Internationale handel en doorvoer; waarde en gewicht, vervoerwijze

Wat behelst het onderzoek

Doel

Deze statistiek geeft inzicht in de internationale goederenstromen vanuit, naar en door Nederland.

Domeinbeschrijving

De statistiek van de in-, uit- en doorvoer meet de internationale, fysieke goederenstromen die op Nederlands grondgebied in Europa worden gelost, geladen, afgeleverd of verzonden.

De statistiek bestaat uit twee StatLinetabellen:

Tabel 1 beschrijft de internationale goederenstromen in waarde en brutogewicht en naar NSTR-goederenhoofdstuk en werelddeel van herkomst of bestemming. Handels- en doorvoerstromen die in deze tabel worden onderscheiden zijn: totaal inkomend transport, totale invoer, invoer voor binnenlands gebruik, invoer voor wederuitvoer, totale inkomende doorvoer, inkomende quasi-doorvoer, inkomende transportdoorvoer, totaal uitgaand transport, totale uitvoer, uitvoer van Nederlands product, wederuitvoer, totale uitgaande doorvoer, uitgaande quasi-doorvoer, uitgaande transportdoorvoer.

Tabel 2 bevat informatie over de internationale goederenstromen in waarde en brutogewicht en naar NSTR-goederenhoofdstuk, vervoerwijze en werelddeel van lading of lossing. In deze tabel worden de volgende handels- en doorvoerstromen beschreven: totaal inkomend transport, invoer, inkomende doorvoer, totaal uitgaand transport, uitvoer, uitgaande doorvoer.

De definities van de genoemde goederenstromen zijn te vinden in de aanvullende onderzoeksbeschrijving op de CBS-website.

Aanvang onderzoek

De statistiek omvat de jaren vanaf 2007.

Frequentie

Er wordt jaarlijks gerapporteerd.

Publicatiestrategie

De nieuwe, voorlopige cijfers komen doorgaans één jaar na afloop van het verslagjaar beschikbaar. De cijfers over internationale goederenstromen kunnen worden aangepast op basis van het beschikbaar komen van nieuw of geactualiseerd bronmateriaal. Hierdoor hebben de cijfers voor een langere periode een voorlopig karakter.

Hoe wordt het uitgevoerd

Belangrijkste bronnen

De statistiek van de in-, uit- en doorvoer integreert de statistiek van internationale handel in goederen en de statistieken over zeevaart, binnenvaart, spoorvervoer, wegvervoer, luchtvaart en pijpleidingvervoer. De Nederlandse wegvervoerdata zijn aangevuld met gegevens uit andere EU-lidstaten over het wegvervoer vanuit en naar Nederland. Aan de statistiek van de internationale handel in goederen wordt de waarde van de invoer en uitvoer ontleend. De brutogewichten van deze stromen worden ook uit de internationale handelsstatistiek afgeleid. De transportstatistieken zijn de basis voor gegevens over het brutogewicht van het transport via de bovengenoemde zes modaliteiten.
Meer informatie over de bovengenoemde internationale handels- en transportstatistieken is te vinden in de volgende korte onderzoeksbeschrijvingen:

Internationale handel

Wederuitvoer

Zeevaart

Binnenvaart

Spoorvervoer

Wegvervoer

Luchtvaart

Globale structuur integratiekader

De statistiek van de in-, uit- en doorvoer is gebaseerd op de integratie van de statistieken van internationale handel in goederen en de transportstatistieken voor zes vervoerwijzen. Op microniveau (handelstransacties) zijn de handelsvolumes vertaald naar brutogewichten en is de vervoerwijze van de handel gecontroleerd en gecorrigeerd. Om de vergelijkbaarheid met de handelscijfers te waarborgen zijn de transportgewichten in niet-specifieke goederengroepen (vooral stukgoed) toegekend aan specifieke goederengroepen. Verder is een correctie aangebracht op de zeevaart- en wegvervoercijfers om dubbeltelling van het roll-on-roll-off-vervoer te voorkomen. Met waarde-gewichtratio’s per werelddeel en goederengroep is de waarde van de getransporteerde goederen geschat. Na aggregatie is een Bayesiaans integratiemodel gebruikt om de consistentie van de handels- en transportgegevens te verbeteren.

