Recreatie instellingen
Wat behelst het onderzoek
Doel
De statistiek Recreatie-instellingen geeft een beschrijving van het personeel in loondienst en de baten en lasten van bedrijven en organisaties waarvan de hoofdactiviteit is het organiseren van loterijen kansspelen, het exploiteren van amusements- en speelautomaten, of het organiseren van recreatieve evenementen.
Doelpopulatie
Nederlandse bedrijven en organisaties met als hoofdactiviteit het organiseren van loterijen en kansspelen, de exploitatie van amusements- en speelautomaten, of het organiseren van recreatieve evenementen.
Statistische eenheid
Bedrijven en organisaties opgenomen in het Algemeen Bedrijfsregister (ABR) van het CBS in de klassen 92.00.1 (Loterijen en kansspelen), 92.00.9 (Exploitatie speelautomaten) en 93.29.9 (Overige recreatie (geen havens)) van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI).
Aanvang onderzoek
Voor SBI 92.00.1: 1998; voor SBI 92.00.9: 1996 en voor SBI 93.29.9: 2002. Over 2000 is geen statistiek samengesteld.
Frequentie
Tweejaarlijks.
Publicatiestrategie
Om de twee jaar verschijnen in het vierde kwartaal de definitieve cijfers over het voorafgaande jaar.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Integrale waarneming.
Waarnemingsmethode
Enquêtering door CBS.
Berichtgevers
Bedrijven en organisaties met als hoofdactiviteit het organiseren van loterijen kansspelen (SBI 92.00.1), het exploiteren van amusements- en speelautomaten (SBI 92.00.9), of het organiseren van recreatieve evenementen (SBI 93.29.9).
Steekproefomvang
Integrale waarneming.
Controle- en correctiemethoden
De (gedeeltelijk) ontbrekende of incorrecte informatie wordt geschat op basis van informatie van dezelfde berichtgever over eerdere verslagperioden, en op basis van gemiddelden en verdeelfracties van andere, maar vergelijkbare berichtgevers in de lopende verslagperiode.
Weging
De populatietotalen worden bepaald door de responsuitkomsten te wegen naar SBI-klasse en de grootteklasse van het aantal werkzame personen van de doelpopulatie in het ABR.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
Het populatiekader (het ABR) zal nooit foutloos zijn. Als fouten worden overdekking en onderdekking onderscheiden. De overdekking bestaat uit eenheden die ten onrechte in het kader zijn opgenomen, omdat ze bijvoorbeeld niet meer bestaan of in een andere eenheid zijn opgegaan. Onder de onderdekking wordt het ontbreken van eenheden verstaan, bijvoorbeeld omdat zij later (met vertraging) in het kader worden opgenomen. De respons van de statistiek is gemiddeld 75 procent.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De reeks is vergelijkbaar vanaf de verslagperiode 1996.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
De gegevens worden op individueel niveau consistent gemaakt.