Zvw gefinancierde geestelijke gezondheidszorg aan jongeren

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van statistische uitkomsten over het aantal jongeren tot 18 jaar dat gedurende het jaar één of meer vormen van curatieve (geneeskundige) geestelijke gezondheidszorg (GGZ)  in het kader van de Zorgverzekeringswet  (Zvw) heeft ontvangen en de bijbehorende kosten voor het gebruik van zorg, uitgesplitst naar persoonskenmerken en regio.

Zvw-gefinancierde GGZ betreft op genezing (herstel of stabilisering van de stoornis) gerichte GGZ voor jongeren met een psychische stoornis en wordt vanaf 2008 altijd gedurende het eerste jaar uit de Zvw gefinancierd. Daarna ook, tenzij men in een GGZ-instelling, verslavingsinstelling of psychiatrische afdeling van ziekenhuis (PAAZ) verblijft. Verblijft iemand langer dan een jaar in een instelling of PAAZ, dan neemt de AWBZ de financiering van de behandeling en het verblijf over. Vanaf 2015 gaat de gehele jeugd-GGZ over van de Zvw naar de nieuwe Jeugdwet.

Er kunnen meerdere vormen van GGZ worden onderscheiden. Ten eerste de eerstelijns GGZ, oftewel psychologische hulp aan patiënten met een laag tot matig risico en een enkelvoudig beeld met lage complexiteit. Daarnaast wordt tweedelijns GGZ onderscheiden. Dit betreft de behandeling van cliënten met complexe psychische stoornissen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in zorg zonder verblijf en zorg met verblijf. Zorg zonder verblijf betreft zorg die men ontvangt zonder dat men in een instelling verblijft. Zorg met verblijf betreft zorg waarvoor een opname vereist is, bijvoorbeeld in een GGZ-instelling, een verslavingsinstelling of een PAAZ. Krijgt de verzekerde een voorschrift mee voor bijvoorbeeld een geneesmiddel, dan valt deze zorg buiten de GGZ maar onder de farmaceutische zorg.

De kosten in deze tabel zijn de kosten die een zorgverzekeraar heeft vergoed voor vormen van zorg die onder de basisverzekering vallen. Het betreft eerstelijns GGZ-zorg die in het verslagjaar is verstrekt of  tweedelijns GGZ-zorg, met een duur van maximaal 365 dagen, die is gestart tijdens het verslagjaar.

Doelpopulatie

Personen met een leeftijd tot 18 jaar op 31 december van het verslagjaar die op enig moment gedurende het jaar ingeschreven zijn (geweest) in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en die tevens in Nederland verzekerd zijn via de basisverzekering.

Statistische eenheid

Personen.

Aanvang onderzoek

2011.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

De cijfers over het meest recente verslagjaar zijn voorlopig. De cijfers over de overige jaren zijn definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Voor deze statistiek zijn gegevens over gedeclareerde en vergoede zorgkosten verkregen van de zorgverzekeraars via Vektis C.V..
Gegevens over leeftijd, geslacht en regio worden toegevoegd door koppeling met de gemeentelijke basisadministratie. De indeling naar regio is gemaakt op basis van het woonplaatsbeginsel in de nieuwe Jeugdwet 2015. Hiervoor is een beslisboom ontwikkeld in nauwe samenwerking met het Ministerie van VWS, SCP, onderzoeksbureau Cebeon en Jeugdzorg Nederland. Wanneer het adres van de jeugdige na toepassing van de bovenstaande beslisboom onbekend is (gebeurd in ongeveer 0,1%) is het adres geïmputeerd met behulp van de verdeling in de totale populatie.

Waarnemingsmethode

Alle kosten die in het kader van de basisverzekering van de Zorgverzekeringswet gedeclareerd zijn bij en uitbetaald zijn door zorgverzekeraars en volmachthouders worden op kwartaalbasis doorgegeven aan Vektis. Het CBS ontvangt van Vektis een bestand waarin de zorgkosten over een verslagjaar, die tot dan toe daadwerkelijk gedeclareerd zijn, zijn opgenomen.

Berichtgevers

Alle zorgverzekeraars en volmachthouders leveren gegevens betreffende de gedeclareerde en vergoede zorgkosten aan Vektis. Deze gegevens worden door Vektis aan het CBS geleverd.

Steekproefomvang

Geen steekproef. De GGZ aan jongeren wordt volledig waargenomen, voor zover kosten zijn gedeclareerd.

Controle- en correctiemethoden

De gegevens zijn door het CBS beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie.

Weging

Op moment van levering van de bestanden zijn nog niet alle declaraties van de tweedelijns GGZ binnen. Voor de cijfers van het meest recente jaar worden de declaraties tot 31 december van jaar t+1 (8 kwartalen) en bij de overige cijfers de declaraties tot 31 december van jaar t+2 (12 kwartalen) gebruikt. Naar schatting van Vektis ontbreekt na 8 kwartalen zo’n 5-10% en na 12 kwartalen zijn alle declaraties binnen. Voor de ontbrekende declaraties bij de tweedelijns GGZ worden de aantallen opgehoogd, de kosten worden niet gepubliceerd. De eerstelijns GGZ is bij datalevering wel volledig uitgedeclareerd.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De nauwkeurigheid van de statistiek is in de eerste plaats afhankelijk van de nauwkeurigheid van de Vektis-registratie. Vektis is afhankelijk van de verschillende zorgverzekeraars voor de kwaliteit en de volledigheid van de aangeleverde declaratie-gegevens.
Daarnaast speelt ook de kwaliteit van de koppeling met de GBA een rol. De gegevens van Vektis worden met de GBA gekoppeld. Hierdoor is het mogelijk om uitspraken te doen over de demografische kenmerken van de zorgcliënten tot 18 jaar. Personen die niet terug te vinden zijn in de GBA worden niet meegenomen in de cijfers, dit geldt voor minder dan 0,1 procent van de jongeren.

De absolute aantallen jeugdige zorgcliënten in de StatLine-tabellen zijn afgerond op vijftallen en de kosten zijn afgerond op duizendtallen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De opzet van de statistiek vindt vanaf 2011 op dezelfde wijze plaats.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Uitkomsten van statistisch onderzoek worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit, en eventueel na aanpassing, akkoord zijn bevonden. Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn deze geconfronteerd met uitkomsten uit andere bronnen.