Internationaliseringsmonitor, 2016 tweede kwartaal
![](https://cdn.cbs.nl/images/6d67357342774e774359426b6479544a7a697a5077673d3d/900x450.jpg)
In deze Internationaliseringsmonitor wordt beoogd de hele keten van de Nederlandse agribusiness in beeld te brengen en het belang van het buitenland voor deze sector te schetsen. Startend bij de land- en tuinbouw, visserij, vervolgens de drank- en voedingsmiddelenindustrie, agro-industrie en toeleveranciers op het gebied van agrarische dienstverlening, naar groot- en detailhandel in voedings- en genotmiddelen en eindigend bij de (buitenlandse of Nederlandse) consument. Enkele bevindingen in deze editie:
- De export van landbouw en landbouw gerelateerde producten bedroeg in 2015 circa 90 miljard euro. Dit is een vijfde van de totale Nederlandse goederenexport.
- Bloemen en planten, vlees, melk en zuivel, groente vormen de belangrijkste landbouwexportproducten (ook gecorrigeerd voor wederuitvoer).
- Meststoffen, landbouwmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie vormen de belangrijkste landbouw gerelateerde producten.
- Circa 65 procent van het Nederlandse handelsoverschot in goederen is te danken aan de handel in landbouw- en landbouw gerelateerde goederen.
- In vergelijking met andere EU-landen is Nederland verreweg het meest gespecialiseerd in de export van bloemen en planten.
- Bedrijven in de agribusiness innoveren iets vaker (51 procent) dan andere bedrijven (48 procent). Vooral productinnovaties zijn populair onder deze bedrijven.
- Ruim 5 procent van de totale R&D-uitgaven in Nederland komt voor rekening voor bedrijven in de agribusiness.
- In 2015 waren ruim 120 duizend bedrijven actief in de agribusiness; dit komt neer op circa 8 procent van alle bedrijven in Nederland. Bijna de helft hiervan heeft primaire landbouw als hoofdactiviteit.
- Eén op de tien werknemers in Nederland is werkzaam voor een bedrijf in de agribusiness.
- Eén op de vijf bedrijven in de agribusiness heeft internationale goederenhandel; dit aandeel is hoger dan in de rest van de bedrijvenpopulatie.
- De bijdrage van de export van de agrosector aan het Nederlandse BBP in 2014 bedroeg 4,4 procent, ofwel 29 miljard.
- Circa één vijfde van de omzet, banen, export en toegevoegde waarde van de totale Nederlandse industrie komt voor rekening van de drank- en voedingsmiddelenindustrie.
- Bedrijven in de drank- en voedingsmiddelenindustrie doen vaak en veel aan innovatie en R&D, vergeleken met andere industrieën.
- In deze industrie zijn vooral de bedrijven die goederen exporteren erg productief. Deze bedrijven hebben meer omzet, zijn groter in aantal werknemers én geven meer uit aan R&D dan exporteurs in andere industrieën en ook ten opzichte van niet-exporteurs.
- De exportwaarde en de kans om te starten met exporteren, is groter naar mate het bedrijf meer werknemers heeft, onder buitenlandse zeggenschap valt en R&D-uitgaven heeft. Specifiek in de drank- en voedingsmiddelenindustrie is de exportwaarde groter bij bedrijven die aan procesinnovatie doen.