onderaan de ranglijst van 14 EU-landen (SDG 8.1). Nederland investeert relatief veel in onderzoek en ontwikkeling (R&D) (SDG 9.3). Totale en private R&D-uitgaven als percentage van het bbp en het aantal gewerkte uren per inwoner nemen trendmatig toe. In de EU27 heeft Nederland bij de totale en de private R&D-uitgaven een positie in de kopgroep.
De schulden van huishoudens stijgen, maar dat geldt ook voor het vermogen en het spaartegoed.
Vergrijzing zet de duurzame financiering van de welvaartstaat en de opbouw van pensioenvermogens onder druk (SDG 10.2). De stijging van de grijze druk en de daling van de groene druk wijzen op een daling in de verhouding tussen werkenden en niet-werkenden. De onttrekking van middelen uit opgebouwde pensioenvermogens weerspiegelt deze druk. De betaalbaarheid van pensioenvoorzieningen neemt af. Pensioenpremies nemen een groeiend deel van de beloning van werknemers in beslag. Het geraamde gemiddelde pensioenvermogen en de actuele dekkingsgraad van pensioenfondsen zijn stabiel. In 2022 stonden tegenover elke honderd werknemers die pensioenrechten opbouwden, bijna 61 mensen die een uitkering van een pensioenfonds ontvingen. Dit aantal stijgt trendmatig. Het te verwachten pensioen uit werk kwam in 2022 uit op iets meer dan de helft van het inkomen uit werk. De stijgende trend is veranderd in een stabiele.
De mogelijkheden voor bedrijven om productieprocessen, energieverbruik en waardeketens te verduurzamen zijn goed (SDG 9.2). Toegang tot financiering werd in 2023 door 15 procent van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf als (heel erg) belemmerend gezien, het laagste niveau in de EU. De bijdrage van de milieusector aan het bbp en aan de werkgelegenheid groeit trendmatig.
Productieprocessen van Nederlandse bedrijven worden duurzamer. De energie-intensiteit van de economie daalt trendmatig. Bedrijven hebben steeds minder energie nodig om toegevoegde waarde te produceren. Het binnenlands materiaalverbruik is in Nederland lager dan in de meeste andere EU-landen en de trend is stabiel. Ook worden grondstoffen efficiënter gebruikt (SDG 12). De grondstoffenproductiviteit van de Nederlandse economie is de hoogste in de EU27. De eerder stijgende trend is stabiel geworden.
Menselijk kapitaal
Er zijn geen trends die wijzen op een afname in menselijk kapitaal. De gezonde levensverwachting is stabiel. De meeste andere gezondheidsindicatoren zijn ook stabiel. In 2023 beoordeelde 77,5 procent van de Nederlanders de eigen gezondheid als goed of zeer goed. In 2022 en 2023 was de ervaren gezondheid duidelijk lager dan in voorgaande jaren (SDG 3).
Vergeleken met andere EU-landen heeft Nederland relatief veel hoogopgeleiden en weinig middelbaar opgeleiden (SDG 4). Het percentage middelbaar opgeleiden loopt terug, het percentage hoogopgeleiden neemt toe. Het niveau van specifieke vaardigheden varieert. De rekenvaardigheden van leerlingen en de digitale rekenvaardigheden van de bevolking horen bij de hoogste in de EU. Bij de leesvaardigheden van leerlingen staat Nederland aan de onderkant van EU-ranglijst.
Natuurlijk kapitaal
De oppervlakte natuurlijke ruimte die per persoon beschikbaar is, neemt af door bevolkingsgroei. Nederland is een van de dichtstbevolkte landen van Europa. De ‘groen-blauwe’ ruimte per inwoner neemt trendmatig af. Het aandeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN)-areaal (20,9 procent in 2022) in het totale landoppervlak stijgt niet langer trendmatig.
De druk op het natuurlijke systeem door menselijke activiteiten is hoog. Broeikasgasemissies zijn hoog vergeleken met andere EU-landen, maar de meeste indicatoren nemen trendmatig af. In 2023 waren de broeikasgasemissies 34,5 procent lager dan in 1990. Broeikasgassemissies per inwoner dalen trendmatig. De emissies van bedrijven met de hoogste uitstoot, die verplicht deelnemen aan het Europees emissiehandelssysteem (ETS), dalen trendmatig maar alleen in Bulgarije, Cyprus en Polen is de daling geringer. Methaanemissies door de klimaatsector landbouw hebben een dalende trend in combinatie met een lage positie in de EU.
