Arbeid en vrije tijd
- Steeds meer mensen werken. De nettoarbeidsparticipatie nam in 2023 toe naar 73,1 procent, het hoogste percentage ooit en het hoogste percentage in de EU27.
- Het aantal uren dat werkzame personen per week werken daalt.
- Langdurige werkloosheid en zorgen om baanbehoud nemen af.
- Tevredenheid met werk en vrije tijd zijn hoog en het percentage van de werkenden dat vindt dat werk en privé niet goed in balans zijn neemt af.
- Psychische vermoeidheid door werk neemt trendmatig toe.
Arbeid en vrije tijd
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2022
in EU
in 2018
in EU
in 2017
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Arbeid en vrije tijd | Langdurige werkloosheid | 0,5% van de beroepsbevolking was een jaar of langer werkloos in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 3e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Arbeid en vrije tijd | Nettoarbeidsparticipatie | 73,1% van de bevolking van 15-74 jaar in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 1e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Arbeid en vrije tijd | Hoogopgeleide bevolking | 36,4% van de bevolking 15-74 jaar heeft hoger onderwijs diploma in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 7e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Arbeid en vrije tijd | Tevredenheid met vrije tijd | 73,7% van de bevolking van 18+ is (zeer) tevreden in 2023 | 6e van 27 in 2018 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Arbeid en vrije tijd | Tijdverlies door files en vertraging | 3,28 voertuigverliesuren per inwoner in 2022 | |||
Arbeid en vrije tijd | Tevredenheid met werk (werknemers) B) | 78,9% van de werknemers van 15-74 jaar is (zeer) tevreden in 2023 | 7e van 27 in 2017 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Dit deel van het dashboard duidt op stabiele of stijgende brede welvaart, met posities in de Europese kopgroep. Nergens anders in de EU is de arbeidsdeelname zo groot als in Nederland. Van de bevolking van 15 tot 75 jaar verrichtte in 2023 73,1 procent betaald werk, en de trend is stijgend. De werkloosheid bleef laag, al waren er wel iets meer werklozen dan in 2022. Het deel van de beroepsbevolking dat kampt met langdurige werkloosheid (langer dan één jaar) is met 0,5 procent eveneens laag. Deze twee arbeidsmarktindicatoren dalen trendmatig, en ook hier doet Nederland het relatief goed ten opzichte van andere EU-landen.
Naast de beschikbaarheid van werk zijn ook de ervaren balans tussen arbeid en vrije tijd en de tevredenheid met verschillende aspecten van werk, belangrijke pijlers onder brede welvaart ‘hier en nu’. Bijna driekwart van de bevolking was in 2023 (zeer) tevreden met de hoeveelheid vrije tijd. Ook de tevredenheid met het werk is in Nederland groot: vier van de vijf werknemers waren in 2023 zeer tevreden. Vergeleken met andere EU-landen is dit veel.
Het dashboard van SDG 8.2 Waardig werk en economische groei: arbeid en vrije tijd laat meer zien over de werkbeleving van werkenden. Hier valt op dat 7,2 procent van de werkenden een disbalans ervaart tussen werk en privé. Dit percentage loopt terug. De nettoarbeidsparticipatie is weliswaar heel hoog, maar het aantal feitelijk gewerkte uren per werkende per week in Nederland is een van de laagste binnen de EU. De zorgen bij werknemers over het behoud van hun baan nemen gestaag af, mede onder invloed van de huidige krapte op de arbeidsmarkt en de lage werkloosheid. Ook kan een toenemend deel van de werkenden zelfstandig beslissingen nemen over de uitoefening van het werk. De psychische vermoeidheid door werk neemt wel toe. In 2023 ging het om 18,1 procent van de werkenden.
In de coronaperiode was de tevredenheid met de hoeveelheid vrije tijd groter dan daarvoor, maar daarna liep de tevredenheid weer terug. Nadat contactbeperkende maatregelen de mobiliteit tijdens de coronapandemie sterk afremden is de drukte op de weg ook weer toegenomen. Het reistijdverlies op het hoofdwegennet door files en vertraging, een ergernis voor velen, verdubbelde in 2022 ten opzichte van 2021, volgens een eerste indicatie van Rijkswaterstaat. Meer indicatoren over deze onderwerpen zijn opgenomen onder de bijbehorende SDG’s.
Verdeling van brede welvaart over bevolkingsgroepen laat zien dat hbo- en wo-opgeleide mensen op veel maatschappelijke terreinen over het algemeen een hogere welvaart bereiken. Nederlanders zijn relatief hooggeschoold. Het aandeel van de hbo- en wo-opgeleide bevolking is toegenomen van 30,6 procent van de 15 tot 75-jarigen in 2016, tot 36,4 procent in 2023. De bijdrage van onderwijs aan de brede welvaart wordt hier weliswaar afgemeten aan de relatieve omvang van de hbo- en wo-opgeleide bevolking, maar dat betekent uiteraard niet dat andere vormen van opleiding, zoals beroepsopleidingen, vakmanschap en informeel leren, niet van belang zijn.
Het dashboard van SDG 4 Kwaliteitsonderwijs laat zien dat de deelname aan voorschoolse educatie in Nederland hoog is, dat het percentage voortijdige schoolverlaters trendmatig daalt, en dat bijna een kwart van de Nederlanders van 25 tot 75 jaar in 2022 een vorm van onderwijs volgde in de vier weken voorafgaand aan de enquête. In de EU staat Nederland met deze drie indicatoren in de kopgroep. Voor de toekomst zijn digitale vaardigheden belangrijk. In 2023 beschikte 82,7 procent van de 16 tot 75-jarigen over vaardigheden op tenminste het basisniveau, het hoogste percentage van de EU. Opvallend is de stijgende trend bij de tevredenheid met de opleidingskansen: 83,5 procent van de bevolking was hier in 2023 tevreden over. Mogelijk speelt krapte op de arbeidsmarkt hierbij ook een rol, en bieden werkgevers hun zittende personeel mogelijkheden tot scholing. Hiertegenover staan de resultaten van het PISA-onderzoek. Hier zijn niet genoeg datapunten voor het berekenen van de middellangetermijntrend, maar blijkt wel dat de scores van de lees- en wiskundevaardigheden van Nederlandse 15-jarigen achteruit zijn gegaan.