Meetprogramma's voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 2012
Jaarlijks worden de meetprogramma’s van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) in een rapportage beoordeeld op hun kwaliteit. Die kwaliteit wordt in eerste instantie bepaald door de mate waarin de meetprogramma’s in staat zijn de meetdoelen te bereiken. Deze meetdoelen worden afgeleid uit het internationale natuurbeleid, zoals de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en het Monitoringprogramma voor de Waddenzee dat is opgesteld door Denemarken, Duitsland en Nederland.
Regelmatig worden de meetdoelen aangepast. Twee belangrijke aanpassingen in de meetdoelen van 2012 vloeien voort uit de werkzaamheden voor de Habitatrichtlijn-rapportage. De eerste is het expliciet benoemen van het onderdeel ‘leefgebied van soorten van de Habitatrichtlijn’. Met behulp van een nieuwe analysetechniek heeft het CBS voor veel soorten betrouwbare trends in verspreiding op km-hokniveau kunnen bepalen. Deze nieuwe techniek maakt gebruik van een mix van NEM-gegevens en andere, vaak minder gestandaardiseerde, waarnemingen. Steeds meer wordt de inwinning van verspreidingsgegevens in het NEM afgestemd op deze nieuwe techniek.
De tweede belangrijke aanpassing in de meetdoelen is het toevoegen van het meetdoel ‘structuur & functie van habitattypen’. Onder dit meetdoel valt nu ook de vegetatiestructuur en abiotische condities van de habitattypen. Veel informatie hierover blijkt uit het Landelijk Meetnet Flora verkregen te kunnen worden.Nieuw in de rapportage 2012 is een overzicht van de gegevensinwinning van het NEM voor de soorten van Bijlage II van de Habitatrichtlijn in de Natura2000-gebieden die daarvoor zijn aangewezen. Vanuit de provincies bleek behoefte te bestaan aan deze informatie, omdat met het natuurakkoord de verantwoordelijkheid voor de gebiedsrapportages daar is komen te liggen.