Voor Tabel 1 zijn de internationale handels- en transportgegevens geaggregeerd naar de tien goederenhoofdstukken uit de NSTR-goederenclassificatie en de zes werelddelen. Het Bayesiaanse integratiemodel zorgt er vervolgens voor dat de gegevens per goederenhoofdstuk en werelddeel aan de volgende logische restricties voldoen:

  • Inkomend transport = Invoer voor binnenlands gebruik + Invoer voor wederuitvoer + Inkomende quasi-doorvoer + Inkomende transportdoorvoer (dit geldt voor zowel de waarde als het brutogewicht)
  • Uitgaand transport = Uitvoer van Nederlands product + Wederuitvoer + Uitgaande quasi-doorvoer + Uitgaande transportdoorvoer (waarde en brutogewicht)
  • Doorvoer >= 0 (waarde en brutogewicht)

Verder moet voor alle goederenhoofdstukken gelden:

  • Invoer voor wederuitvoer <= Wederuitvoer (waarde)
  • Inkomende quasi-doorvoer = Uitgaande quasi-doorvoer (brutogewicht)
  • Inkomende transportdoorvoer - Entrepotopslag = Uitgaande transportdoorvoer - Entrepotuitvoer (waarde en brutogewicht)

Voor Tabel 2 zijn de handels- en transportdata geaggregeerd naar de tien NSTR-goederenhoofdstukken, de zes vervoerwijzen en 36 landengroepen. Daarna zorgt het Bayesiaanse integratiemodel ervoor dat per goederenhoofdstuk, vervoerwijze en landengroep aan de volgende logische restricties wordt voldaan:

  • Inkomend transport = Invoer + Inkomende doorvoer (dit geldt voor zowel de waarde als het brutogewicht)
  • Uitgaand transport = Uitvoer + Uitgaande doorvoer (waarde en brutogewicht)
  • Invoer >= 0, Uitvoer >= 0, Doorvoer >= 0 (waarde en brutogewicht)

Verder moet voor alle goederenhoofdstukken gelden:

  • Inkomende doorvoer - Entrepotopslag = Uitgaande doorvoer - Entrepotuitvoer (waarde en brutogewicht)

In de vergelijkingen voor de twee tabellen is het transport van niet voor de handel bestemde goederen uitgesloten van het inkomende en uitgaande transport. Het betreft onder andere gebruikte emballage, verhuisboedels, door reizigers begeleide bagage, gebruikt materiaal van bouwondernemingen en kermissen en voor reparatiedoeleinden vervoerde voertuigen. Het gewicht van deze specifieke goederen wordt na toepassing van het model weer bij het transport opgeteld. De (handels)waarde van deze goederen wordt nihil verondersteld.

De handelsstatistiek registreert de verzending van goederen vanuit een land van herkomst naar Nederland en de aflevering van Nederlandse goederen in een land van bestemming. De transportstatistieken registeren het land waar de goederen het laatst geladen zijn en het land waar de goederen het eerst worden gelost. Voor Tabel 2 is daarom een koppeling gemaakt tussen landengroepen van herkomst uit de handelsstatistieken en de landengroepen van lading uit de transportstatistieken. Dit is gedaan door voor elke landengroep per NSTR-hoofdstuk en vervoerwijze de kansen te bepalen dat de goederen in de andere landengroepen worden overgeladen voor het transport naar Nederland. Hierbij is gebruik gemaakt van inzichten uit de theorie van de gravitatiemodellen. Voor de uitgaande stromen is dezelfde methode toegepast. De resultaten zijn vervolgens gebruikt om voor Tabel 1 de transportdata per werelddeel van laden of lossen om te zetten naar data per werelddeel van herkomst of bestemming.

