2025

1950

2070

Toon verschil tussen mannen en vrouwen

Download CSV Toon tabel

Leeftijdsopbouw Nederland 2025 (prognose)

Leeftijd	Mannen	Vrouwen
105 jaar of ouder	0	0
104 jaar	0	0
103 jaar	0	0
102 jaar	0	0
101 jaar	0	1 000
100 jaar	0	1 000
99 jaar	0	1 000
98 jaar	1 000	2 000
97 jaar	1 000	3 000
96 jaar	2 000	5 000
95 jaar	2 000	6 000
94 jaar	4 000	9 000
93 jaar	5 000	12 000
92 jaar	7 000	15 000
91 jaar	9 000	18 000
90 jaar	12 000	22 000
89 jaar	15 000	26 000
88 jaar	18 000	30 000
87 jaar	22 000	33 000
86 jaar	27 000	39 000
85 jaar	31 000	43 000
84 jaar	36 000	48 000
83 jaar	39 000	49 000
82 jaar	44 000	54 000
81 jaar	51 000	61 000
80 jaar	57 000	67 000
79 jaar	57 000	66 000
78 jaar	85 000	95 000
77 jaar	85 000	94 000
76 jaar	84 000	91 000
75 jaar	84 000	90 000
74 jaar	85 000	91 000
73 jaar	87 000	91 000
72 jaar	91 000	96 000
71 jaar	92 000	97 000
70 jaar	95 000	99 000
69 jaar	98 000	102 000
68 jaar	102 000	105 000
67 jaar	105 000	108 000
66 jaar	109 000	111 000
65 jaar	113 000	115 000
64 jaar	115 000	117 000
63 jaar	119 000	121 000
62 jaar	121 000	123 000
61 jaar	125 000	125 000
60 jaar	128 000	127 000
59 jaar	126 000	126 000
58 jaar	125 000	125 000
57 jaar	125 000	125 000
56 jaar	126 000	127 000
55 jaar	132 000	133 000
54 jaar	130 000	131 000
53 jaar	125 000	126 000
52 jaar	119 000	122 000
51 jaar	111 000	113 000
50 jaar	108 000	110 000
49 jaar	104 000	106 000
48 jaar	104 000	105 000
47 jaar	103 000	105 000
46 jaar	105 000	106 000
45 jaar	105 000	106 000
44 jaar	110 000	110 000
43 jaar	108 000	109 000
42 jaar	108 000	107 000
41 jaar	108 000	107 000
40 jaar	112 000	110 000
39 jaar	114 000	112 000
38 jaar	116 000	115 000
37 jaar	118 000	115 000
36 jaar	119 000	116 000
35 jaar	121 000	117 000
34 jaar	125 000	121 000
33 jaar	125 000	121 000
32 jaar	124 000	120 000
31 jaar	123 000	119 000
30 jaar	124 000	119 000
29 jaar	120 000	116 000
28 jaar	120 000	115 000
27 jaar	119 000	116 000
26 jaar	122 000	118 000
25 jaar	122 000	118 000
24 jaar	124 000	121 000
23 jaar	121 000	118 000
22 jaar	120 000	118 000
21 jaar	119 000	117 000
20 jaar	115 000	112 000
19 jaar	112 000	107 000
18 jaar	107 000	100 000
17 jaar	101 000	95 000
16 jaar	102 000	96 000
15 jaar	102 000	96 000
14 jaar	101 000	96 000
13 jaar	98 000	93 000
12 jaar	96 000	92 000
11 jaar	94 000	89 000
10 jaar	95 000	91 000
9 jaar	93 000	88 000
8 jaar	93 000	89 000
7 jaar	92 000	87 000
6 jaar	90 000	86 000
5 jaar	90 000	86 000
4 jaar	89 000	85 000
3 jaar	94 000	90 000
2 jaar	87 000	83 000
1 jaar	85 000	81 000
0 jaar	85 000	81 000

In de bevolkingspiramide zie je de bevolkingsopbouw van Nederland per jaar. Voor elke leeftijd staat links het aantal mannen en rechts het aantal vrouwen. De piramide heeft cijfers vanaf 1950, en geeft ook de prognose voor de komende decennia.

Met de afspeelknop is de ontwikkeling door de jaren te zien. Daarbij kun je een leeftijd vastzetten door te klikken: bekijk bijvoorbeeld hoe de groep 5-jarigen in 1950 door de jaren heen verandert. Beweeg met de muis over de piramide om per leeftijdsgroep te zien uit hoeveel mannen en vrouwen deze bestaat. Met de knop ‘Verschil tussen mannen en vrouwen’ wordt in de piramide zichtbaar of er meer mannen of vrouwen per leeftijd zijn.

Wat zie je in de bevolkingspiramide?

Elk jaar begint met de kinderen die geboren zijn. Die groep schuift elk jaar op naar een hogere leeftijd. Met het stijgen van de leeftijd worden de groepen kleiner doordat mensen overlijden. Een leeftijdsgroep kan ook groter worden door immigranten (veelal twintigers en dertigers), of kleiner door emigranten. Als er meer kinderen dan ouderen zijn, is de vorm ook echt een piramide. Bekijk bijvoorbeeld 1950. Daar is de naoorlogse babyboomgeneratie goed te zien. Tegenwoordig heeft alleen de top nog een piramidevorm. In de toekomst wordt het meer een urn, met een uitstulping bij de leeftijdsgroepen tussen twintig en dertig jaar.

Mannen en vrouwen

Jaarlijks worden in Nederland meer jongetjes dan meisjes geboren. Mannen overlijden gemiddeld op jongere leeftijd dan vrouwen.zijn er wat meer mannen dan vrouwen, daarna is de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen vrijwel gelijk, en vanaf ongeveer zestig jaar zijn vrouwen in de meerderheid. Dit verschil loopt op met de leeftijd.