Vestigingendynamiek
Wat behelst het onderzoek?
Doel
De statistieken over het thema vestigingendynamiek beschrijven de regionale verdeling van de meest voorkomende veranderingen (events) die zich voordoen binnen de populatie bedrijfsvestigingen in Nederland. Met behulp van deze cijfers wordt onder andere inzichtelijk gemaakt waar in Nederland nieuwe bedrijven worden gestart (oprichtingen van vestigingen) en waar in Nederland bestaande bedrijven stoppen met hun activiteiten (opheffingen van vestigingen).Domeinbeschrijving
In de statistieken over vestigingendynamiek worden de volgende gebeurtenissen of events onderscheiden:Oprichting van een vestiging:
Een oprichting van een vestiging is het openen van een vestiging gelijktijdig met de oprichting van het bedrijf waartoe de vestiging behoort.
Dit betekent dat voldaan moet zijn aan economische criteria voor een bedrijf: er moet informatie beschikbaar zijn over werkgelegenheid of omzet van het bedrijf. Verder is het van belang dat het bedrijf daadwerkelijk nieuw is. De voortzetting van één of meerdere bestaande bedrijven is dan ook geen oprichting.
Er is geen sprake van een oprichting bij:
- bedrijven die ontstaan als gevolg van fusie, op- of afsplitsing;
- overname of verzelfstandiging van een deel van een bedrijf;
- naamswijziging;
- rechtsvormwijziging;
- wisseling van eigenaar;
- geleidelijke activiteitenwijziging;
- verhuizing;
- reactivering.
Opheffing van een vestiging:
Een opheffing van een vestiging is het sluiten van een vestiging gelijktijdig met de opheffing van het bedrijf waartoe de vestiging behoort.
Dit betekent dat er geen sprake is van voortzetting van een belangrijk deel van de activiteiten door een ander bedrijf. Er is pas sprake van een opheffing als het bedrijf (met bijbehorende werkgelegenheid) niet meer tot de populatie behoort. Het bekendste voorbeeld hiervan is het faillissement.
Er is geen sprake van een opheffing bij:
- bedrijven die verdwijnen als gevolg van fusie, op- of afsplitsing;
- overname of verzelfstandiging van een deel van een bedrijf;
- naamswijziging;
- rechtsvormwijziging;
- wisseling van eigenaar;
- geleidelijke activiteitenwijziging;
- verhuizing;
- reactivering.
CBS volgt hiermee de Europese definitie van een bedrijf. Een bedrijf heeft één of meer locaties (vestigingen) waar de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd. In de statistieken over vestigingendynamiek worden alle bedrijfsvestigingen die betrokken zijn bij een event afzonderlijk meegeteld. Er zijn aparte tabellen beschikbaar op basis van het aantal bedrijven.
De bedrijfsvestigingen van alle actieve bedrijven worden ingedeeld naar economische activiteit van de vestiging, vestigingsgrootte, rechtsvorm, land van uiteindelijke zeggenschap en regio. De economische activiteit van een vestiging wordt geclassificeerd volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008) van CBS. De vestigingsgrootte wordt bepaald aan de hand van het aandeel van de totale werkzame personen van het bedrijf dat werkzaam is bij de betreffende vestiging. De regio wordt bepaald aan de hand van het postcodegebied waarin de vestiging zich bevindt. Als standaardregio’s worden landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten onderscheiden. Voor maatwerk kunnen op basis van het combineren van postcodegebieden ook andere regio’s worden samengesteld.
Voor de sectoren overheid, onderwijs en zorg (secties O, P en Q uit de SBI 2008) zijn nog geen betrouwbare gegevens beschikbaar. Cijfers over deze branches worden daarom momenteel niet gepubliceerd.
Meer informatie over de officiële definitie van een bedrijfsvestiging en statistieken over de (totale) aantallen bedrijfsvestigingen in Nederland is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Vestigingendemografie.
Aanvang onderzoek
De cijfers over vestigingendynamiek zijn beschikbaar vanaf 2007.Frequentie
De cijfers over vestigingendynamiek zijn beschikbaar op jaarbasis.Publicatiestrategie
De cijfers over oprichtingen van vestigingen zijn definitief met uitzondering van het meest recente jaar. Deze cijfers hebben een voorlopig karakter.De cijfers over opheffingen van vestigingen zijn definitief met uitzondering van de twee meeste recente afgesloten jaren. De cijfers over het meest recente afgesloten jaar hebben een voorlopig karakter, de cijfers over het jaar daar voor hebben een nader voorlopig karakter.
Hoe wordt het uitgevoerd?
Belangrijkste bronnen
De statistieken over het thema vestigingendynamiek zijn gebaseerd op de informatie uit het Algemeen Bedrijven Register (ABR) van CBS, de regio-enquête van de Statistiek Werkgelegenheid en Lonen (SWL-regio) en gegevens over vestigingen uit het Nieuwe Handelsregister (NHR).Globale structuur integratiekader
Het ABR wordt samengesteld uit een combinatie van registraties van de Kamer van Koophandel (KvK), de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en De Nederlandsche Bank (DNB). Het ABR bevat informatie over onder andere de economische activiteit, grootte en rechtsvorm van een bedrijf en over de vestigingen van bedrijven en hun economische activiteiten.Met ingang van april 2014 is CBS het Nieuwe Handelsregister (NHR) als enige bron van eenheden gaan gebruiken. Gegevens van de belastingdienst leiden daarmee niet langer tot het opvoeren van eenheden maar worden nog wel gebruikt voor het vaststellen van economische activiteit ervan. Deze methodewijziging is teruggelegd tot het begin van de huidige reeks (2007).
Voor de meest complexe, vaak internationale concerns gebeurt de vaststelling van de (dochter)bedrijven in Nederland in samenspraak met het concern. Ook de hoofdactiviteit van het bedrijf wordt dan samen met het concern vastgesteld.
De bron SWL-regio bevat het aantal banen van werknemers per bedrijf, verdeeld over de verschillende gemeenten waar het bedrijf vestigingen heeft. De koppeling van de vestigingen uit het ABR aan de SWL-regio gegevens is daarom alleen mogelijk voor bedrijven met werknemers. Bedrijven zonder werknemers zoals eenmanszaken en maatschappen koppelen niet. Dat is geen probleem zolang deze bedrijven uit slechts één vestiging bestaan. Bij zelfstandigen en maatschappen komt dat dan ook veel voor.
Met behulp van SWL-regio gegevens wordt de vestigingsgrootte bepaald en worden verdeelsleutels over de vestigingen van een bedrijf vastgesteld. Uit de SWL-regio is de verdeling van het aantal werknemers van een bedrijf over gemeentes bekend. Op basis hiervan kan worden vastgesteld hoe de banen over de vestigingen zijn verdeeld. De verdeelsleutels worden voor zover mogelijk op deze verdeling gebaseerd. Als SWL-regio geen mogelijkheid biedt, wordt het aantal werkzame personen bij inschrijving van de vestiging bij de Kamer van Koophandel als basis genomen voor de verdeling.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De cijfers over oprichtingen van vestigingen vormen vanaf 2007 een stabiele reeks zonder methode- of trendbreuken, met uitzondering van de landbouwsector (sectie A uit de SBI 2008), waar de reeks pas vanaf 2011 stabiel is.De cijfers over opheffingen van vestigingen vormen vanaf 2007 een stabiele reeks zonder methode- of trendbreuken en zijn daarmee voor alle perioden vergelijkbaar.