Melkaanvoer en zuivelproductie

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Vaststellen van de aanvoer van melk door Nederlandse melkveehouders aan en de productie van zuivelproducten door Nederlandse zuivelfabrieken. De gegevens worden gebruikt voor onderzoek en voor beleid (nationaal en internationaal).
Van de aangevoerde melk worden de hoeveelheden en de eiwit- en vetgehaltes gemeten.
Bij de zuivelproducten gaat het om boter, fabriekskaas, melkpoeder, gecondenseerde melk en weipoeder. Voor de jaren 1995-1997 zijn ook gegevens gevraagd over verse melkproducten als consumptiemelk en yoghurt.

Aanvang onderzoek

De gegevens over de aanvoer en verwerking van melk worden sinds 1903 verzameld.

Frequentie

De dataverzameling vindt maandelijks plaats

Publicatiestrategie

Zodra de gegevens op plausibiliteit en volledigheid gecontroleerd zijn worden deze verzonden aan Eurostat en gepubliceerd op StatLine. Dit zijn voorlopige cijfers. Gedurende enkele maanden levert het RVO (de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) nog correcties aan. Deze worden op StatLine gepubliceerd als nader voorlopige cijfers. In juli/augustus van het jaar volgend op het verslagjaar worden de jaarcijfers gepubliceerd en krijgen ook de maandcijfers de status definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

RVO verzamelt maandelijks gegevens bij de grotere zuivelfabrieken, en levert geaggregeerde gegevens voor totaal Nederland aan het CBS. Deze voorlopige maandcijfers betreffen de activiteiten van 15 ondernemingen die samen ongeveer 98% van de door Nederlandse melkveebedrijven aangeleverde melk ontvangen.

Bij de jaarcijfers die het CBS van RVO ontvangt gaat het om de gegevens over de melkaanvoer aan alle zuivelfabrieken in Nederland.
De jaarcijfers over de zuivelproducten gaan eveneens over de producten van alle zuivelfabrieken. Zij worden bovendien nog vermeerderd met een schatting van de productie van zuivelproducten van bedrijven die niet als zuivelfabriek te boek staan. Een voorbeeld is een melkveebedrijf dat zelf kaas maakt. Het aandeel van de bijschatting is overigens zeer gering.

Op grond van de jaarcijfers worden de voorlopige maandcijfers voor melkaanvoer en zuivelproductie naar rato bijgeschat en definitief gemaakt.

Waarnemingspopulatie

De maandcijfers worden door RVO verzameld bij de grote Nederlandse zuivelfabrieken. Dit zijn 22 ondernemingen (in mei 2013) met samen 51 zuivelfabrieken.
De jaarcijfers verzamelt RVO bij alle Nederlandse zuivelfabrieken.
NB. Bedrijven die als hoofdactiviteit hebben de bereiding van consumptie-ijs en smeltkaas worden buiten beschouwing gelaten.
Toelichting: Deze bedrijven ontvangen geen melk van melkveehouders, maar gebruiken grondstoffen van (andere) zuivelfabrieken.

Het CBS kent in het bedrijvenregister in totaal in Nederland 210 melkverwerkende bedrijven (peildatum 1 januari 2013).

Waarnemingsmethode

RVO verzamelt de gegevens bij de zuivelfabrieken in Nederland en levert geaggregeerde gegevens voor totaal Nederland aan het CBS.

Controle- en correctiemethoden

De gegevens worden bij binnenkomst gecontroleerd op plausibiliteit (onder andere door vergelijking op onderlinge verbanden en met voorgaande perioden) en op volledigheid. Indien de gegevens niet voldoende betrouwbaar of onvolledig lijken wordt teruggekoppeld naar RVO.

Ophoging

De definitieve maandcijfers zijn opgehoogd naar het jaartotaal.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Aangezien de jaarcijfers door RVO integraal worden waargenomen is de statistische betrouwbaarheid van de definitieve cijfers 100%.