Economisch kapitaal
- De fysieke kapitaalgoederenvoorraad en de kenniskapitaalgoederenvoorraad zijn min of meer stabiel.
- Nederland investeert relatief veel in onderzoek en ontwikkeling (R&D).
- De schulden van huishoudens stijgen, maar dat geldt ook voor het vermogen en het spaartegoed.
- De betaalbaarheid van pensioenvoorzieningen neemt af, vooral door de groei van het aantal pensioengerechtigden per werkende.
Economisch kapitaal
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Economisch kapitaal | Fysieke kapitaalgoederenvoorraad | € 147 per gewerkt uur (prijzen 2015) in 2022 | 7e van 12 in 2022 | midden van de ranglijst | |
Economisch kapitaal | Kenniskapitaalgoederenvoorraad | € 10,72 per gewerkt uur (prijzen 2015) in 2022 | 4e van 12 in 2022 | midden van de ranglijst | |
Economisch kapitaal | Gemiddelde schuld per huishouden | € 107 099 per huishouden (lopende prijzen) in 2022 | stijgend (daling brede welvaart) | 24e van 25 in 2022 | onderste kwart van de ranglijst |
Economisch kapitaal | Mediaan vermogen van huishoudens | € 135 100 per huishouden (prijzen 2022), op 1 januari 2022 | stijgend (stijging brede welvaart) |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Huishoudens hadden in 2022 gemiddeld 107 duizend euro aan schuld. De trend is stijgend (rood), en Nederland staat hiermee onderin de EU-ranglijst. Daartegenover staat een oplopende, groene, trend bij het mediaan vermogen van de huishoudens. Het vermogen neemt vooral toe onder invloed van de stijgende huizenprijzen van de laatste jaren.
In de dashboards van SDG’s 8.1, 9.2 en 12 is onder meer te zien dat Nederlandse producenten, verhoudingsgewijs, efficiënt omgaan met grondstoffen. Met het relatief lage binnenlands materialenverbruik hoort Nederland tot de kopgroep van de EU; de grondstoffenproductiviteit is zelfs het hoogst van alle landen. Welke grondstoffen in een land verbruikt worden, en hoe efficiënt dat kan, hangt overigens mede af van de structuur van de economische activiteiten. Nederland heeft met zijn kenniseconomie een hoge arbeidsproductiviteit (bruto toegevoegde waarde per gewerkt uur) vergeleken met andere EU-landen. SDG 9.3 Kennis en innovatie laat verder nog zien dat Nederland voor een groot aantal innovatie-indicatoren gunstige trends en/of een positie in de kop- of middengroep van de EU-ranglijst heeft.
Het dashboard bij SDG 10.2 Financiële houdbaarheid bevat aanvullende indicatoren met betrekking tot de schulden en bezittingen binnen het economisch kapitaal. Allereerst is er de schuld van de overheid. Hier is de trend dalend. Aan het eind van 2023 bedroeg de schuld 46,5 procent van het bbp. Na 2007 is het percentage niet meer zo laag geweest. Het aandeel ligt ver onder de formele Europese norm van maximaal 60 procent van het bbp. Tegenover de overheidsfinanciën staat de financiële positie van huishoudens. De gemiddelde totaalschuld van de huishoudens stijgt. Woningbezitters hebben gemiddeld een steeds hogere hypotheekschuld. Vanuit het perspectief van houdbaarheid van brede welvaart op de lange termijn is dit ongunstig, waardoor beide trends rood kleuren. Tegenover schulden van huishoudens staan bezittingen. Het gaat zowel om niet-financiële (zoals een woning) als financiële bezittingen (bijv. chartaal geld en deposito’s). De toenemende spaartegoeden zijn positief voor brede welvaart op langere termijn, mensen hebben namelijk een buffer om klappen op te vangen. Ook de verbeterde verhouding tussen de hypotheekschuld en de waarde van het onderpand bij huiseigenaren onder de 35 jaar, is gunstig.