Ten slotte zijn Tabellen 1 en 2 nader op elkaar afgestemd door ervoor te zorgen dat het totale transport en de totale in-, uit- en doorvoer per goederenhoofdstuk in Tabel 1 gelijk zijn aan de overeenkomstige totalen in Tabel 2.

Door de integratiemethode en definitieverschillen kunnen er verschillen ontstaan tussen de cijfers uit de StatLinetabel van de in-, uit- en doorvoer en de cijfers uit andere tabellen over internationale handel en transport. De geschatte in- en uitvoer na de integratie van handels- en transportstatistieken verschillen van de oorspronkelijke in- en uitvoer volgens de internationale handelsstatistiek. Op het niveau van de in- en uitvoer per werelddeel scheelt dit doorgaans minder dan 2 procent. De verschillen ontstaan doordat de handelscijfers door de integratie enigszins worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat aan de hierboven vermelde restricties wordt voldaan. De bijstelling vindt steeds plaats binnen de vooraf geschatte betrouwbaarheidsmarges rondom de oorspronkelijke cijfers. De na integratie geschatte transporttotalen en de totalen in de oorspronkelijke transportstatistieken lopen meestal minder dan 10 procent uiteen. Deze verschillen komen door de verschillende bewerkingen van de transportcijfers, die nodig waren om de integratie met de handelscijfers mogelijk te maken. Dit heeft geleid tot een completere beschrijving van de transportstromen. Daarnaast zijn de transportcijfers bijgesteld binnen de geschatte marges om te zorgen voor consistentie met de handelscijfers volgens de bovenstaande restricties. Bovendien zijn de in andere tabellen gepubliceerde cijfers over het totale transport uitgedrukt in brutoplusgewichten (dat is: inclusief het gewicht van de container) in plaats van brutogewichten.
Een uitgebreide beschrijving van de integratiemethode en de resultaten is te vinden in de aanvullende onderzoeksbeschrijving op de CBS-website.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De invoer- en uitvoercijfers vanaf 2008 zijn op een iets andere wijze tot stand gekomen dan in voorgaande jaren. De oorzaken zijn het herzien van de afbakening tussen wederuitvoer en quasi-doorvoer en het meetellen van enkele bedrijven die ten onrechte niet in de statistiek van de internationale handel zaten. Dit heeft vrijwel geen gevolgen gehad voor het totaalcijfer van de invoer. Door de wijzigingen komt de uitvoer in 2008 naar schatting ongeveer 3 miljard euro lager uit dan wanneer deze wijzigingen niet waren doorgevoerd. Dat is minder dan 1 procent van het totaal. Dit verschil valt binnen de bij de integratie met de transportcijfers gehanteerde betrouwbaarheidsmarges. Op detailniveau kunnen grotere verschillen voorkomen. Voor het totale transport en de berekende doorvoer heeft de wijziging in 2008 geen gevolgen. Meer informatie over deze trendbreuk en de gevolgen voor de internationale handelscijfers is te vinden in de onderzoeksbeschrijving Internationale goederenhandel, trendbreuk 2007-2008.

De invoer- en uitvoercijfers over 2013 zijn niet helemaal vergelijkbaar met de cijfers over 2012, omdat in de cijfers over 2013 een verbeterde schattingsmethode voor de 'bunkering van goederen' (de levering van brandstof voor de internationale scheepvaart en voor de internationale luchtvaart) zijn intrede doet. Door de methodebreuk komt de export in 2013 bijna 5 miljard euro hoger uit dan 2012. Ook dit verschil valt binnen de betrouwbaarheidsmarges.

De invoer- en uitvoercijfers over 2015 zijn niet precies vergelijkbaar met de cijfers over 2014, omdat in 2015 een vereenvoudigde bedrijfsopgave en een nieuwe wederuitvoerdefinitie hun intrede doen en er tevens diverse kwaliteitsverbeteringen zijn doorgevoerd. De totale goederenuitvoer zou in 2014 bijna 10 miljard euro lager zijn geweest met methodebreuken. Bij de totale goedereninvoer gaat het om bijna 9 miljard euro minder. Meer informatie over deze trendbreuk en de gevolgen voor de cijfers is te vinden in Oorzaken methodebreuk internationale goederenhandel, 2014-2015.

