Handel en hulp
- De invoer van goederen uit lagemiddeninkomens- en hoge-inkomenslanden stijgt trendmatig. De invoer uit lage-inkomenslanden is klein. De meeste effecten van handel komen terecht in hoge-inkomenslanden.
- Een groeiend percentage van het bbp wordt overgedragen als inkomensoverdracht aan relaties in het buitenland, waarmee de bestaansmogelijkheden ‘elders’ verbeteren.
- Inkomensoverdrachten (1,6 procent van het bbp) en ontwikkelingshulp (0,7 procent van het bni) zijn relatief hoog vergeleken met andere EU-landen.
Handel en hulp
in EU
in 2022
in EU
in 2022
Categorie | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Handel en hulp | Invoer van goederen uit lageinkomenslanden G) | € 39 per inwoner (constante prijzen 2020) in 2023 | |||
Handel en hulp | Invoer van goederen uit lagemiddeninkomenslanden G) | € 1 622 per inwoner (constante prijzen 2020) in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Handel en hulp | Invoer van goederen uit hogemiddeninkomenslanden G) | € 4 615 per inwoner (constante prijzen 2020) in 2023 | |||
Handel en hulp | Invoer van goederen uit hogeinkomenslanden G) | € 21 286 per inwoner (constante prijzen 2020) in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Handel en hulp | Ontwikkelingshulp | 0,7% van het bruto nationaal inkomen in 2022 | 5e van 26 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Handel en hulp | Overdrachten | 1,6% van het bbp in 2022 | stijgend (stijging brede welvaart) | 6e van 25 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Dit thema kijkt naar de bijdrage die Nederland levert aan de brede welvaart van andere landen. Hierbij is, in navolging van Our Common Future, speciaal aandacht voor inkomensstromen tussen Nederland en de allerarmste landen in de wereld. In deze editie van de monitor is het voor het eerst mogelijk om invoerwaarden te presenteren die voor prijsveranderingen zijn gecorrigeerd. De bedragen zijn uitgedrukt in constante prijzen, met basisjaar 2020. Uitgangspunt daarbij is de indeling van landen naar welvaartsniveau door de Wereldbank: lageinkomens-, lagemiddeninkomens-, hogemiddeninkomens- en hogeinkomenslanden. De toedeling is gebaseerd op het bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking van een land.
De gedefleerde waarde van de goedereninvoer uit lagemiddeninkomens- en hogeinkomenslanden stijgt trendmatig. De trend kleurt groen, want bij het thema handel en hulp wordt meer handel gezien als gunstig voor de brede welvaart van de handelspartners. Geld dat (tijdelijke en permanente) migranten sturen naar hun land van herkomst draagt eveneens bij aan de bestaansmogelijkheden daar, en wordt gezien als positief voor de brede welvaart ‘elders’. Het deel van de inkomensoverdrachten als percentage van het bbp dat besteed wordt in of ten goede komt aan het land van herkomst, heeft een stijgende trend. In 2022 ging het om 1,6 procent van het bbp, tegen 1,3 procent aan het begin van de trendperiode in 2016. Nederland staat met de overdrachten in de kopgroep van de EU. Ook met de ontwikkelingshulp is dit het geval. In 1970 kwamen VN-leden overeen jaarlijks 0,7 procent van hun bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden (de OESO-norm). Nederland is een van de landen in de EU die dit percentage in 2022 daadwerkelijk haalden, met Zweden, Luxemburg, Duitsland en Denemarken. De trend is stabiel.