Huisartspatiënten naar geregistreerde diagnose
Wat behelst het onderzoek
Doel
Het samenstellen van cijfers over het vóórkomen van klachten, symptomen en ziektes. Gegevens zijn gebaseerd op de bij de huisarts bekende ziekte-episodes van patiënten die in de eigen huisartsenpraktijk staan ingeschreven, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht, migratieachtergrond en inkomen.Doelpopulatie
Personen die in een verslagjaar staan ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsregisters (BasisRegistratie Personen, BRP).Statistische eenheid
Personen.Aanvang onderzoek
2012.Frequentie
Jaarlijks.Publicatiestrategie
De cijfers van het laatste jaar zijn voorlopig. De cijfers van eerdere jaren zijn definitief.Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd
Soort onderzoek
Registratie, gebaseerd op gegevens van een selectie van huisartspraktijken.Waarnemingsmethode
Elektronische uitvraag van relevante administratieve patiëntengegevens uit het Huisartsen Informatie Systeem (HIS) van huisartspraktijken die participeren in Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn (tot en met 2011 het Landelijk InformatieNetwerk Huisartsenzorg (LINH)).Op basis van gegevens over gebruik van huisartsenzorg, klachten waarmee patiënten de huisarts benaderen, geneesmiddelenvoorschriften en verwijzingen naar andere disciplines construeert Nivel ziekte-episodes. Een ziekte-episode is de periode vanaf het moment dat een patiënt voor het eerst met een klacht bij de huisarts komt tot het moment dat de ziekte is genezen of de patiënt is overleden. Bij chronische ziekten wordt een episode niet afgesloten, maar blijven personen voor die diagnose over de jaren heen meetellen tot de patiënt overlijdt. Episodes van ziekten of aandoeningen waarvan de patiënt kan genezen, worden automatisch afgesloten als er gedurende een vastgestelde periode voor deze aandoening geen contact meer is geweest met de huisarts. Deze contactvrije periode verschilt per type aandoening en varieert tussen vier weken en één jaar na het laatste contact. De einddatum van de ziekte-episode wordt vervolgens vastgesteld op de datum van het laatste contact plus de helft van deze contactvrije periode.
Er is geen directe relatie tussen het aantal episodes en het aantal huisartscontacten van een persoon. Een episode kan bestaan uit één of meer contacten met de huisarts over een langere periode, terwijl tijdens een contact met de huisarts meerdere onderwerpen aan de orde kunnen komen die tot verschillende episodes behoren.
Berichtgevers
Nivel ontvangt de gegevens uit de deelnemende huisartspraktijken en levert deze na bewerking en controle door aan het CBS. Persoonsgegevens worden gepseudonimiseerd verstuurd via een trusted third party (ZorgTTP).Steekproefomvang
Het betreft geen steekproef maar gegevens van ruim 400 van de 5 000 Nederlandse huisartspraktijken, met in totaal ongeveer 1,7 miljoen ingeschreven patiënten. Deze praktijken besluiten zelfstandig tot deelname aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.Controle- en correctiemethoden
Nivel controleert de gegevens op volledigheid en juistheid en corrigeert de gegevens waar nodig. Het CBS koppelt de gegevens aan het bevolkingsregister en voert een aantal aanvullende controles uit die alleen door koppeling mogelijk zijn.Weging
Voor verschillen tussen de samenstelling van de populatie ingeschreven huisartspatiënten in Nivel Zorgregistraties en de totale bevolking wordt gecorrigeerd door middel van een wegingsfactor die gebaseerd is op de kenmerken geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, stedelijkheid en inkomen.Tot en met verslagjaar 2015 was de koppeling met het bevolkingsregister niet volledig en enigszins selectief, omdat van een deel van de ingeschreven huisartspatiënten geen (gepseudonimiseerd) BSN beschikbaar was. Koppeling gebeurde tot die tijd via een pseudoniem gebaseerd op geboortedatum, geslacht en viercijferige postcode van het woonadres. Die combinatie was niet in alle gevallen uniek en daardoor maar beperkt identificerend: indien een dergelijke combinatie meerdere keren voorkwam, was koppeling met het bevolkingsregister niet mogelijk. De hiervoor beschreven weging corrigeerde ook voor deze gebrekkige koppeling. Vanaf 2016 is echter voor vrijwel het hele register een gepseudonimiseerd BSN beschikbaar.
Het komt voor dat een patiënt (bijvoorbeeld vanwege verhuizing of verandering van huisarts om andere redenen) niet het gehele verslagjaar door de huisarts wordt waargenomen, terwijl de patiënt wel het hele jaar onderdeel uitmaakt van het bevolkingsregister. In de ophoging naar de populatie in het bevolkingsregister wordt daarom gebruik gemaakt van de totaal waargenomen tijd (‘persoonsjaren’) in huisartsenregister en bevolkingsregister.