Herziening handelsstromen vanaf 2015. Door voortschrijdende inzichten zijn vanaf statistiekjaar 2015 de handelsstromen herzien. Bovenop de methodebreuk 2014/2015 komt als gevolg hiervan de totale goederenuitvoer (niet-reëel) 8 miljard euro lager uit. Bij de totale goedereninvoer is dit 10 miljard euro minder.

De breuk in de handelscijfers tussen 2014 en 2015 wordt grotendeels veroorzaakt door een verbetering van de afbakening tussen de wederuitvoer en de quasi-doorvoer. In Tabel 1 is hierdoor een deel van de invoer voor wederuitvoer naar de inkomende quasi-doorvoer gegaan. Een deel van de wederuitvoer is verschoven naar de uitgaande quasi-doorvoer. Omdat in Tabel 2 de wederuitvoer en de quasi-doorvoer niet apart worden onderscheiden, is in die tabel een deel van de invoer naar de inkomende doorvoer verschoven. Verder is in Tabel 2 een deel van de uitvoer overgegaan naar de uitgaande doorvoer.

Door een verbeterde bewerking van de cijfers over het internationale goederenvervoer over zee vanaf 2016 zijn vooral de schattingen voor de waarde van het uitgaande transport en de uitgaande doorvoer over 2016 niet helemaal vergelijkbaar met de cijfers over 2015. Als gevolg van de breuk is de waarde van beide stromen in 2016 ongeveer 22 miljard euro lager. Dat is 3 procent van de waarde van het uitgaande transport en bijna 7 procent van de waarde van de uitgaande doorvoer. Het brutogewicht van beide stromen in 2016 is minder dan 1 procent lager door de breuk. De breuk heeft een dalend effect op de cijfers over het transport en de doorvoer van chemische producten (NSTR 8), voedingsproducten (NSTR 1) en voertuigen, machines en stukgoederen (NSTR 9) naar Amerika en Azië. De breuk heeft daarentegen een (kleiner) stijgend effect op de cijfers over het transport en de doorvoer van de laatstgenoemde twee goederengroepen naar Europa.

Voor de gehele publicatieperiode (vanaf 2007) is dezelfde methode van integratie toegepast. Afgezien van de hierboven beschreven trendbreuken voor specifieke goederenstromen, zijn de cijfers van jaar op jaar daardoor goed met elkaar te vergelijken. Als gevolg van de trendbreuken kan het voorkomen dat de cijfers voor invoer, uitvoer, wederuitvoer en doorvoer vanaf 2008, 2013 en 2015 en voor transport en doorvoer vanaf 2016 minder goed vergelijkbaar zijn met die uit de jaren daarvoor.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Maatregelen om cijfers van zo hoog mogelijke kwaliteit te krijgen zijn:

  • Het meest actuele bronmateriaal wordt gebruikt.
  • De internationale handels- en transportcijfers worden vertaald naar brutogewichten om integratie mogelijk te maken.
  • Op het niveau van handelstransacties wordt een controle uitgevoerd op de informatie over gewichten en vervoerwijze.
  • De Bayesiaanse integratiemethode zorgt voor consistentie van de cijfers uit de afzonderlijke statistieken over internationale handel en transport. Ook de twee StatLinetabellen van de statistiek zijn consistent gemaakt.
  • De geïntegreerde statistiek geeft de marges rondom de schattingen. Dat geeft inzicht in de betrouwbaarheid van de cijfers.
  • De geïntegreerde cijfers worden steeds getoetst aan de statistieken van internationale handel en transport.
  • De gebruikte methode en de statistische resultaten zijn getoetst aan kennis van diverse experts op het terrein van handel, transport en logistiek.