Economische groei en broeikasgasemissies zijn momenteel ontkoppeld (SDG 9.2). De broeikasgasintensiteit van de economie heeft een dalende trend: het volume van het bbp groeit, terwijl de emissies afnemen. De totale hoeveelheid opgebouwde CO2-emissies blijft gestaag toenemen. De cumulatieve CO2-emissies geven een indicatie van het Nederlandse aandeel in de wereldwijde historische CO2-uitstoot. Dat aandeel is relatief groot vergeleken met andere EU-landen. Het opgestelde vermogen voor hernieuwbare elektriciteit uit wind, water en zon is fors toegenomen.
De kwaliteit van ecosystemen staat onder druk. De fosfor- en stikstofoverschotten zijn stabiel maar hoog. In 2019 hoorde Nederland bij de EU-landen met de hoogste fosfor- en stikstofoverschotten. Een teveel aan fosfor en stikstof heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van oppervlaktewater en ecosystemen zoals heide, bos en duinen. Ondanks een geleidelijke daling op de lange termijn blijft de milieudruk door stikstofdepositie groot (SDG 15). In 2021 kampte bijna twee derde van alle landnatuur met een overschrijding van de kritische depositiewaarde.
Biodiversiteit op het land en in zoet water en moeras gaat trendmatig achteruit. De populatie van boerenlandvogels (27 soorten weide-, akker- en erfvogels die in Nederland voorkomen) neemt trendmatig af. Deze daling duidt op sterk verslechterde leefomstandigheden. Het populatieaantal of de verspreiding (afhankelijk van de soort) van Nederlandse landfauna gaat trendmatig achteruit. De kwaliteit van het zeewater en het natuurlijke leven in en rondom de Nederlandse zeegebieden verbeteren wel (SDG 14). De ‘Clean water index’ stijgt trendmatig, al is de waterkwaliteit relatief gezien niet goed (SDG 15).
De duurzaamheid van watergebruik neemt af (SDG 6). De waterstress (de verhouding tussen totale onttrekking van zoet water en de totale hernieuwbare zoetwaterbronnen, rekening houdend met de waterbehoefte vanuit het milieu) neemt trendmatig toe. De totale onttrekking van zoet oppervlaktewater per inwoner was in 2022 relatief hoog (15e van 16 EU-landen). De onttrekking was hoger dan in 2021 door de droogte: Nederland telt veel koelwaterintensieve bedrijven. Ook de onttrekking van grondwater per inwoner was in 2018, 2019, 2020 en 2022 hoger dan in de jaren daarvoor. Droge zomers leidden tot meer waterverbruik door de landbouw en drinkwaterbedrijven.
De kwaliteit van het oppervlaktewater is slecht. Van de zoete oppervlaktewateren die beschermd zijn door de KRW had in 2023 slechts 5,7 procent een goede biologische kwaliteit en 0,2 procent was van voldoende chemische kwaliteit. De soorten vissen, broedvogels, amfibieën, libellen, zoogdieren en vlinders die typerend zijn voor zoet water en moeras nemen trendmatig af.
Vergeleken met de EU heeft de Nederlandse landbouw een hoge druk op het milieu (SDG 2). De veestapeldichtheid is de hoogste in de EU27. Bij het areaal biologische landbouw en eiwitrijke gewassen staat Nederland bijna onderaan de EU-ranglijst. Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen is per euro landbouwproductie een van de laagste in de EU, per hectare een van de hoogste. De benuttingspercentages van stikstof en fosfor zijn laag vergeleken met de EU. Wel wordt de productie in de landbouw in bepaalde opzichten steeds duurzamer. De veestapeldichtheid, het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van antibiotica in de veehouderij nemen af. Het areaal biologische landbouw en de weidegang van melkvee nemen toe. Het areaal eiwitrijke gewassen is bijna verdubbeld ten opzichte van een jaar eerder.
Sociaal kapitaal
Het vertrouwen in andere mensen (het algemeen vertrouwen) stijgt trendmatig. In 2020 was het veel groter dan in andere EU-landen. Het vertrouwen in instituties (Tweede Kamer, politie en rechters) is stabiel. Dit vertrouwen is relatief hoog ten opzichte van andere EU-landen. Het vertrouwen in rechters en in de EU nemen trendmatig toe.
Sociale cohesie in de woonbuurt neemt niet langer trendmatig toe. Van alle volwassenen vond 19 procent in 2023 dat normen en waarden de goede kant op gaan of gelijk blijven. In 2020 beschouwde 12,1 procent van de bevolking zichzelf als lid van een gediscrimineerde groep. Dit is hoog vergeleken met andere EU-landen. De trend is stabiel.
De kwaliteit van overheidsregelgeving, de effectiviteit van de overheid en inspraak van burgers in Nederland zijn hoog in vergelijking met andere EU-landen (SDG 16.2). De kwaliteit van overheidsregelgeving was stabiel maar daalt nu trendmatig. De effectiviteit van het overheidsbestuur loopt terug. De mate waarin de Nederlandse publieke sector als vrij van corruptie wordt beschouwd neemt eveneens af.