Vakbeweging

Wat behelst het onderzoek

Doel

Verzamelen van gegevens over vakverenigingen in Nederland, onder andere het aantal aangesloten leden uitgesplitst naar geslacht en leeftijd.

Doelpopulatie

Leden van vakverenigingen.

Statistische eenheid

Persoon (vakbondslid).

Aanvang onderzoek

Vanaf 1901 is informatie over het aantal leden van vakverenigingen beschikbaar. Informatie over geslacht, leeftijd en aansluiting bij een van de vakcentrales is samengesteld vanaf verslagjaar 1999. 

Frequentie

Vanaf 2018 wordt de enquête eens in de twee jaar gehouden. In de periode 2005-2017 was dit jaarlijks. In de periode 1967-2005 werd de enquête eens in de twee jaar gehouden. Daarvoor was het een jaarlijks onderzoek, uitgezonderde de perioden 1942-1945 en 1965-1966. In laatstgenoemde periode was er een reorganisatie van de statistiek.

Publicatiestrategie

De uitkomsten worden eenmalig gepubliceerd en zijn te beschouwen als definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Registratie. Het CBS houdt een lijst bij van vakverenigingen in Nederland. Meer informatie over de totstandkoming van de cijfers is te vinden in het artikel Vakbeweging en organisatiegraad van werknemers.

Waarnemingsmethode

De verzameling van de gegevens de Structuurenquête vindt plaats door een schriftelijke enquête (vanaf 2005 per e-mail) bij alle vakverenigingen. Gevraagd wordt hoeveel (contributie) betalende leden de organisatie telde op 31 maart, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd, en bij welke centrale organisatie(s) de vakvereniging is aangesloten. 

Berichtgevers

Alle vakverenigingen en centrale organisaties van vakverenigingen.

Steekproefomvang

Niet van toepassing.

Controle- en correctiemethoden

De informatie van berichtgevers is beoordeeld op plausibiliteit en, waar nodig, aangepast. Bij twijfel over de gegevens wordt de berichtgever opnieuw benaderd.

Weging

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Bij het onderzoek kan sprake zijn van kaderfouten (lijst van vakverenigingen is niet compleet), meetfouten (ten onrechte opnemen van een organisatie die geen vakvereniging is) en modelaannamefouten (bijvoorbeeld bij onvolledige informatie berichtgevers).

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De uitkomsten zijn volgtijdelijk vergelijkbaar tot en met verslagjaar 2006. Met ingang van verslagjaar 2007 worden de FNV Vrouwenbond, FNV Zelfstandige Bondgenoten en FNV Zelfstandigen Bouw meegeteld. Het gaat om 20,4 duizend leden van deze drie FNV-bonden op 31 maart 2007.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De cijfers zijn afgerond op duizendtallen. Het kan daarom voorkomen dat de totalen afwijken van de som van de in de cellen vermelde aantallen.

Voor de jaren waarin het onderzoek niet is gehouden (1942-1945 en 1965-1966)  zijn de ledentallen van de vakcentrales verkregen uit de kwartaalenquêtes bij deze vakcentrales. Het aantal leden van de categorie ‘overige vakverenigingen’ is voor deze jaren door interpolatie verkregen. Omdat de Kwartaalenquête met ingang van 1 januari 2004 is opgeheven, zijn er voor 2004 geen gegevens beschikbaar.