Omgevingsvergunningen met activiteit bouwen

Wat behelst het onderzoek

Doel

Deze statistiek geeft informatie over de maandelijks verkregen kenmerken van de omgevingsvergunningen met activiteit bouwen.

Doelpopulatie

Alle bouwwerken van € 50 000 en meer waarvoor de gemeente een goedkeuring tot bouwen heeft afgegeven of een omgevingsvergunning met activiteit bouwen heeft verleend, in Nederland, per gemeente.

Statistische eenheid

Omgevingsvergunning. Voor tabellen over nieuwbouw wonen wordt als statistische eenheid verblijfsobject gehanteerd.

Aanvang onderzoek

1 januari 2001.

Frequentie

Maand.

Publicatiestrategie

a. Maandtabellen
Bij het publiceren van T wordt T-12 definitief. Voorbeeld: Bij het publiceren van “januari 2016” wordt “januari 2015” voor de eerste keer definitief.

b. Kwartaaltabellen
Bij het publiceren van een kwartaalcijfer moeten alle onderliggende maanden definitief zijn voordat het kwartaalcijfer zelf definitief wordt. Voorbeeld: Bij het publiceren van “maart 16” worden “Q1 16” gepubliceerd en “Q1 15” voor de eerste keer definitief.

c. Jaartabellen
Bij het publiceren van een jaarcijfer moeten alle onderliggende maanden definitief zijn voordat het jaarcijfer zelf definitief wordt. Voorbeeld: Bij het publiceren van “december 16” wordt “jaar 15” voor de eerste keer definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Integrale waarneming.

Waarnemingsmethode

Elektronische vragenlijst en bestanden.

Berichtgevers

Gemeenten.

Steekproefomvang

Integrale waarneming gemeentes.

Controle- en correctiemethoden

Er wordt gecontroleerd op interne consistentie en volledigheid.
Gemeenten worden bij non-response geïmputeerd. Deze imputatie wordt berekend op basis van het “inwoners” aandeel van de niet responderende gemeente in het landsdeel waartoe deze gemeente behoort.
De non-responscorrectie wordt uitgevoerd door middel van een quotiëntschatter. Deze baseert zich per vergunningsmaand op de beschikbare respons van die vergunningsmaand, met bijschatting voor de non-responsgemeenten voor die vergunningsmaand. Hulpvariabele is het aantal inwoners per gemeente. De schatting per gemeente is dan gelijk aan de beschikbare respons vermenigvuldigd met een ophoogfactor, die gelijk is aan het totaal aantal inwoners van de gemeente gedeeld door het aantal inwoners van de responderende gemeenten in hetzelfde landsdeel. De schatting van de totale populatie volgt door sommatie over de responderende en niet responderende gemeenten.
Voor de vier grootste gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht wordt een afwijkende methode gehanteerd. De totale bouwkosten van de in te schatten maand is gebaseerd op het 12 maand voortschrijdend gemiddelde van de gemeente, een eerdere maand, waarin is gerespondeerd met een plausibele vulling, wordt gebruikt als schatting voor de vergunningen van de non-responsmaand.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Beveiliging van de cijfers

Om redenen van geheimhouding kunnen gegevens ontbreken. Welke beveiligingsprocedure is gebruikt, is vermeld in de toelichting bij de betreffende onderwerpen.

Nauwkeurigheid

Meet-, proces- en/of non-responsfouten.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De gegevens zijn in principe volgtijdelijk vergelijkbaar.
Er zijn twee breuken in de reeks.
-2001/2002
Tot 2002 altijd hoger ivm nieuwe hogere ondergrens.
-2011/2012
Vanaf 2012 altijd hoger ivm het extra toevoegen van de non-respons.
Voor deze breuken is er geen gecorrigeerde reeks.
Van 2001 op 2002 is er een breuk in de tijdreeks door het verhogen van de ondergrens van de bouwvergunning. De uitkomsten over de periode 1990 tot 2002 hebben betrekking op verleende bouwvergunningen met een bouwsom vanaf 45 duizend euro.
Vanaf 2002 is de ondergrens verhoogd naar 50 duizend euro.
Van 2011 op 2012 is er een breuk in de tijdreeks door het wijzigen van de methode t.a.v. non-respons en late respons. Vanaf 2012 worden de non-respons gemeenten met een imputatiemethode opgehoogd, voor 2012 werd geen ophoging toegepast. Vanaf 2012 wordt de late respons van gemeenten, indien binnen 12 maanden na de datum vergunning verleend ontvangen, verwerkt in de verslagmaand waarop de vergunning is verleend. Voor 2012 werd late respons verwerkt in de verslagmaand waarin de gegevens binnenkwamen.


Revisies

Tot en met 2016 is er niet voor non-respons en late respons bij geschat. In 2016 is een methode voor non-respons toegepast en late respons ontwikkeld, deze is met terugwerkende kracht vanaf 2012 toegepast.