Militiestatistiek

Enkele jaren geleden is de militiestatistiek als bron gebruikt in een historisch levensstandaarddebat. De lengtegegevens zijn gebruikt als indicator voor de biologische levensstandaard. In de lengte van een 19-jarige man kwamen de invloeden samen van voeding, ziekten en arbeidsverleden. De Groningse onderzoeker V. Tassenaar toonde aan dat tot 1860 jongens in de Drentse veengemeenten langer waren dan jongens in industriesteden in het westen. Daaruit trok hij de conclusie dat de voedselsituatie in Drenthe gemiddeld beter moet zijn geweest dan elders en dat het beeld van een sterk verpauperde bevolking in de Drentse venen niet klopte. M. Knibbe gebruikte de lengtegegevens, de maatstaf voor de biologische levenstandaard, om zijn berekeningen van de voedingstoestand van de Nederlander op plausibiliteit te toetsen. Economisch-historici hebben zelfs gediscussieerd over de vraag of het mogelijk was om op basis van de gegevens over de lengtegroei het nationaal inkomen te schatten. Zie J.L. van Zanden en K. Mandemakers, ‘Lengte van lotelingen en het nationaal inkomen: schijnrelaties en misvattingen’, in: Economisch- en sociaal-historisch jaarboek 53 (1990), 1–23.