Vleermuizenstatistiek
Wat behelst het onderzoek?
Doel
De ontwikkelingen in de populaties van vleermuizen in winter- en zomerverblijven beschrijven. Dit sluit aan op meetdoelen van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Doelpopulatie
De afzonderlijke soorten en groepen van vleermuizen.
Statistische eenheid
De soort vleermuis.
Aanvang onderzoek
1986.
Frequentie
Jaarlijks.
Publicatiestrategie
Alleen defintieve cijfers worden gepubliceerd.
Hoe wordt het uitgevoerd?
Soort onderzoek
Er is sprake van een integrale telling voor soorten die voornamelijk overwinteren in verblijven als mergelgroeven, kelders, bunkers en forten en voor twee soorten die in de zomer op zolders van grotere gebouwen verblijven. Voor andere soorten (meervleermuis, watervleermuis) is het een steekproef.
Boomholten, spouwmuren en dergelijke vallen buiten het meetnet. Voor soorten die vooral daarin voorkomen (de dwergvleermuizen, grijze grootoorvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis) is een andere telmethode nodig.
Waarnemingsmethode
Alle bekende overwinteringsverblijven zoals mergelgroeven, kelders, bunkers en forten worden eenmalig bezocht tijdens de winterslaap van vleermuizen. De aanwezige vleermuizen worden geteld. Ook bij de zoldertellingen worden eenmaal per jaar in de geshiktste periode alle aanwezige vleermuizen geteld.
Berichtgevers
De VZZ coördineert het veldwerk en verzamelt de gegevens van waarnemers (vrijwilligers).
Steekproefomvang
Per jaar één tellling verdeeld over meer dan 800 meetlocaties.
Controle- en correctiemethoden
Er is een handleiding voor het monitoren van vleermuizen in de winter (PDF: 0,6 MB) en een handleiding zoldertellingen, waarin opzet, uitvoering en verwerking van de tellingen beschreven worden. Er vindt controle op fouten en onwaarschijnlijkheden plaats. Steekproefomvang en -dekking worden gecontroleerd.
Weging
Weging vindt niet plaats. Naast landelijke cijfers worden ook cijfers berekend per fysisch-geografische regio’s (landschappeljike eenheden zoals duinen, hogere zandgronden e.d.) en van verschillende typen winterverblijven.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?
Nauwkeurigheid
Het analyseprogramma TRIM geeft de standaardfout van de berekende trend van de afzonderlijke soorten. De indexen vertonen jaarlijkse kleine schommelingen ook in reeds berekende jaren. De non-respons (ontbrekende cijfers) worden bijgeschat met behulp van het analyseprogramma TRIM.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De cijfers zijn over de gehele periode vergelijkbaar.