Geldstromen in de zorg en zorguitgaven

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het onderzoek geeft een beschrijving van de herkomst van de uitgaven aan zorg. Daarbij staan twee vragen centraal: 1. Waar komen de geldstromen vandaan? 2.Wat is de aard van de geldstromen?

De geldstroom (in lopende prijzen) loopt vanaf de 'financieringsbronnen' via de ‘financieringsvormen’ naar de aanbieders van gezondheids- en welzijnszorg en naar de instellingen voor beleid en beheer op het terrein van de gezondheids- en welzijnszorg. De twee vragen worden binnen dit onderzoek beantwoord door twee tabellen.

In de tabel ‘Geldstromen in de zorg; uiteindelijke financiering’ worden de geldstromen zoveel mogelijk herleid naar de uiteindelijke herkomst: huishoudens (waaronder zelfstandigen), de overheid als herverdeler, vennootschappen/werkgevers (inclusief de overheid als werkgever) en het buitenland. Hierdoor is zichtbaar wie uiteindelijk de financieringsvormen betaalt.

In de tabel ‘Zorguitgaven; opbrengsten van financieringsvormen’ worden de geldstromen herleid naar type opbrengst van de financieringsvorm (publiek of privaat) met daarbij de volgende hoofdindeling: overdrachten van de overheid, sociale/verplichte/vrijwillige premies zorgverzekering, overige opbrengsten (huishoudens, bedrijven en instellingen zonder winstoogmerk (ten behoeve van huishoudens)) en directe buitenlandse overdrachten. De indeling van opbrengsten van financieringsvormen is vastgelegd in het System of Health Accounts in de ‘Classification of Revenues of Health Care Financing Schemes’.

Een derde vraag: ‘Waar komt het geld in de zorg terecht?’ is onderwerp van de cijfers over Zorguitgaven.

Doelpopulatie

Ingezeten personen en bedrijven in Nederland. Het betreft personen die langer dan één jaar in Nederland verblijven en bedrijven die gevestigd zijn in Nederland, inclusief vestigingen van buitenlandse ondernemingen in Nederland. Daarnaast zijn onder de financieringsvorm ‘Buitenland’ en de categorie ‘directe buitenlandse overdrachten’ de zorguitgaven in Nederland van niet-ingezetenen opgenomen (uitvoer).

Aanvang onderzoek

Het onderzoek heeft cijfers vanaf 1998.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

De voorlopige cijfers over t-2 worden in het eerste kwartaal van jaar t gepubliceerd. De nader voorlopige cijfers over t-2 en t-3 en de definitieve cijfers over t-4 worden in het tweede kwartaal van jaar t gepubliceerd.

Hoe wordt het uitgevoerd

Belangrijkste bronnen

De uitgaven per financieringsvorm zijn overeenkomstig de cijfers over de Zorguitgaven. De belangrijkste gegevensbronnen met financieringsgegevens waarmee de herkomstverdeling naar financieringsbron en naar opbrengst financieringsvorm is gemaakt zijn uitgebracht door het Zorginstituut Nederland, Vektis, de Belastingdienst en de Nationale Rekeningen van het CBS.

Globale structuur integratiekader.

Tijdens de analyse zijn de totalen per ‘financieringsvorm’ uit de cijfers over Zorguitgaven (statistiek CBS) geconfronteerd met financieringscijfers uit andere bronnen.

De post ‘Overige verschillen’ dient om de cijfers over Zorguitgaven (statistiek CBS) aan te laten sluiten op de overige bronnen. De verschillen ontstaan voornamelijk door verschillen in definities.

De ‘Saldi Fondsen’ zijn de in de jaarverslagen gedocumenteerde saldi van de Algemene Kas Ziekenfondswet (voor de jaren 1998-2005), het Zorgverzekeringsfonds (vanaf 2006), Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (Afbz; voor de jaren 1998-2014) en Fonds langdurige zorg (Flz; vanaf 2015).

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Voor de periode 1998 tot heden zijn het beschreven terrein en de gehanteerde definities en begrippen éénduidig, zodat de volgtijdig- en vergelijkbaarheid gewaarborgd zijn.

Revisies

Revisie vindt plaats bij:
• Conceptuele en methodologische wijzigingen;
• Het beschikbaar komen van nieuwe bronnen;
• Revisie van bestaande bronnen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De opgave van de bronnen worden beoordeeld op volledigheid, aannemelijkheid en consistentie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gegevens van eerdere verslagperiodes. Waar nodig worden correcties toegepast.