Het gedistilleerdverbruik in Schouwen en Duiveland en Zeeuwsch-Vlaanderen (1913)
Voor Zeeuwse begrippen was het sterke-drankverbruik (gemiddeld 4,01 liter) hoog in Schouwen en Duiveland (gemiddeld 5,43 liter). Voor Zierikzee werd dat toegeschreven aan een ‘aanzienlijk verbruik van spiritualiën’ door de aanwezigheid van havenarbeiders en schippers in de stad en een druk bezoek aan de graanbeurzen. In Serooskerke kregen de arbeiders jenever bij het verladen van de bieten. Opvallend was het matige verbruik in Zeeuwsch-Vlaanderen, 2,67 liter (oostelijk deel). Een hoog bierverbruik was de belangrijkste reden. In Hulst en omgeving lag de jeneverconsumptie zelfs onder de 2 liter per hoofd. Relatief hoog was het verbruik in Sas van Gent (4,74 liter) dankzij een druk vreemdelingenverkeer, onder meer van Belgen, en een hoog verbruik tijdens de bietencampagne, als er veel schippers en fabrieksarbeiders in de stad waren. Het hogere verbruik in het westen van Zeeuwsch-Vlaanderen (4,34 liter) moest vooral verklaard worden uit een druk vreemdelingenverkeer, onder meer van Belgen, veel bezochte veilingen en markten, en incidenteel bouwen in IJzendijke, waardoor het druk was in de stad met werklieden uit andere streken.
Terug naar artikel