Organisatiegraad werknemers
Wat behelst het onderzoek
Doel
Het vaststellen van de aanhang van de vakbeweging onder de werkenden. De organisatiegraad van werknemers is het percentage werknemers dat lid is van een vakbond.
Doelpopulatie
Werknemers van 15-64 jaar met betaald werk voor tenminste twaalf uur per week.
Statistische eenheid
Werknemer.
Aanvang onderzoek
Vanaf 1992 wordt de organisatiegraad bepaald op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Daarvoor waren de gegevens over het aantal vakbondsleden en aantal werkenden afkomstig uit verschillende bronnen. Zie ook het artikel ‘Vakbeweging en organisatiegraad van werknemers’.
Frequentie
Er wordt jaarlijks gepubliceerd.
Publicatiestrategie
De uitkomsten worden eenmalig gepubliceerd en zijn te beschouwen als definitief.
Hoe wordt het uitgevoerd
Soort onderzoek
Steekproefonderzoek.
Waarnemingsmethode
De Enquête Beroepsbevolking (EBB) is een zogenaamd roterend panelonderzoek. De respondenten worden éénmaal thuis bezocht door een interviewer van het CBS (Computer Assisted Personal Interviewing, CAPI). Daarna worden ze nog viermaal telefonisch herbenaderd (Computer Assisted Telephone Interviewing, CATI).
In de EBB wordt onder meer vastgesteld of iemand een werknemer is die meer dan twaalf uur per week werkt. Daarnaast is gevraagd of iemand lid is van een vakbond. Uit deze gegevens is de organisatiegraad af te leiden.
Berichtgevers
Per huishouden worden maximaal acht personen van 15 jaar en ouder geïnterviewd.
Steekproefomvang
In 2005 zijn 77,5 duizend adressen uitgezet.
Controle- en correctiemethoden
De gegevens van een respondent worden gecontroleerd op interne consistentie. Door de wegingsmethode wordt gecorrigeerd voor onder- en oververtegenwoordiging van bepaalde groepen in de respons.
Weging
Het ophogen van de waarnemingen vindt plaats in twee stappen. In de eerste stap worden aan de waarnemingen startgewichten toegekend. Deze startgewichten zijn zo berekend dat ze corrigeren voor ongelijke trekkingskansen die voortkomen uit de gehanteerde steekproeftrekking. In de tweede stap worden definitieve ophoogfactoren bepaald. Met deze stap wordt de vertekening ten gevolge van non-respons gereduceerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens over geslacht, leeftijd, herkomstgroepering, woongemeente en enkele andere regionale indelingen. Een gedetailleerdere beschrijving van weging, steekproefopzet en veldwerk van de EBB is te vinden in de uitgebreide methodebeschrijving EBB.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten
Nauwkeurigheid
De uitkomsten van de EBB hebben de uitkomsten een onnauwkeurigheidsmarge. Omdat het steekproefdesign vrij complex is, is het schatten van de 95%-betrouwbaarheidsmarges niet eenvoudig. Een tabel met geschatte marges voor opgehoogde aantallen is opgenomen in de uitgebreide methodebeschrijving EBB.
Vanwege de grote relatieve onnauwkeurigheid worden gegevens beneden een bepaalde waarde niet gepubliceerd. Deze aantallen zijn in de staten en tabellen vervangen door een punt (.). De ondergrens is in principe vastgesteld op afgerond 10 duizend vakbondsleden.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De gegevens over organisatiegraad zijn vanaf 1992 volgtijdelijk vergelijkbaar.
Beschrijving kwaliteitsstrategie
Tijdens het interview worden de antwoorden in de computer ingevoerd; daarbij kunnen inconsistente antwoorden direct gesignaleerd worden. Bij proxi-beantwoording (als een lid van het huishouden de vragen beantwoordt die op een ander lid betrekking hebben) wordt nagegaan of deze persoon voldoende informatie heeft om de vragen te beantwoorden.
Downloads
- PDF PDF - 2007k1v4p07artpdf
- PDF PDF - 2005methodendefinitiesenqueteberoepsbevolking2005art