Luchtverontreiniging, emissies door mobiele bronnen

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het vaststellen van de landelijke emissies (uitstoot) naar  lucht door mobiele bronnen.

Doelpopulatie

Mobiele bronnen op of boven Nederlands grondgebied en op het Nederlands Continentaal Plat. Mobiele bronnen zijn transportmiddelen zoals personenauto’s, vrachtauto’s, binnenvaartschepen en vliegtuigen, en mobiele werktuigen zoals landbouwtrekkers, vorkheftrucks en (wegen)bouwmachines met een verbrandingsmotor.
Het onderzoek betreft de emissies van CO, VOS, NOx, PM10, SO2,CO2, CH4, N2O en NH3 door de verbranding van motorbrandstoffen, PM10 door de slijtage van banden, remvoeringen, wegdek en bovenleidingen en VOS door de verdamping van benzine uit voertuigen en ladingresten uit binnenvaartschepen.

Statistische eenheid 

Soort mobiele bron en/of vervoerwijze.

Aanvang onderzoek 

1990, emissies door wegverkeer vanaf 1980.

Frequentie 

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Voorlopige cijfers worden circa negen maanden en definitieve cijfers circa veertien maanden na het verslagjaar gepubliceerd. Door het toepassen van verbeterde berekeningsmethoden en het gebruik van nieuwe gegevensbronnen kunnen definitieve cijfers herzien worden. Met zo’n revisie wordt de volgtijdelijke vergelijkbaarheid gewaarborgd. De door het CBS gepubliceerde cijfers op de website zijn consistent met die uit de landelijke Emissieregistratie en het Compendium voor de Leefomgeving.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek 

Berekeningen op basis van activiteitsgegevens (voertuigkilometers/brandstofverbruik) en emissiefactoren. De berekeningen worden uitgevoerd door het CBS en TNO. Het onderzoek vindt plaats binnen het samenwerkingsverband van de Emissieregistratie.  De deelnemende instituten zijn: het CBS, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), het Landbouw Economisch Instituut (LEI), Alterra, de Waterdienst van Rijkswaterstaat, Deltares, TNO en RVO (voorheen AgentschapNL).

Waarnemingsmethode

De activiteitsgegevens zijn afkomstig van verkeers- en energiestatistieken van het CBS en van TNO. De emissiefactoren, die zowel op (literatuur)onderzoek als metingen zijn gebaseerd, worden grotendeels geleverd door TNO. Uitgebreide technische informatie over de berekeningen geeft de publicatie 'Methoden voor de berekening van de emissies van mobiele bronnen in Nederland' (in het Engels). Dit rapport wordt in principe jaarlijks geactualiseerd. De bijbehorende tabellenset is zowel in het Engels als in het Nederlands beschikbaar.

Berichtgevers 

Niet van toepassing.

Steekproefomvang 

Niet van toepassing.

Controle- en correctiemethoden 

Controle vindt plaats door trendanalyse.

Weging 

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Door enerzijds het gebruik van veel verschillende gegevensbronnen en methoden van vaststelling van de basisgegevens en anderzijds de complexiteit van de berekeningen, is het niet mogelijk de nauwkeurigheid van de diverse cijfers in exacte getallen uit te drukken.  De publicatie ‘Methoden voor de berekening van de emissies door mobiele bronnen in Nederland’ (in het Engels) geeft een indicatie van de onzekerheden in de emissieberekeningen.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Over het algemeen kan gesteld worden dat de volgtijdelijke vergelijkbaarheid goed is, doordat de systematiek van de berekeningen voor alle jaren dezelfde is. Om een consistente tijdreeks te verkrijgen wordt in principe ieder jaar de complete tijdreeks (her)berekend, zodat de laatste inzichten, met name over de emissiefactoren, in de berekeningen kunnen worden meegenomen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie 

Er vindt in het kader van de Emissieregistratie een trendanalyse plaats waarbij de emissies per stof door de verschillende partijen in de Emissieregistratie worden beoordeeld op plausibiliteit en consistentie. De uiteindelijke vaststelling van de emissies, inclusief het doorvoeren van nieuwe berekeningsmethoden, gebeurt eveneens binnen het samenwerkingsverband van de Emissieregistratie.