Tijdreeksen Financiële instellingen en markten; geld- en kapitaalmarkt
Wat behelst het onderzoek
Doel
Weergave van de ontwikkeling van verschillende waarden op de Nederlandse geld- en kapitaalmarkt vanaf 1900.
Doelpopulatie
De standen van verschillende waarden op de Nederlandse geld- en kapitaalmarkt aan het einde van het jaar.
Statistische eenheid
Geldhoeveelheid, rentestanden, goud en deviezen, aandelen, obligaties, consumptief krediet, spaargelden en hypotheken op onroerende goederen
Aanvang onderzoek
1900
Frequentie
Jaarlijks
Publicatiestrategie
Alle cijfers zijn bij eerste publicatie definitief.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Een deel van de gegevens worden verkregen via De Nederlandsche Bank en Euronext Amsterdam. Daarnaast worden door het CBS gegevens verzameld aan de hand van een integrale enquête.
Waarnemingsmethode
Er is sprake van eigen waarneming en secundaire waarneming. Voor consumptief krediet wordt een uitvraag door het CBS gedaan onder de kredietverstrekkers. De overige gegevens worden verkregen van De Nederlandsche Bank en Euronext Amsterdam.
Berichtgevers
De Nederlandsche Bank vult haar eigen gegevens aan met de gegevens die ze krijgt van de rapportageplichtige instellingen. Euronext Amsterdam levert gegevens over beursgenoteerde aandelen en obligatie. Ten slotte worden via een enquête gegevens over consumptief krediet verkregen van alle financiële instellingen die een vergunning hebben voor het verstrekken van dit soort leningen.
Steekproefomvang
N.v.t.
Controle- en correctiemethoden
De via het enquêteformulier aangeleverde gegevens worden gecontroleerd op interne consistentie. Daarnaast wordt de aangeleverde cijfers vergeleken met de cijfers van de voorgaande periode. Op de geaggregeerde cijfers vindt een analyse plaats, waarbij naar het verloop op langere termijn wordt gekeken.
Weging
N.v.t.